Instinct in het Frans vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

instinct:
- intuition; sentiment; sens inné; sensation; impulsion; penchant; instinct; pulsion; tendance; nez; odorat
Wiktionary:
- instinct → instinct
- instinct → sentiment, intuition, instinct, impulsion

Engels

Uitgebreide vertaling voor instinct (Engels) in het Frans

the instinct (intuition)
l'intuition; le sentiment; le sens inné; la sensation; l'impulsion; le penchant; l'instinct
- intuition [la ~] zelfstandig naamwoord
- sentiment [le ~] zelfstandig naamwoord
- sens inné [le ~] zelfstandig naamwoord
- sensation [la ~] zelfstandig naamwoord
- impulsion [la ~] zelfstandig naamwoord
- penchant [le ~] zelfstandig naamwoord
- instinct [le ~] zelfstandig naamwoord
the instinct (urge; drive; impulse)
l'instinct; la pulsion; la tendance; l'impulsion
- instinct [le ~] zelfstandig naamwoord
- pulsion [la ~] zelfstandig naamwoord
- tendance [la ~] zelfstandig naamwoord
- impulsion [la ~] zelfstandig naamwoord
the instinct (natural drive; natural urge)
l'instinct; le nez; l'odorat
- instinct [le ~] zelfstandig naamwoord
- nez [le ~] zelfstandig naamwoord
- odorat [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
impulsion	drive; impulse; instinct; intuition; urge	blow; boost; buffer; bump; bumper; caprice; craving; drive; impetus; impulse; incentive; incitement; initiative; instigation; jab; momentum; nudge; punch; push; shove; spur; start; stimulant; stimulation; stimulus; thrill; thrust; urging; whim
instinct	drive; impulse; instinct; intuition; natural drive; natural urge; urge	caprice; impulse; whim
intuition	instinct; intuition	feeling; hunch; knack; presentiment; presumption; supposition
nez	instinct; natural drive; natural urge	flair; nose
odorat	instinct; natural drive; natural urge	sense of smell
penchant	instinct; intuition	choice; fancy; frame of mind; humor; humour; inclination; liking; mood; preference; taste; temper; tendency; tenor; trend
pulsion	drive; impulse; instinct; urge
sens inné	instinct; intuition
sensation	instinct; intuition	commotion; compassion; emotion; feeling; perception; sensation; sensory perception; shake up; upheaval
sentiment	instinct; intuition	compassion; emotion; excitement; feeling; passion; perception; sensation; sensory perception; sentiment; touch
tendance	drive; impulse; instinct; urge	drift; fashion; frame of mind; humor; humour; inclination; meaning; mood; orientation on; purport; sense; signification; temper; tendency; tendency toward; tenor; trend
-	inherent aptitude
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	replete

(followed by `with')deeply filled or permeated¹
- words instinct with love¹
inborn pattern of behavior often responsive to specific stimuli¹
- the spawning instinct in salmon¹
- altruistic instincts in social animals¹

instinct

noun

instinct

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• instinct	→ sentiment; intuition	↔ Gefühl — Intuition, die Fähigkeit, bestimmte Dinge ohne viel Nachdenken richtig einzuschätzen
• instinct	→ instinct	↔ Instinkt — Zoologie, Tierpsychologie: Tieren angeborene, nicht gesteuerte Verhaltensweise in bestimmen Situationen
• instinct	→ instinct; impulsion	↔ Trieb — Psychologie/ Psychiatrie: inneres Verlangen; innerer Antrieb, die eigenen Bedürfnisse zu befriedigen

Computer vertaling door derden: