Interval in het Frans vertaald uit het Engels

Engels

Uitgebreide vertaling voor interval (Engels) in het Frans

interval:

interval [the ~] zelfstandig naamwoord

the interval
l'intervalle; l'intermittence
- intervalle [le ~] zelfstandig naamwoord
- intermittence [la ~] zelfstandig naamwoord
the interval
l'intervalle
- intervalle [le ~] zelfstandig naamwoord
the interval (interim; gap)
l'intérim; l'intermittence; la période; l'interligne; le temps; l'intervalle; la pause
- intérim [le ~] zelfstandig naamwoord
- intermittence [la ~] zelfstandig naamwoord
- période [la ~] zelfstandig naamwoord
- interligne [la ~] zelfstandig naamwoord
- temps [le ~] zelfstandig naamwoord
- intervalle [le ~] zelfstandig naamwoord
- pause [la ~] zelfstandig naamwoord
the interval (intermission; break; pause)
la pause; la récréation; la détente; la pause-déjeuner; la pause du midi; l'intervalle; la trêve; le mi-temps; l'intermittence; l'heure du déjeuner; la distraction; l'entracte; le temps mort; le temps d'arrêt
- pause [la ~] zelfstandig naamwoord
- récréation [la ~] zelfstandig naamwoord
- détente [la ~] zelfstandig naamwoord
- pause-déjeuner [la ~] zelfstandig naamwoord
- pause du midi [la ~] zelfstandig naamwoord
- intervalle [le ~] zelfstandig naamwoord
- trêve [la ~] zelfstandig naamwoord
- mi-temps [le ~] zelfstandig naamwoord
- intermittence [la ~] zelfstandig naamwoord
- heure du déjeuner [la ~] zelfstandig naamwoord
- distraction [la ~] zelfstandig naamwoord
- entracte [le ~] zelfstandig naamwoord
- temps mort [le ~] zelfstandig naamwoord
- temps d'arrêt [le ~] zelfstandig naamwoord
the interval (break; rest-break; intermission)
le temps de repos
- temps de repos [le ~] zelfstandig naamwoord
the interval (break; playtime)
la pause; la récréation
- pause [la ~] zelfstandig naamwoord
- récréation [la ~] zelfstandig naamwoord
the interval

– The number of times a cycle should occur for a given instance of the cycle frequency. An interval value of 1 indicates that the cycle should occur for each instance of the cycle frequency. An interval value of 2 indicates that the cycle should occur every second instance of the cycle frequency. ¹
l'intervalle
- intervalle [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor interval:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
distraction	break; intermission; interval; pause	absentmindedness; amusement; distractedness; distraction; diversion; diversionary tactic; entertainment; recreation; red herring; resistance
détente	break; intermission; interval; pause	allaying; appeasement; appeasing; calming; calming down; cock; fading; flagging; pacifying; quieting; recreation; relaxation; relief; resistance; slackening; soothing; steadying; trigger
entracte	break; intermission; interval; pause	break; lunch; lunch break; lunch hour; lunch time; pause; recess; rest-break
heure du déjeuner	break; intermission; interval; pause	break; lunch; lunch break; lunch hour; lunch time; pause; recess; rest-break
interligne	gap; interim; interval	cranny; crevice; fissure; interline; line space; opening; recess; space; spacing
intermittence	break; gap; interim; intermission; interval; pause	break; pause; recess; rest-break
intervalle	break; gap; interim; intermission; interval; pause	break; cranny; crevice; fissure; little while; opening; pause; period of time; recess; rest-break; space; space of time
intérim	gap; interim; interval
mi-temps	break; intermission; interval; pause	break; lunch; lunch break; lunch hour; lunch time
pause	break; gap; interim; intermission; interval; pause; playtime	break; caesura; cranny; crevice; dinnertime; fissure; fracture; incision; intermission; interruption; lunch; lunch break; lunch hour; lunch time; opening; pause; pausing; recess; relaxation; rest-break; space; time for dinner
pause du midi	break; intermission; interval; pause	break; pause; recess; rest-break
pause-déjeuner	break; intermission; interval; pause	break; pause; recess; rest-break
période	gap; interim; interval	age; development stage; epoch; era; little while; period; period of time; phase; space; space of time; stage; term; time
récréation	break; intermission; interval; pause; playtime	break; lunch; lunch break; lunch hour; lunch time; play-hour; playtime
temps	gap; interim; interval	age; development stage; epoch; era; little while; period; period of time; phase; space of time; stage; state of the weather; time; weather situation
temps d'arrêt	break; intermission; interval; pause	break; lunch; lunch break; lunch hour; lunch time
temps de repos	break; intermission; interval; rest-break	rest period
temps mort	break; intermission; interval; pause
trêve	break; intermission; interval; pause	armistice; truce
-	musical interval; separation; time interval
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
interligne		leading; line spacing
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
temps		weather
-	intermission; interval between the acts

Verwante woorden van "interval":

intervals

Synoniemen voor "interval":

time interval; measure; quantity; amount
set
separation; distance
musical interval; musical notation

Verwante definities voor "interval":

the distance between things²
a set containing all points (or all real numbers) between two given endpoints²
the difference in pitch between two notes²
a definite length of time marked off by two instants²
The number of times a cycle should occur for a given instance of the cycle frequency. An interval value of 1 indicates that the cycle should occur for each instance of the cycle frequency. An interval value of 2 indicates that the cycle should occur every second instance of the cycle frequency.¹

Wiktionary: interval

interval

noun

period of time
- interval → intervalle
distance in space
- interval → intervalle

interval

noun

Temps accordé pour faire une chose.
- délai → interval; deadline; delay; extension
Distance d’un lieu à un autre
- intervalle → interval; gap
Période qui sépare un fait d’un autre
- intervalle → interval; interim
Distance d’une note à une autre
- intervalle → interval
période de temps.
- laps → lapse; interval
suspension, interruption momentanée d’une action.
- pause → pause; break; intermission; recess; interlude; lull; respite; interval; rest
privation, cessation de mouvement, d’activité ou d’effort,.
- repos → calmness; composure; peacefulness; stillness; tranquility; deadlock; immobility; inaction; stagnation; repose; rest; break; intermission; pause; recess; interlude; lull; respite; interval; calm; quiet

Cross Translation:

From	To	Via
• interval	→ intervalle	↔ interval — tussenperiode
• interval	→ intervalle	↔ Intervall — Musik: Abstand zwischen der Höhe zweier Ton
• interval	→ distance	↔ Abstand — räumlicher oder zeitlicher Zwischenraum, räumliche Entfernung zwischen zwei Punkten, Zeitabschnitt zwischen zwei Zeitpunkten auch im übertragenen Sinn

Computer vertaling door derden:

Vertaal interval van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor interval (Engels) in het Frans

interval:

interval [the ~] zelfstandig naamwoord

the interval

the interval

the interval (interim; gap)

the interval (intermission; break; pause)

the interval (break; rest-break; intermission)

the interval (break; playtime)

the interval

Vertaal Matrix voor interval:

Verwante woorden van "interval":

Synoniemen voor "interval":

Verwante definities voor "interval":

Wiktionary: interval

Verwante vertalingen van interval