Home ->Woordenboeken ->Engels/Frans ->Vertaal jeering

Vertaal jeering van Engels naar Frans

Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. jeering:
  2. jeer:
  3. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor jeering (Engels) in het Frans

jeering:

jeering [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the jeering (scoffing)
    l'insulte; l'affront; l'injure
    • insulte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • affront [le ~] zelfstandig naamwoord
    • injure [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. the jeering (sneering)
    le ronchonnement
  3. the jeering (scornful laughter; derision)
    la moquerie; la raillerie; le ricanement; le rire moqueur; le rire de dérision
  4. the jeering (scoffing; sneering)
    l'insultes; l'injures; la rouspétance

Vertaal Matrix voor jeering:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affront jeering; scoffing
injure jeering; scoffing hurting; hurting someone's feelings; invective; offending; term of abuse
injures jeering; scoffing; sneering
insulte jeering; scoffing defamation; derision; invective; irony; jeers; joking; mock; mockery; mocking; obloquy; poke fun at; scoffing; scorn; sneering; sneers; taunts; term of abuse; travesty
insultes jeering; scoffing; sneering
moquerie derision; jeering; scornful laughter derision; irony; jeers; joking; mock; mockery; mocking; obloquy; poke fun at; scoffing; scorn; sneering; sneers; taunt; taunts; travesty
raillerie derision; jeering; scornful laughter banter; derision; folly; fun; gallows humour; high jinks; hilarity; idiocy; irony; jeers; joke; joking; joy; joyfulness; little present; little something; lunacy; madness; merriment; mirth; mock; mockery; mocking; nonsense; obloquy; pleasure; poke fun at; prank; present; sarcasm; scoffing; scorn; scornful tone; silliness; sneering; sneers; taunts; travesty
ricanement derision; jeering; scornful laughter cheering; cheers; chortle; chuckle; chuckling; exultation; giggling; grin; grinning; jibe; jubilation; laughter; rejoicing; smiling; smirk; sneer; sneering; snigger; sniggering; tittering
rire de dérision derision; jeering; scornful laughter
rire moqueur derision; jeering; scornful laughter cheering; cheers; exultation; jubilation; rejoicing
ronchonnement jeering; sneering
rouspétance jeering; scoffing; sneering grumbling; lamentation
- jeer; mockery; scoff; scoffing
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- derisive; gibelike; mocking; taunting

Verwante woorden van "jeering":


Synoniemen voor "jeering":


Verwante definities voor "jeering":

  1. abusing vocally; expressing contempt or ridicule1
    • a jeering crowd1
  2. showing your contempt by derision1

jeer:

jeer [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the jeer (gibe; taunt)
    le trait; la flèche; le pique
    • trait [le ~] zelfstandig naamwoord
    • flèche [la ~] zelfstandig naamwoord
    • pique [le ~] zelfstandig naamwoord

to jeer werkwoord (jeers, jeered, jeering)

  1. to jeer (taunt)
    invectiver; injurier
    • invectiver werkwoord (invective, invectives, invectivons, invectivez, )
    • injurier werkwoord (injurie, injuries, injurions, injuriez, )
  2. to jeer (sneer at; jibe)
    bisque bisque rage

Conjugations for jeer:

present
  1. jeer
  2. jeer
  3. jeers
  4. jeer
  5. jeer
  6. jeer
simple past
  1. jeered
  2. jeered
  3. jeered
  4. jeered
  5. jeered
  6. jeered
present perfect
  1. have jeered
  2. have jeered
  3. has jeered
  4. have jeered
  5. have jeered
  6. have jeered
past continuous
  1. was jeering
  2. were jeering
  3. was jeering
  4. were jeering
  5. were jeering
  6. were jeering
future
  1. shall jeer
  2. will jeer
  3. will jeer
  4. shall jeer
  5. will jeer
  6. will jeer
continuous present
  1. am jeering
  2. are jeering
  3. is jeering
  4. are jeering
  5. are jeering
  6. are jeering
subjunctive
  1. be jeered
  2. be jeered
  3. be jeered
  4. be jeered
  5. be jeered
  6. be jeered
diverse
  1. jeer!
  2. let's jeer!
  5. jeered
  6. jeering
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor jeer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flèche gibe; jeer; taunt arrow; crane; dart; hoist; jib; spire
pique gibe; jeer; taunt a dig at somebody; side hit; spades-pattern
trait gibe; jeer; taunt attribute; brush stroke; character; character description; character profile; character trait; characterisation; characteristic; characterization; crease; drag; draught; drink; facial line; feature; first move; furrow; hallmark; line; pen line; penstroke; property; puff; pull; quality; scratch; shark; streak; stripe; stroke; stroke of the pen; swig; trait; wrinkle
- jeering; mockery; scoff; scoffing
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bisque bisque rage jeer; jibe; sneer at
injurier jeer; taunt abuse; ache; aggrieve; bawl; be furious; bruise; call names; call someone names; contuse; curse; damage; go off the deep end; grumble; harm; hurt; injure; jeer at; rage; rant; rave; scoff at; scream; storm; swear; taunt; thunder; to be furious; wound; yell
invectiver jeer; taunt abuse; call names; jeer at; scoff at; taunt
- barrack; flout; gibe; scoff

Verwante woorden van "jeer":


Synoniemen voor "jeer":


Verwante definities voor "jeer":

  1. showing your contempt by derision1
  2. laugh at with contempt and derision1
    • The crowd jeered at the speaker1

Wiktionary: jeer

jeer
verb
  1. to scoff or mock
noun
  1. railing remark or reflection; scoff; taunt; biting jest; flout; jibe; mockery
jeer
Cross Translation:
FromToVia
• jeer → insulter; injurier ↔ beschimpen — met scheldwoorden overladen
• jeer → moquer ↔ verhöhnen — sich über jemanden lustig machen; jemanden verspotten







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0473 seconde
Page rendered in 1.0 seconds