Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor internal (Engels) in het Frans

internal:

internal bijvoeglijk naamwoord

  1. internal
    interne; intérieur; intérieurement; à l'intérieur
  2. internal (domestic)
    intérieur; du pays
  3. internal (inner; inside; interior; inward)
    intérieur; interne; à l'intérieur

internal [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the internal (interior)
    l'intérieur

Vertaal Matrix voor internal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
intérieur interior; internal inner; inner side; inside; interior; middle; nucleus; pivot; psyche; soul; spirit
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- home; inner; interior; intimate; intragroup; national
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- domestic; home; inward
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
du pays domestic; internal aboriginal; autochthonal; domestic; inborn; indigenous; innate; local; native; natural
interne inner; inside; interior; internal; inward inside; intern; inward; on the inside; resident
intérieur domestic; inner; inside; interior; internal; inward inside; inward; local; national; native; on the inside
intérieurement internal inside; on the inside
à l'intérieur inner; inside; interior; internal; inward in here; in it; in there; in this; inside; inward; inwards; on the inside

Verwante woorden van "internal":

  • internals, internally

Synoniemen voor "internal":


Antoniemen van "internal":


Verwante definities voor "internal":

  1. happening or arising or located within some limits or especially surface1
    • internal organs1
    • internal mechanism of a toy1
    • internal party maneuvering1
  2. located inward1
    • an internal sense of rightousness1
  3. inside the country1
    • the nation's internal politics1
  4. occurring within an institution or community1
  5. innermost or essential1
    • the internal contradictions of the theory1

Wiktionary: internal

internal
adjective
  1. -
internal
adjective
  1. anthropo|fr Qui est originaire du pays où il vivre.
  2. didactique|fr médecine|fr Qui est en dedans, qui appartenir au dedans.
  3. Qui est interne, dans le corps.
  4. Qui est au dedans ; qui est relatif au dedans.

Verwante vertalingen van internal