Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- firms:
-
firm:
- entreprise; société; compagnie; association; affaire; entreprise commerciale; firme; exploitation; maison de commerce
- solide; résistant; stable; ferme; vigoureux; fort; costaud; robuste; fermement; inébranlable; solidement; agissant; résolu; intrépide; sûr; hardi; crâne; efficace; décidé; brave; expéditif; de façon décidée; résolument; tenace; tenacement; déterminé; avec fermeté; de façon déterminée
-
Wiktionary:
- firm → définitif, ferme, robuste, solide
- firm → entreprise, firme
- firm → ferme, résolu, établissement, firme, société en nom collectif, décidé, arrêté
Engels
Uitgebreide vertaling voor firms (Engels) in het Frans
firms:
-
the firms (businesses; companies; enterprises)
Vertaal Matrix voor firms:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bureaux | businesses; companies; enterprises; firms | agencies; bureaus; desks; institutes; institutions; office; office block; offices; secretariats; services; studies; worktables; writing-tables |
entreprises | businesses; companies; enterprises; firms | |
pupitres | businesses; companies; enterprises; firms | bureaus; desks; worktables; writing-tables |
tables de travail | businesses; companies; enterprises; firms | bureaus; desks; worktables; writing-tables |
Verwante woorden van "firms":
firms vorm van firm:
-
the firm (company; business; enterprise; industry; concern; shop)
-
the firm (trading partnership; corporation; company; venture; cooperation; partnership; enterprise; business; house; concern)
– the members of a business organization that owns or operates one or more establishments 1 -
the firm (business firm; trading house; trading firm; commercial firm)
-
firm (staunch)
-
firm (standing-on; stiff; staunch)
ferme; vigoureux; fort; costaud; robuste; fermement; solide; stable; inébranlable; solidement-
ferme bijvoeglijk naamwoord
-
vigoureux bijvoeglijk naamwoord
-
fort bijvoeglijk naamwoord
-
costaud bijvoeglijk naamwoord
-
robuste bijvoeglijk naamwoord
-
fermement bijvoeglijk naamwoord
-
solide bijvoeglijk naamwoord
-
stable bijvoeglijk naamwoord
-
inébranlable bijvoeglijk naamwoord
-
solidement bijvoeglijk naamwoord
-
-
firm (solid; substantial; stable; stout)
-
firm (resolute; brisk; courageous; bold)
agissant; ferme; résolu; intrépide; sûr; hardi; crâne; efficace; décidé; brave; expéditif; de façon décidée-
agissant bijvoeglijk naamwoord
-
ferme bijvoeglijk naamwoord
-
résolu bijvoeglijk naamwoord
-
intrépide bijvoeglijk naamwoord
-
sûr bijvoeglijk naamwoord
-
hardi bijvoeglijk naamwoord
-
crâne bijvoeglijk naamwoord
-
efficace bijvoeglijk naamwoord
-
décidé bijvoeglijk naamwoord
-
brave bijvoeglijk naamwoord
-
expéditif bijvoeglijk naamwoord
-
de façon décidée bijvoeglijk naamwoord
-
-
firm (resolute; decisive; unshakable)
ferme; solide; décidé; résolument; inébranlable; tenace; résolu; solidement; tenacement-
ferme bijvoeglijk naamwoord
-
solide bijvoeglijk naamwoord
-
décidé bijvoeglijk naamwoord
-
résolument bijvoeglijk naamwoord
-
inébranlable bijvoeglijk naamwoord
-
tenace bijvoeglijk naamwoord
-
résolu bijvoeglijk naamwoord
-
solidement bijvoeglijk naamwoord
-
tenacement bijvoeglijk naamwoord
-
-
firm (unflinching; determined; resolute)
déterminé; décidé; résolu; fermement; résolument; avec fermeté; ferme; de façon déterminée-
déterminé bijvoeglijk naamwoord
-
décidé bijvoeglijk naamwoord
-
résolu bijvoeglijk naamwoord
-
fermement bijvoeglijk naamwoord
-
résolument bijvoeglijk naamwoord
-
avec fermeté bijvoeglijk naamwoord
-
ferme bijvoeglijk naamwoord
-
de façon déterminée bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor firm:
Verwante woorden van "firm":
Synoniemen voor "firm":
Verwante definities voor "firm":
Wiktionary: firm
firm
Cross Translation:
adjective
-
Qui régler, fixer de manière qu’on n’y devoir plus revenir.
-
Qui a de la consistance, de la dureté.
-
Défendre son sentiment, être immuable dans sa résolution.
- ferme → firm; resolute; determined; steadfast
-
Qui est fort, vigoureux, résistant.
-
physique|fr Qui a de la consistance.
-
Unité économique autonome.
-
Grosse entreprise commerciale, qui possède des filiales ou des succursales.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• firm | → ferme; résolu | ↔ kordaat — vastbesloten, vastberaden |
• firm | → établissement; firme | ↔ firma — een zaak of bedrijf |
• firm | → société en nom collectif | ↔ firma — een handelsvennootschap waarbij de vennoten hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk zijn |
• firm | → ferme | ↔ ferm — krachtig, kracht tonend |
• firm | → firme | ↔ Firma — deutsches Privatrecht: der Name, unter dem ein Kaufmann seine Geschäfte betreibt und die Unterschrift abgibt, unter dem er außerdem klagen und verklagen werden kann (Ref-dejure|§|17|HGB) |
• firm | → décidé | ↔ dezidiert — von Entscheidungen, Anweisungen, Meinungen, Forderungen: auf eindeutige und bestimmte Weise |
• firm | → arrêté | ↔ fest — übertragen: unveränderbar, unverrückbar, unabänderbar |
• firm | → ferme | ↔ fest — übertragen: sicher, gebunden, stabil, auf solider Grundlage |