Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. livestock:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor livestock (Engels) in het Frans

livestock:

livestock [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the livestock (stock; farm animal)
    – any animals kept for use or profit 1

livestock

  1. livestock
    cheptel

Vertaal Matrix voor livestock:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cheptel livestock
- farm animal; stock
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
animal de ferme farm animal; livestock; stock

Synoniemen voor "livestock":


Verwante definities voor "livestock":

  1. any animals kept for use or profit1

Wiktionary: livestock

livestock
noun
  1. farm animals
livestock
noun
  1. ensemble des animaux domestiques d’une exploitation rurale, excepter la volaille.
  2. Ensemble des troupeaux, du bétail d’une propriété rurale, d’un pays.

Cross Translation:
FromToVia
livestock bétail vee — door de mens om economische redenen gehouden dieren
livestock bestiau Vieh — Alle Nutztiere, die in der Landwirtschaft gehalten werden.