Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor guests (Engels) in het Frans

guests:

guests [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the guests
    l'invités

Vertaal Matrix voor guests:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
invités guests

Verwante woorden van "guests":


guest:

guest [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the guest
    le visiteur; l'invité; l'invitée
  2. the guest
    l'invité
    • invité [le ~] zelfstandig naamwoord
  3. the guest (guest for the night; overnight guest; night guest)
    l'hôte; le visiteur; l'invité
    • hôte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • visiteur [le ~] zelfstandig naamwoord
    • invité [le ~] zelfstandig naamwoord
  4. the guest
    – A user who does not have a user account or who does not provide a password. 1
    l'invité
    • invité [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor guest:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hôte guest; guest for the night; night guest; overnight guest boarder; dinner guests; host; lodger; virtual machine host
invité guest; guest for the night; night guest; overnight guest invitee
invitée guest
visiteur guest; guest for the night; night guest; overnight guest
- client; invitee; node
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
invité Invited
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
invité invited

Verwante woorden van "guest":


Synoniemen voor "guest":


Verwante definities voor "guest":

  1. (computer science) any computer that is hooked up to a computer network2
  2. a visitor to whom hospitality is extended2
  3. a customer of a hotel or restaurant etc.2
  4. A common name for a login account that can be accessed without a password. BBSs and service providers often maintain such an account so that prospective subscribers can sample the services offered.1
  5. A user who does not have a user account or who does not provide a password.1

Wiktionary: guest

guest
noun
  1. recipient of hospitality
guest
noun
  1. Personne qui se trouver à un repas avec d’autres.
  2. Celui, celle à qui on donne l’hospitalité.
  3. Personne invitée.

Cross Translation:
FromToVia
guest visiteur Besuch — Person oder Personen, die [1] tätigen
guest hôte; invitée; invité; consommateur; consommatrice; pensionnaire; convive; visiteur; voyageur; visiteuse; voyageuse Gast — Person, die unentgeltlich oder gegen Entgelt beherbergen, bewirten oder befördern wirdWikipedia|Gast
guest hôte gast — wie ergens ontvangen, verwelkomd of op een bijzondere wijze behandeld wordt

Verwante vertalingen van guests