Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- finally:
-
final:
- définitif; définitivement; permanent; fixe; irrévocable; pour toujours; pour de bon; établi; certain; finalement; en fin de compte; enfin; ultime; décisif; final; dernière; dernier; terminal; déterminant; prépondérant; décisivement; concluant; absolument; inconditionnellement; absolu; sûr; certainement; pertinent; incontestable; incontestablement; inconditionnel; catégorique; sans réserve; indubitable; ferme; sans doute; formel; formellement; catégoriquement; sans conditions; complètement; décidé; indéniable; assurément; pertinemment; sans aucun doute; positivement; d'une façon décidée
- finale; fin; bout
-
Wiktionary:
- finally → définitivement, enfin
- finally → enfin, finalement
- final → final, ultime, dernier, définitif
- final → finale
- final → finale
Engels
Uitgebreide vertaling voor finally (Engels) in het Frans
finally:
-
finally (ultimately; at last; final; eventually)
– after an unspecified period of time or an especially long delay 1finalement; en fin de compte; enfin-
finalement bijvoeglijk naamwoord
-
en fin de compte bijvoeglijk naamwoord
-
enfin bijvoeglijk naamwoord
-
-
finally (ultimately; at last)
finalement; enfin; en fin de compte-
finalement bijvoeglijk naamwoord
-
enfin bijvoeglijk naamwoord
-
en fin de compte bijvoeglijk naamwoord
-
-
finally (at last; ultimately)
en dernier lieu; à la fin; finalement; enfin; en fin de compte; en conclusion; au bout du compte; final; en somme-
en dernier lieu bijvoeglijk naamwoord
-
à la fin bijvoeglijk naamwoord
-
finalement bijvoeglijk naamwoord
-
enfin bijvoeglijk naamwoord
-
en fin de compte bijvoeglijk naamwoord
-
en conclusion bijvoeglijk naamwoord
-
au bout du compte bijvoeglijk naamwoord
-
final bijvoeglijk naamwoord
-
en somme bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor finally:
Verwante woorden van "finally":
Synoniemen voor "finally":
Verwante definities voor "finally":
Wiktionary: finally
finally
Cross Translation:
adverb
finally
-
definitively
- finally → définitivement
-
lastly
- finally → enfin
-
ultimately
- finally → enfin
-
(1)
-
(2)
-
(3)
-
Pour en finir, en dernier résultat, en dernier lieu.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• finally | → finalement | ↔ eindelijk — na een (te) lange tijd. |
• finally | → finalement | ↔ endlich — mit Nachdruck: doch noch |
final:
-
final (definite; established)
définitif; définitivement; permanent; fixe; irrévocable; pour toujours; pour de bon; établi; certain-
définitif bijvoeglijk naamwoord
-
définitivement bijvoeglijk naamwoord
-
permanent bijvoeglijk naamwoord
-
fixe bijvoeglijk naamwoord
-
irrévocable bijvoeglijk naamwoord
-
pour toujours bijvoeglijk naamwoord
-
pour de bon bijvoeglijk naamwoord
-
établi bijvoeglijk naamwoord
-
certain bijvoeglijk naamwoord
-
-
final (finally; ultimately; at last; eventually)
finalement; en fin de compte; enfin-
finalement bijvoeglijk naamwoord
-
en fin de compte bijvoeglijk naamwoord
-
enfin bijvoeglijk naamwoord
-
-
final (irrevocable)
définitif; irrévocable; ultime; décisif; final-
définitif bijvoeglijk naamwoord
-
irrévocable bijvoeglijk naamwoord
-
ultime bijvoeglijk naamwoord
-
décisif bijvoeglijk naamwoord
-
final bijvoeglijk naamwoord
-
-
final (forever; definitely; permanently; once and for all)
pour toujours; définitivement; pour de bon-
pour toujours bijvoeglijk naamwoord
-
définitivement bijvoeglijk naamwoord
-
pour de bon bijvoeglijk naamwoord
-
-
final (hindmost; last; closing)
-
final
-
final (decisive; paramount; crucial; critical; vital)
déterminant; décisif; prépondérant; décisivement; concluant-
déterminant bijvoeglijk naamwoord
-
décisif bijvoeglijk naamwoord
-
prépondérant bijvoeglijk naamwoord
-
décisivement bijvoeglijk naamwoord
-
concluant bijvoeglijk naamwoord
-
-
final (unconditional; definitely; absolutely; indisputable; certain; absolute; certainly; undoubted; sure; positive)
absolument; inconditionnellement; absolu; sûr; certainement; pertinent; incontestable; incontestablement; certain; inconditionnel; catégorique; sans réserve; indubitable; ferme; final; sans doute; formel; formellement; catégoriquement; sans conditions; complètement; décidé; indéniable; assurément; pertinemment; sans aucun doute; positivement; d'une façon décidée-
absolument bijvoeglijk naamwoord
-
inconditionnellement bijvoeglijk naamwoord
-
absolu bijvoeglijk naamwoord
-
sûr bijvoeglijk naamwoord
-
certainement bijvoeglijk naamwoord
-
pertinent bijvoeglijk naamwoord
-
incontestable bijvoeglijk naamwoord
-
incontestablement bijvoeglijk naamwoord
-
certain bijvoeglijk naamwoord
-
inconditionnel bijvoeglijk naamwoord
-
catégorique bijvoeglijk naamwoord
-
sans réserve bijvoeglijk naamwoord
-
indubitable bijvoeglijk naamwoord
-
ferme bijvoeglijk naamwoord
-
final bijvoeglijk naamwoord
-
sans doute bijvoeglijk naamwoord
-
formel bijvoeglijk naamwoord
-
formellement bijvoeglijk naamwoord
-
catégoriquement bijvoeglijk naamwoord
-
sans conditions bijvoeglijk naamwoord
-
complètement bijvoeglijk naamwoord
-
décidé bijvoeglijk naamwoord
-
indéniable bijvoeglijk naamwoord
-
assurément bijvoeglijk naamwoord
-
pertinemment bijvoeglijk naamwoord
-
sans aucun doute bijvoeglijk naamwoord
-
positivement bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon décidée bijvoeglijk naamwoord
-
-
the final
-
the final (end)