Gambler in het Frans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

gambler:
- joueur; joueur de dés; joueuse; spéculateur; joueuse de dés
gamble:
- risque; coup d'audace; loterie; tirage au sort
- parier; prendre le risque; jouer; spéculer; faire des spéculations; faire des affaires risquées
Wiktionary:
- gambler → parieur, joueur
- gambler → joueuer, flambeur, boursicoteur, flambeuse, boursicoteuse
- gamble → parier
- gamble → pari, jeu de hasard, gambling
- gamble → parier, jeu de hasard, flamber, boursicoter, mettre en jeu, placer

Engels

Uitgebreide vertaling voor gambler (Engels) in het Frans

gambler:

gambler [the ~] zelfstandig naamwoord

the gambler (speculator; dicer)
le joueur; le joueur de dés; la joueuse; le spéculateur
- joueur [le ~] zelfstandig naamwoord
- joueur de dés [le ~] zelfstandig naamwoord
- joueuse [la ~] zelfstandig naamwoord
- spéculateur [le ~] zelfstandig naamwoord
the gambler (dicer)
le joueur; le joueur de dés
- joueur [le ~] zelfstandig naamwoord
- joueur de dés [le ~] zelfstandig naamwoord
the gambler (dicer)
la joueuse; le joueuse de dés
- joueuse [la ~] zelfstandig naamwoord
- joueuse de dés [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor gambler:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
joueur	dicer; gambler; speculator	speculator
joueur de dés	dicer; gambler; speculator
joueuse	dicer; gambler; speculator	speculator
joueuse de dés	dicer; gambler
spéculateur	dicer; gambler; speculator	speculator
-	risk taker
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	adventurer
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
joueur		carefree; careless; easy; frisky; light-spirited; lighthearted; unconcerned

Verwante woorden van "gambler":

gamblers

Synoniemen voor "gambler":

person; individual; someone; somebody; mortal; soul
risk taker; adventurer; venturer

Verwante definities voor "gambler":

a person who wagers money on the outcome of games or sporting events¹
someone who risks loss or injury in the hope of gain or excitement¹

Wiktionary: gambler

gambler

noun

one who plays at a game of chance, who gambles
- gambler → parieur; joueur

Cross Translation:

From	To	Via
• gambler	→ joueuer	↔ Hasardeur — jemand, der leichtsinnig ein hohes Risiko eingehen
• gambler	→ flambeur	↔ Zocker — umgangssprachlich: (gewerbsmäßiger) Betreiber von Glücksspielen
• gambler	→ boursicoteur	↔ Zocker — umgangssprachlich: jemand, der (vor allem bei Glücksspielen) risikofreudig agiert
• gambler	→ flambeur	↔ Zocker — umgangssprachlich: Betreiber eines verbotenen Glücksspiels
• gambler	→ flambeuse	↔ Zockerin — umgangssprachlich: (gewerbsmäßige) Betreiberin von Glücksspielen
• gambler	→ flambeuse	↔ Zockerin — umgangssprachlich: Betreiberin eines verbotenen Glücksspiels
• gambler	→ boursicoteuse	↔ Zockerin — umgangssprachlich: jemand, die (vor allem bei Glücksspielen) risikofreudig agiert

gambler vorm van gamble:

gamble [the ~] zelfstandig naamwoord

the gamble (risky enterprise; venture; risky venture; hazardous business; risky undertaking; beezer; shot; hazardous undertaking; wager; bold venture)
le risque; le coup d'audace
- risque [le ~] zelfstandig naamwoord
- coup d'audace [le ~] zelfstandig naamwoord
the gamble (lottery; raffle; redemption drawing)
la loterie; le tirage au sort
- loterie [la ~] zelfstandig naamwoord
- tirage au sort [le ~] zelfstandig naamwoord

to gamble werkwoord (gambles, gambled, gambling)

to gamble (take a risk; bet; take a chance)
parier; prendre le risque; jouer; spéculer; faire des spéculations
- parier werkwoord (parie, paries, parions, pariez, parient, pariais, pariait, pariions, pariiez, pariaient, pariai, parias, paria, pariâmes, pariâtes, parièrent, parierai, parieras, pariera, parierons, parierez, parieront)
- prendre le risque werkwoord
- jouer werkwoord (joue, joues, jouons, jouez, jouent, jouais, jouait, jouions, jouiez, jouaient, jouai, jouas, joua, jouâmes, jouâtes, jouèrent, jouerai, joueras, jouera, jouerons, jouerez, joueront)
- spéculer werkwoord (spécule, spécules, spéculons, spéculez, spéculent, spéculais, spéculait, spéculions, spéculiez, spéculaient, spéculai, spéculas, spécula, spéculâmes, spéculâtes, spéculèrent, spéculerai, spéculeras, spéculera, spéculerons, spéculerez, spéculeront)
- faire des spéculations werkwoord
to gamble (do risky business; venture; speculate; take a chance; take a risk)
faire des affaires risquées
- faire des affaires risquées werkwoord

