Life-Time in het Frans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

lifetime:
- ancienneté; vieillesse; âge; âge d'homme; âge avancé; durée de vie
Lifetime:
- Durée de vie
Wiktionary:
- lifetime → cent sept ans, éternité, vie, durée de vie, vivant
- lifetime → à vie
- lifetime → durée de la vie

Engels

Uitgebreide vertaling voor life-time (Engels) in het Frans

lifetime:

lifetime [the ~] zelfstandig naamwoord

the lifetime (life span; age)
l'ancienneté; la vieillesse; l'âge
- ancienneté [la ~] zelfstandig naamwoord
- vieillesse [la ~] zelfstandig naamwoord
- âge [le ~] zelfstandig naamwoord
the lifetime
l'âge; l'ancienneté; la vieillesse; l'âge d'homme; l'âge avancé
- âge [le ~] zelfstandig naamwoord
- ancienneté [la ~] zelfstandig naamwoord
- vieillesse [la ~] zelfstandig naamwoord
- âge d'homme [le ~] zelfstandig naamwoord
- âge avancé [le ~] zelfstandig naamwoord
the lifetime

– The time period that begins when an object is allocated in memory and ends when the garbage collector deletes the object from memory. ¹
durée de vie
- durée de vie

Vertaal Matrix voor lifetime:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ancienneté	age; life span; lifetime	age; number of years of service; old age; seniority
vieillesse	age; life span; lifetime	age; greyness; old age
âge	age; life span; lifetime	age; old age
âge avancé	lifetime	age; greyness; old age
âge d'homme	lifetime
-	life; life-time; lifespan
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
durée de vie	lifetime	TTL; Time to Live; service life

Verwante woorden van "lifetime":

lifetimes

Synoniemen voor "lifetime":

life; life-time; lifespan; time period; period of time; period

Verwante definities voor "lifetime":

the period during which something is functional (as between birth and death)²
The time period that begins when an object is allocated in memory and ends when the garbage collector deletes the object from memory.¹

Wiktionary: lifetime

lifetime

noun

informal, hyperbolic: a long period of time
- lifetime → cent sept ans; éternité
duration of the life of someone or something
- lifetime → vie; durée de vie

lifetime

noun

période durant laquelle un appareil ou un ustensile, est fonctionnel.
- durée de vie → lifetime; lifespan; life span
Période de la vie
- vivant → lifetime

adverb

pendant tout le temps qu’on a à vivre.
- à vie → lifetime; for life

Cross Translation:

From	To	Via
• lifetime	→ durée de la vie	↔ Lebenszeit — Singular: die Zeit, die ein Lebewesen biologisch aktiv ist

life-time:

Vertaal Matrix voor life-time:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	life; lifespan; lifetime

Synoniemen voor "life-time":

life; lifetime; lifespan; time period; period of time; period

Verwante definities voor "life-time":

the period during which something is functional (as between birth and death)²

Lifetime:

Lifetime [the ~] zelfstandig naamwoord

the Lifetime

– A time-out setting in Web playlists after which clients cannot access the playlist. ¹
Durée de vie
- Durée de vie

Vertaal Matrix voor Lifetime:

Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Durée de vie	Lifetime

Verwante definities voor "Lifetime":

A time-out setting in Web playlists after which clients cannot access the playlist.¹

Verwante vertalingen van life-time

life
time

Remove Ads

Vertaal life-time van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor life-time (Engels) in het Frans

lifetime:

lifetime [the ~] zelfstandig naamwoord

the lifetime (life span; age)

the lifetime

the lifetime

Vertaal Matrix voor lifetime:

Verwante woorden van "lifetime":

Synoniemen voor "lifetime":

Verwante definities voor "lifetime":

Wiktionary: lifetime

life-time:

Vertaal Matrix voor life-time:

Synoniemen voor "life-time":

Verwante definities voor "life-time":

Lifetime:

Lifetime [the ~] zelfstandig naamwoord

the Lifetime

Vertaal Matrix voor Lifetime:

Verwante definities voor "Lifetime":

Verwante vertalingen van life-time