Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- industrious:
-
Wiktionary:
- industrious → diligent, industrieux, assidu, laborieux
- industrious → actif, assidu, appliqué, appliquée, studieux, assidue, travailleuse, travailleur, studieuse
Engels
Uitgebreide vertaling voor industrious (Engels) in het Frans
industrious:
-
industrious (arduous; zealous)
-
industrious (busy; active; humming; operative; busily; hard-working; actively; working; industriously)
occupé; agissant; active; actif; travailleur; diligent; animé; activement; affairé; diligemment-
occupé bijvoeglijk naamwoord
-
agissant bijvoeglijk naamwoord
-
active bijvoeglijk naamwoord
-
actif bijvoeglijk naamwoord
-
travailleur bijvoeglijk naamwoord
-
diligent bijvoeglijk naamwoord
-
animé bijvoeglijk naamwoord
-
activement bijvoeglijk naamwoord
-
affairé bijvoeglijk naamwoord
-
diligemment bijvoeglijk naamwoord
-
-
industrious (active; operative; working; laborious; actively; at work; hard-working; industriously)
actif; travaillant; travailleur; labourieusement; activement-
actif bijvoeglijk naamwoord
-
travaillant bijvoeglijk naamwoord
-
travailleur bijvoeglijk naamwoord
-
labourieusement bijvoeglijk naamwoord
-
activement bijvoeglijk naamwoord
-
-
industrious (active; hard-working)
active; actif; diligent; diligemment; laborieux; activement; laborieuse; laborieusement-
active bijvoeglijk naamwoord
-
actif bijvoeglijk naamwoord
-
diligent bijvoeglijk naamwoord
-
diligemment bijvoeglijk naamwoord
-
laborieux bijvoeglijk naamwoord
-
activement bijvoeglijk naamwoord
-
laborieuse bijvoeglijk naamwoord
-
laborieusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
industrious (assiduous; sedulous; diligent; furious; mad)
acharné; assidu; avec application-
acharné bijvoeglijk naamwoord
-
assidu bijvoeglijk naamwoord
-
avec application bijvoeglijk naamwoord
-
-
industrious (indefatigable; zealous; tireless; diligent; assiduous; practised; ardent; practiced)
assidu; infatigable; bûcheur; avec zèle; laborieux; zélé; avec application-
assidu bijvoeglijk naamwoord
-
infatigable bijvoeglijk naamwoord
-
bûcheur bijvoeglijk naamwoord
-
avec zèle bijvoeglijk naamwoord
-
laborieux bijvoeglijk naamwoord
-
zélé bijvoeglijk naamwoord
-
avec application bijvoeglijk naamwoord
-
-
industrious (diligent; laborious; hard working)
travailleur; laborieux; actif-
travailleur bijvoeglijk naamwoord
-
laborieux bijvoeglijk naamwoord
-
actif bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor industrious:
Verwante woorden van "industrious":
Synoniemen voor "industrious":
Verwante definities voor "industrious":
Wiktionary: industrious
industrious
Cross Translation:
adjective
industrious
-
hard-working and persistent
- industrious → diligent; industrieux
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• industrious | → actif | ↔ bedrijvig — tot hard werken geneigd |
• industrious | → assidu | ↔ eifrig — strebsam, fleißig |
• industrious | → appliqué; assidu; appliquée; studieux; assidue; travailleuse; travailleur; studieuse | ↔ fleißig — unermüdlich, arbeitsam, strebsam |
Computer vertaling door derden: