Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. mastery:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor mastery (Engels) in het Frans

mastery:

mastery [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the mastery (dominion; authority; command; power)
    l'autorité; le pouvoir; la puissance; la domination
  2. the mastery (mastership)
    la maîtrise

Vertaal Matrix voor mastery:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autorité authority; command; dominion; mastery; power administration; authorities; authority; cabinet; colonial administration; colonial government; competence; control; establishment; expert; government; leadership; local government; power; public authorities; qualification; regime; reign; right of say; rule; rule of life; ruler; specialist
domination authority; command; dominion; mastery; power domination; rule
maîtrise mastership; mastery command; composure; control; cool; doctorate; restraint; self-control
pouvoir authority; command; dominion; mastery; power authorities; authority; capacity; competence; control; establishment; force; mandate; power; qualification; right of say; rule; strength; warrant
puissance authority; command; dominion; mastery; power authority; capacity; competence; courage; fiber; fibre; force; fortitude; influence; power; qualification; rule; ruler; strength
- command; control; domination; subordination; supremacy
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pouvoir be able; be allowed to; have permission; may

Synoniemen voor "mastery":


Verwante definities voor "mastery":

  1. the act of mastering or subordinating someone1
  2. great skillfulness and knowledge of some subject or activity1
  3. power to dominate or defeat1
    • mastery of the seas1

Wiktionary: mastery

mastery

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van mastery