Conjugations for gamble:

present

gamble
gamble
gambles
gamble
gamble
gamble

simple past

gambled
gambled
gambled
gambled
gambled
gambled

present perfect

have gambled
have gambled
has gambled
have gambled
have gambled
have gambled

past continuous

was gambling
were gambling
was gambling
were gambling
were gambling
were gambling

future

shall gamble
will gamble
will gamble
shall gamble
will gamble
will gamble

continuous present

am gambling
are gambling
is gambling
are gambling
are gambling
are gambling

subjunctive

be gambled
be gambled
be gambled
be gambled
be gambled
be gambled

diverse

gamble!
let's gamble!
gambled
gambling

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor gamble:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
coup d'audace	beezer; bold venture; gamble; hazardous business; hazardous undertaking; risky enterprise; risky undertaking; risky venture; shot; venture; wager
loterie	gamble; lottery; raffle; redemption drawing	lottery; raffle
risque	beezer; bold venture; gamble; hazardous business; hazardous undertaking; risky enterprise; risky undertaking; risky venture; shot; venture; wager	danger; disaster; risk; threat; trouble
tirage au sort	gamble; lottery; raffle; redemption drawing	draw
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
faire des affaires risquées	do risky business; gamble; speculate; take a chance; take a risk; venture
faire des spéculations	bet; gamble; take a chance; take a risk	bet with shares; conjecture; speculate
jouer	bet; gamble; take a chance; take a risk	act; act a part; bet with shares; conjecture; dramatise; dramatize; impersonate; perform; play; play the role of; play up; play up in a cardgame; play-act; plonk; pluck strings; pretend; speculate; strike up
parier	bet; gamble; take a chance; take a risk	bet; bet on; wager
prendre le risque	bet; gamble; take a chance; take a risk
spéculer	bet; gamble; take a chance; take a risk	bet with shares; conjecture; estimate; guess; presume; speculate; suppose; surmise
-	adventure; chance; hazard; risk; run a risk; take a chance; take chances

Verwante woorden van "gamble":

gambling, gambles

Synoniemen voor "gamble":

speculation; venture
risk; peril; danger
chance; risk; hazard; take chances; adventure; run a risk; take a chance; try; seek; attempt; essay; assay
play

Verwante definities voor "gamble":

a risky act or venture¹
money that is risked for possible monetary gain¹
play games for money¹
take a risk in the hope of a favorable outcome¹
- When you buy these stocks you are gambling¹

Wiktionary: gamble

gamble

verb

to take a risk, with the potential of a positive outcome
- gamble → parier

noun

a risk undertaken with a potential gain
- gamble → pari; jeu de hasard

gamble

noun

(term, Tournois de bridge) ouverture à 3SA (trois sans atout) en espérant que l’adversaire ne trouve pas l’entame.
- gambling → gamble
jeu complètement ou partiellement basé sur la chance, et non seulement sur les compétences d’un joueur.
- jeu de hasard → gamble; game of chance

Cross Translation:

From	To	Via
• gamble	→ parier	↔ gokken — iets van waarde, veelal geld, inzetten op de mogelijke uitkomst van iets onzekers
• gamble	→ parier	↔ wedden — geld wagen op een toekomstige gebeurtenis
• gamble	→ jeu de hasard	↔ Glücksspiel — Spiel, bei dem Gewinnen und Verlieren hauptsächlich vom Glück abhängt
• gamble	→ flamber	↔ zocken — umgangssprachlich; auch im übertragenen Sinne: Glücksspiele oder riskante Börsengeschäfte betreiben
• gamble	→ boursicoter; mettre en jeu; placer	↔ zocken — salopp: (vor allem bei Glücksspielen) risikofreudig agieren

Remove Ads

Vertaal gambler van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor gambler (Engels) in het Frans

gambler:

gambler [the ~] zelfstandig naamwoord

the gambler (speculator; dicer)

the gambler (dicer)

the gambler (dicer)

Vertaal Matrix voor gambler:

Verwante woorden van "gambler":

Synoniemen voor "gambler":

Verwante definities voor "gambler":

Wiktionary: gambler

gambler vorm van gamble:

gamble [the ~] zelfstandig naamwoord

the gamble (risky enterprise; venture; risky venture; hazardous business; risky undertaking; beezer; shot; hazardous undertaking; wager; bold venture)

the gamble (lottery; raffle; redemption drawing)

to gamble werkwoord (gambles, gambled, gambling)

to gamble (take a risk; bet; take a chance)

to gamble (do risky business; venture; speculate; take a chance; take a risk)

Conjugations for gamble:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

Vertaal Matrix voor gamble:

Verwante woorden van "gamble":

Synoniemen voor "gamble":

Verwante definities voor "gamble":

Wiktionary: gamble