Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- madness:
-
mad:
- furieux; furieuse; enragé; rageur; en colère; enragée; déchaîné; exaspérée; furieusement; furibond; avec rage; exaspéré; déchaînée; fou; atteint de troubles mentaux; lunatique; aliéné; délirant; idiot; sot; farfelu; imbécile; bête; dérangé; frénétique; loufoque; dingue; toqué; perturbé; stupide; idiotement; débile; dément; effréné; cinglé; follement; troublé; absurde; sottement; d'une manière imbécile; acharné; assidu; avec application; folle; brumeux
- fou; toqué; handicapé mental; imbécile; aliéné; écervelé
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor madness (Engels) in het Frans
madness:
-
the madness (fun; joyfulness; high jinks; lunacy; joy; merriment; pleasure; hilarity; silliness; folly; mirth; nonsense; joking)
le plaisir; la joie; la belle humeur; la plaisanterie; la folie; la stupidité; la blague; la rigolade; la cocasserie; le bordel; la raillerie; la gaieté; la sottise; la bouffonnerie; la satisfaction; la farce; la bêtise; l'allégresse; la réjouissance; le badinage; le cris d'allégresse -
the madness (foolishness)
-
the madness (mental derangement; insanity; craziness; lunacy; derangement; idiocy; inanity; mental illness)
-
the madness (foolishness; stupidity)
Vertaal Matrix voor madness:
Verwante woorden van "madness":
Synoniemen voor "madness":
Verwante definities voor "madness":
Wiktionary: madness
madness
madness
Cross Translation:
noun
-
état d’une personne affoler.
-
dérangement de l’esprit, accès de folie.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• madness | → folie | ↔ waanzin — het lijden aan een geestesstoornis |
• madness | → déraison; folie | ↔ gekheid — een gebrek aan gezond verstand |
• madness | → démence | ↔ Irrsinn — Psychiatrie, veraltet: ein kranker Geisteszustand, Geistesgestörtheit |
• madness | → folie | ↔ Wahnsinn — Geisteskrankheit, bei der man nicht mehr zurechnungsfähig ist |
mad:
-
mad (furious; upset; annoyed; enraged; raging; fierce; infuriated; irate)
furieux; furieuse; enragé; rageur; en colère; enragée; déchaîné; exaspérée; furieusement; furibond; avec rage; exaspéré; déchaînée-
furieux bijvoeglijk naamwoord
-
furieuse bijvoeglijk naamwoord
-
enragé bijvoeglijk naamwoord
-
rageur bijvoeglijk naamwoord
-
en colère bijvoeglijk naamwoord
-
enragée bijvoeglijk naamwoord
-
déchaîné bijvoeglijk naamwoord
-
exaspérée bijvoeglijk naamwoord
-
furieusement bijvoeglijk naamwoord
-
furibond bijvoeglijk naamwoord
-
avec rage bijvoeglijk naamwoord
-
exaspéré bijvoeglijk naamwoord
-
déchaînée bijvoeglijk naamwoord
-
-
mad (mentally ill; insane; lunatic)
-
mad (daft; crazy; insane; ridiculous; stupid; foolish; silly; odd; idiotic; funny)
fou; farfelu; idiot; imbécile; bête; dérangé; frénétique; loufoque; dingue; toqué; perturbé; sot; stupide; délirant; idiotement; débile; dément; effréné; cinglé; follement; troublé; absurde; sottement; d'une manière imbécile-
fou bijvoeglijk naamwoord
-
farfelu bijvoeglijk naamwoord
-
idiot bijvoeglijk naamwoord
-
imbécile bijvoeglijk naamwoord
-
bête bijvoeglijk naamwoord
-
dérangé bijvoeglijk naamwoord
-
frénétique bijvoeglijk naamwoord
-
loufoque bijvoeglijk naamwoord
-
dingue bijvoeglijk naamwoord
-
toqué bijvoeglijk naamwoord
-
perturbé bijvoeglijk naamwoord
-
sot bijvoeglijk naamwoord
-
stupide bijvoeglijk naamwoord
-
délirant bijvoeglijk naamwoord
-
idiotement bijvoeglijk naamwoord
-
débile bijvoeglijk naamwoord
-
dément bijvoeglijk naamwoord
-
effréné bijvoeglijk naamwoord
-
cinglé bijvoeglijk naamwoord
-
follement bijvoeglijk naamwoord
-
troublé bijvoeglijk naamwoord
-
absurde bijvoeglijk naamwoord
-
sottement bijvoeglijk naamwoord
-
d'une manière imbécile bijvoeglijk naamwoord
-
-
mad (assiduous; sedulous; diligent; furious; industrious)
acharné; assidu; avec application-
acharné bijvoeglijk naamwoord
-
assidu bijvoeglijk naamwoord
-
avec application bijvoeglijk naamwoord
-
-
mad (weird; ridiculous; muzzy; foolish; odd; silly; insane; mixed up; daft; crazy; funny; idiotic; stupid)
idiotement; folle; fou; dingue; toqué; bête; stupide; délirant; frénétique; sottement; absurde; sot; brumeux; idiot-
idiotement bijvoeglijk naamwoord
-
folle bijvoeglijk naamwoord
-
fou bijvoeglijk naamwoord
-
dingue bijvoeglijk naamwoord
-
toqué bijvoeglijk naamwoord
-
bête bijvoeglijk naamwoord
-
stupide bijvoeglijk naamwoord
-
délirant bijvoeglijk naamwoord
-
frénétique bijvoeglijk naamwoord
-
sottement bijvoeglijk naamwoord
-
absurde bijvoeglijk naamwoord
-
sot bijvoeglijk naamwoord
-
brumeux bijvoeglijk naamwoord
-
idiot bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor mad:
Verwante woorden van "mad":
Synoniemen voor "mad":
Verwante definities voor "mad":
Wiktionary: mad
mad
mad
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• mad | → fou; cinglée; cinglé; capotée; capoté; folle; égaré; égarée; épaillé; épaillée; frappé; frappée; gazé; varguée; vargué; sautée; sauté; gazée | ↔ machulle — mundartlich: verrückt |
• mad | → fou | ↔ toll — teilweise veraltet, teilweise regional: einfältig, anmaßend, verrückt, geistesgestört, besessen, schizophren |
• mad | → enragé | ↔ toll — an Tollwut erkrankt, tollwütig |
• mad | → fou | ↔ verrückt — geistig verwirrt |
Computer vertaling door derden: