Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- fierceness:
-
fierce:
- intensément; vif; fortement; fort; véhément; intense; vivement; vive; violemment; violent; intensif; intensivement; vigoureusement; énergiquement; vigoureux; énergique; furieux; enragé; agressif; virulent; en colère; férocement; furieusement; passionné; passionnément; brûlant; ardemment; fougueux; enflammé; ardent; avec ferveur; fougueusement; brut; fervent; impétueux; incontrôlé; cru; emporté; débordant de vie; âpre; aigre; ulcéré; irrité; âcre; aigri; aigrement; âprement; fou de rage; fâché contre; irrité contre; furieuse; rageur; enragée; déchaîné; exaspérée; furibond; avec rage; exaspéré; déchaînée; sauvage
-
Wiktionary:
- fierceness → acharnement
- fierceness → violence, sauvagerie
- fierce → féroce
- fierce → cruel, atroce, furieux
Engels
Uitgebreide vertaling voor fierceness (Engels) in het Frans
fierceness:
Vertaal Matrix voor fierceness:
Verwante woorden van "fierceness":
Synoniemen voor "fierceness":
Verwante definities voor "fierceness":
Wiktionary: fierceness
fierceness
Cross Translation:
noun
-
state of being fierce
- fierceness → acharnement
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fierceness | → violence; sauvagerie | ↔ Wildheit — ein Verhalten, das andere Lebewesen (Menschen) tötet oder verletzt |
fierceness vorm van fierce:
-
fierce (violent; intense; severe; strong)
-
fierce (intense; ardent; passionate; violent; heated)
vif; vive; véhément; violemment; violent-
vif bijvoeglijk naamwoord
-
vive bijvoeglijk naamwoord
-
véhément bijvoeglijk naamwoord
-
violemment bijvoeglijk naamwoord
-
violent bijvoeglijk naamwoord
-
-
fierce (intense; vehement; heavy; violent)
intensif; intensivement; intensément; intense; fortement; vigoureusement; énergiquement; fort; vif; violent; vivement; vigoureux; violemment; énergique-
intensif bijvoeglijk naamwoord
-
intensivement bijvoeglijk naamwoord
-
intensément bijvoeglijk naamwoord
-
intense bijvoeglijk naamwoord
-
fortement bijvoeglijk naamwoord
-
vigoureusement bijvoeglijk naamwoord
-
énergiquement bijvoeglijk naamwoord
-
fort bijvoeglijk naamwoord
-
vif bijvoeglijk naamwoord
-
violent bijvoeglijk naamwoord
-
vivement bijvoeglijk naamwoord
-
vigoureux bijvoeglijk naamwoord
-
violemment bijvoeglijk naamwoord
-
énergique bijvoeglijk naamwoord
-
-
fierce
furieux; enragé; agressif; virulent; en colère; férocement; furieusement-
furieux bijvoeglijk naamwoord
-
enragé bijvoeglijk naamwoord
-
agressif bijvoeglijk naamwoord
-
virulent bijvoeglijk naamwoord
-
en colère bijvoeglijk naamwoord
-
férocement bijvoeglijk naamwoord
-
furieusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
fierce (passionate; temperamentful; hot-tempered; fervent; hot-blooded; intense; ardent; temperamental)
passionné; passionnément; brûlant; ardemment; fougueux; enflammé; ardent; avec ferveur; fougueusement-
passionné bijvoeglijk naamwoord
-
passionnément bijvoeglijk naamwoord
-
brûlant bijvoeglijk naamwoord
-
ardemment bijvoeglijk naamwoord
-
fougueux bijvoeglijk naamwoord
-
enflammé bijvoeglijk naamwoord
-
ardent bijvoeglijk naamwoord
-
avec ferveur bijvoeglijk naamwoord
-
fougueusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
fierce (tempestuous; furious; boisterousness)
fougueux; brut; fervent; vif; passionné; intense; violemment; impétueux; incontrôlé; cru; emporté; véhément; débordant de vie-
fougueux bijvoeglijk naamwoord
-
brut bijvoeglijk naamwoord
-
fervent bijvoeglijk naamwoord
-
vif bijvoeglijk naamwoord
-
passionné bijvoeglijk naamwoord
-
intense bijvoeglijk naamwoord
-
violemment bijvoeglijk naamwoord
-
impétueux bijvoeglijk naamwoord
-
incontrôlé bijvoeglijk naamwoord
-
cru bijvoeglijk naamwoord
-
emporté bijvoeglijk naamwoord
-
véhément bijvoeglijk naamwoord
-
débordant de vie bijvoeglijk naamwoord
-
-
fierce (embittered; exasperated)
âpre; aigre; virulent; ulcéré; irrité; furieux; agressif; enragé; en colère; âcre; aigri; aigrement; âprement; férocement; furieusement; fou de rage; fâché contre; irrité contre-
âpre bijvoeglijk naamwoord
-
aigre bijvoeglijk naamwoord
-
virulent bijvoeglijk naamwoord
-
ulcéré bijvoeglijk naamwoord
-
irrité bijvoeglijk naamwoord
-
furieux bijvoeglijk naamwoord
-
agressif bijvoeglijk naamwoord
-
enragé bijvoeglijk naamwoord
-
en colère bijvoeglijk naamwoord
-
âcre bijvoeglijk naamwoord
-
aigri bijvoeglijk naamwoord
-
aigrement bijvoeglijk naamwoord
-
âprement bijvoeglijk naamwoord
-
férocement bijvoeglijk naamwoord
-
furieusement bijvoeglijk naamwoord
-
fou de rage bijvoeglijk naamwoord
-
fâché contre bijvoeglijk naamwoord
-
irrité contre bijvoeglijk naamwoord
-
-
fierce (furious; mad; upset; annoyed; enraged; raging; infuriated; irate)
furieux; furieuse; enragé; rageur; en colère; enragée; déchaîné; exaspérée; furieusement; furibond; avec rage; exaspéré; déchaînée-
furieux bijvoeglijk naamwoord
-
furieuse bijvoeglijk naamwoord
-
enragé bijvoeglijk naamwoord
-
rageur bijvoeglijk naamwoord
-
en colère bijvoeglijk naamwoord
-
enragée bijvoeglijk naamwoord
-
déchaîné bijvoeglijk naamwoord
-
exaspérée bijvoeglijk naamwoord
-
furieusement bijvoeglijk naamwoord
-
furibond bijvoeglijk naamwoord
-
avec rage bijvoeglijk naamwoord
-
exaspéré bijvoeglijk naamwoord
-
déchaînée bijvoeglijk naamwoord
-
-
fierce (seething; savage; wild)
Vertaal Matrix voor fierce:
Verwante woorden van "fierce":
Synoniemen voor "fierce":
Verwante definities voor "fierce":
Wiktionary: fierce
fierce
Cross Translation:
adjective
fierce
-
extremely violent, severe, ferocious or savage
- fierce → féroce
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• fierce | → cruel; atroce | ↔ grausam — durch eine derartige Gefühlskälte, Skrupellosigkeit und meist Reuelosigkeit gekennzeichnet, dass es Grauen (im Sinne von Furcht, Entsetzen) hervorruft |
• fierce | → furieux | ↔ grimmig — schlecht gelaunt; von Grimm oder Zorn erfüllt |