Injury in het Frans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

injury:
- blessure; plaie; lésion; traumatisme; préjudice; tort; trauma; dégât; dommage; détérioration; endommagement; dégradation; défaite; détriment; perte; avarie; désavantage; offense
Wiktionary:
- injury → blessure, affront, injure, préjudice
- injury → dommage, tort, blessure

Engels

Uitgebreide vertaling voor injury (Engels) in het Frans

injury:

injury [the ~] zelfstandig naamwoord

the injury
la blessure; la plaie; la lésion; le traumatisme
- blessure [la ~] zelfstandig naamwoord
- plaie [la ~] zelfstandig naamwoord
- lésion [la ~] zelfstandig naamwoord
- traumatisme [le ~] zelfstandig naamwoord
the injury
le préjudice; le tort
- préjudice [le ~] zelfstandig naamwoord
- tort [le ~] zelfstandig naamwoord
the injury (wound; hurt)
la plaie; la blessure; la lésion; le trauma; le traumatisme
- plaie [la ~] zelfstandig naamwoord
- blessure [la ~] zelfstandig naamwoord
- lésion [la ~] zelfstandig naamwoord
- trauma [le ~] zelfstandig naamwoord
- traumatisme [le ~] zelfstandig naamwoord
the injury (damage; loss; harm; harming)
le dégât; le dommage; la détérioration; l'endommagement; la dégradation; la défaite; le détriment
- dégât [le ~] zelfstandig naamwoord
- dommage [le ~] zelfstandig naamwoord
- détérioration [la ~] zelfstandig naamwoord
- endommagement [le ~] zelfstandig naamwoord
- dégradation [la ~] zelfstandig naamwoord
- défaite [la ~] zelfstandig naamwoord
- détriment [le ~] zelfstandig naamwoord
the injury (damage; detriment; loss; harm; harming)
le dégât; la perte; le dommage; l'endommagement; l'avarie; le tort; le détriment; le désavantage
- dégât [le ~] zelfstandig naamwoord
- perte [la ~] zelfstandig naamwoord
- dommage [le ~] zelfstandig naamwoord
- endommagement [le ~] zelfstandig naamwoord
- avarie [la ~] zelfstandig naamwoord
- tort [le ~] zelfstandig naamwoord
- détriment [le ~] zelfstandig naamwoord
- désavantage [le ~] zelfstandig naamwoord
the injury (hurt; offence; offense)
l'offense
- offense [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor injury:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avarie	damage; detriment; harm; harming; injury; loss	bereavement; contra; damage; demerit; disadvantage; loss; machine defect; suffering
blessure	hurt; injury; wound	aching; affecting; being bruised; bruise; bruising; bump; damaging; harming; hurting; hurting someone's feelings; injuring; lump; offending; pain; sore; swelling; wounding
dommage	damage; detriment; harm; harming; injury; loss	a pity; affecting; bereavement; contra; damage; damaging; demerit; desecration; disadvantage; harming; injuring; loss; machine defect; mutilation; suffering; the harming of
défaite	damage; harm; harming; injury; loss	bereavement; contra; defeat; demerit; disadvantage; let down; loss; suffering
dégradation	damage; harm; harming; injury; loss	aggravation; change for the worse; decadence; decay; decline; degradation; degrading; demotion; depravation; deterioration; disrating; downgrading; putrefaction; rotting; worsening
dégât	damage; detriment; harm; harming; injury; loss	bereavement; contra; demerit; disadvantage; loss; suffering
désavantage	damage; detriment; harm; harming; injury; loss
détriment	damage; detriment; harm; harming; injury; loss	damage; defeat; disadvantage; let down; loss
détérioration	damage; harm; harming; injury; loss	affecting; aggravation; change for the worse; coarsening; damaging; decay; degeneracy; degeneration; depravation; deterioration; harming; injuring; putrefaction; rotting; worsening
endommagement	damage; detriment; harm; harming; injury; loss	affecting; damaging; desecration; harming; injuring; mutilation; the harming of
lésion	hurt; injury; wound	blotch; bruise; cartilage trouble; contusion; flesh-wound; pimple; swelling; swollen spot; torn cartilage; zit
offense	hurt; injury; offence; offense
perte	damage; detriment; harm; harming; injury; loss	bereavement; contra; defeat; demerit; destruction; disadvantage; let down; loss; suffering
plaie	hurt; injury; wound	crime; flesh-wound; terror
préjudice	injury
tort	damage; detriment; harm; harming; injury; loss	defeat; discrimination; iniquity; injustice; let down; wrong
trauma	hurt; injury; wound
traumatisme	hurt; injury; wound	bruise; bump; lump; swelling; trauma
-	accidental injury; combat injury; harm; hurt; trauma; wound
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	damage
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dommage		a pity; a shame; shame; sin; too bad

Synoniemen voor "injury":

hurt; harm; trauma; ill health; unhealthiness; health problem
accidental injury; accident
wound; combat injury; personnel casualty; loss
wrongdoing; wrongful conduct; misconduct; actus reus

Verwante definities voor "injury":

wrongdoing that violates another's rights and is unjustly inflicted¹
an act that causes someone or something to receive physical damage¹
an accident that results in physical damage or hurt¹
a casualty to military personnel resulting from combat¹
any physical damage to the body caused by violence or accident or fracture etc.¹

Wiktionary: injury

injury

noun

damage or violation
- injury → blessure

injury

noun

outrage fait en face, soit en paroles, être en action.
- affront → affront; injury; insult; offence; abuse; curse
plaie ou fracture produire par un coup ou un choc. — note On le dit plus communément des coups qui entament la chair.
- blessure → injury; wound; lesion
archaïque|fr injustice.
- injure → insult; affront; injury; offense; offence
tort ; dommage.
- préjudice → harm; damage; detriment; disadvantage; hurt; injury; loss; defect; flaw; impairment; imperfection

Cross Translation:

From	To	Via
• injury	→ dommage	↔ Schaden — Rechtswesen: ein durch ein Ereignis oder einen Umstand verursachte Beeinträchtigung eines Gutes oder eine Wertminderung des ursprünglichen Zustandes einer Sache
• injury	→ tort	↔ Abbruch — ein Schaden, Beeinträchtigung
• injury	→ blessure	↔ blessure — een verwonding die men door sportbeoefening heeft gekregen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van injury

Remove Ads

Vertaal injury van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor injury (Engels) in het Frans

injury:

injury [the ~] zelfstandig naamwoord

the injury

the injury

the injury (wound; hurt)

the injury (damage; loss; harm; harming)

the injury (damage; detriment; loss; harm; harming)

the injury (hurt; offence; offense)

Vertaal Matrix voor injury:

Synoniemen voor "injury":

Verwante definities voor "injury":

Wiktionary: injury

Verwante vertalingen van injury