Exploited in het Frans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

exploited:
- développé; cultivé; défriché; exploité; usé; usagé
exploit:
- mettre à profit; mettre en exploitation; exploiter; utiliser; faire valoir; faire travailler; employer; cultiver; se servir de; user de; tirer avantage de; profiter de qc; tirer profit de; tirer parti de; faire son profit de; pressurer; priver de; dépouiller de
- acte héroïque; exploit; acte courageux; action héroïque; code malveillant exploitant une faille de sécurité
Wiktionary:
- exploit → exploiter
- exploit → exploit, forfait
- exploit → exploiter

Engels

Uitgebreide vertaling voor exploited (Engels) in het Frans

exploited:

exploited bijvoeglijk naamwoord

exploited (developed; reclamated)
développé; cultivé; défriché
- développé bijvoeglijk naamwoord
- cultivé bijvoeglijk naamwoord
- défriché bijvoeglijk naamwoord
exploited (used)
exploité; usé; usagé
- exploité bijvoeglijk naamwoord
- usé bijvoeglijk naamwoord
- usagé bijvoeglijk naamwoord
exploited (used)
exploité
- exploité bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor exploited:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	ill-used; put-upon; used; victimised; victimized
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cultivé	developed; exploited; reclamated	academic; chivalrous; civil; civilised; civilized; clever; complaisant; courteous; courtly; cultivated; cultured; dignified; educated; erudite; forward; intelligent; learned; lettered; mannerly; obliging; pliable; pliant; polite; proper; properly; reputable; respectable; responsive; sage; scholarly; smart; under crop; university-educated; very learned; well bred; well educated; well-educated; well-mannered; well-read; wise
défriché	developed; exploited; reclamated
développé	developed; exploited; reclamated
exploité	exploited; used
usagé	exploited; used	hand-me-down; second-hand; used
usé	exploited; used	decrepit; dilapidated; kicked off; long in the tooth; threadbare; wearing out one's clothes; worn; worn down; worn out; worn with age

Verwante woorden van "exploited":

unexploited, exploit

Synoniemen voor "exploited":

employed; made use of
ill-used; put-upon; used; victimized; victimised; misused

Antoniemen van "exploited":

unexploited

Verwante definities voor "exploited":

developed or used to greatest advantage¹
of persons; taken advantage of¹

exploited vorm van exploit:

to exploit werkwoord (exploits, exploited, exploiting)

to exploit
mettre à profit; mettre en exploitation; exploiter; utiliser; faire valoir; faire travailler; employer; cultiver; se servir de; user de
- mettre à profit werkwoord
- mettre en exploitation werkwoord
- exploiter werkwoord (exploite, exploites, exploitons, exploitez, exploitent, exploitais, exploitait, exploitions, exploitiez, exploitaient, exploitai, exploitas, exploita, exploitâmes, exploitâtes, exploitèrent, exploiterai, exploiteras, exploitera, exploiterons, exploiterez, exploiteront)
- utiliser werkwoord (utilise, utilises, utilisons, utilisez, utilisent, utilisais, utilisait, utilisions, utilisiez, utilisaient, utilisai, utilisas, utilisa, utilisâmes, utilisâtes, utilisèrent, utiliserai, utiliseras, utilisera, utiliserons, utiliserez, utiliseront)
- faire valoir werkwoord
- faire travailler werkwoord
- employer werkwoord (emploie, emploies, employons, employez, emploient, employais, employait, employions, employiez, employaient, employai, employas, employa, employâmes, employâtes, employèrent, emploierai, emploieras, emploiera, emploierons, emploierez, emploieront)
- cultiver werkwoord (cultive, cultives, cultivons, cultivez, cultivent, cultivais, cultivait, cultivions, cultiviez, cultivaient, cultivai, cultivas, cultiva, cultivâmes, cultivâtes, cultivèrent, cultiverai, cultiveras, cultivera, cultiverons, cultiverez, cultiveront)
- se servir de werkwoord
- user de werkwoord
to exploit
exploiter; tirer avantage de
- exploiter werkwoord (exploite, exploites, exploitons, exploitez, exploitent, exploitais, exploitait, exploitions, exploitiez, exploitaient, exploitai, exploitas, exploita, exploitâmes, exploitâtes, exploitèrent, exploiterai, exploiteras, exploitera, exploiterons, exploiterez, exploiteront)
- tirer avantage de werkwoord
to exploit (take advantage of)
profiter de qc; faire valoir; tirer profit de; tirer parti de; faire son profit de; exploiter
- profiter de qc werkwoord
- faire valoir werkwoord
- tirer profit de werkwoord
- tirer parti de werkwoord
- faire son profit de werkwoord
- exploiter werkwoord (exploite, exploites, exploitons, exploitez, exploitent, exploitais, exploitait, exploitions, exploitiez, exploitaient, exploitai, exploitas, exploita, exploitâmes, exploitâtes, exploitèrent, exploiterai, exploiteras, exploitera, exploiterons, exploiterez, exploiteront)
to exploit (take advantage of; strip; bare)
exploiter; pressurer; priver de; tirer profit de; dépouiller de
- exploiter werkwoord (exploite, exploites, exploitons, exploitez, exploitent, exploitais, exploitait, exploitions, exploitiez, exploitaient, exploitai, exploitas, exploita, exploitâmes, exploitâtes, exploitèrent, exploiterai, exploiteras, exploitera, exploiterons, exploiterez, exploiteront)
- pressurer werkwoord (pressure, pressures, pressurons, pressurez, pressurent, pressurais, pressurait, pressurions, pressuriez, pressuraient, pressurai, pressuras, pressura, pressurâmes, pressurâtes, pressurèrent, pressurerai, pressureras, pressurera, pressurerons, pressurerez, pressureront)
- priver de werkwoord
- tirer profit de werkwoord
- dépouiller de werkwoord

Conjugations for exploit:

present

exploit
exploit
exploits
exploit
exploit
exploit

simple past

exploited
exploited
exploited
exploited
exploited
exploited

present perfect

have exploited
have exploited
has exploited
have exploited
have exploited
have exploited

past continuous

was exploiting
were exploiting
was exploiting
were exploiting
were exploiting
were exploiting

future

shall exploit
will exploit
will exploit
shall exploit
will exploit
will exploit

continuous present

am exploiting
are exploiting
is exploiting
are exploiting
are exploiting
are exploiting

subjunctive

be exploited
be exploited
be exploited
be exploited
be exploited
be exploited

diverse

exploit!
let's exploit!
exploited
exploiting

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

exploit [the ~] zelfstandig naamwoord

the exploit (heroic deed; feat; valiant deed)
l'acte héroïque; l'exploit; l'acte courageux; l'action héroïque
- acte héroïque [le ~] zelfstandig naamwoord
- exploit [le ~] zelfstandig naamwoord
- acte courageux [le ~] zelfstandig naamwoord
- action héroïque [la ~] zelfstandig naamwoord
the exploit

– Malicious code that takes advantage of vulnerabilities in other software in order to take unwanted and unexpected action on impacted systems. An exploit is often used to install other malicious or potentially unwanted software on a target computer without the knowledge or consent of the affected user. ²
code malveillant exploitant une faille de sécurité
- code malveillant exploitant une faille de sécurité

Vertaal Matrix voor exploit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
acte courageux	exploit; feat; heroic deed; valiant deed
acte héroïque	exploit; feat; heroic deed; valiant deed
action héroïque	exploit; feat; heroic deed; valiant deed
exploit	exploit; feat; heroic deed; valiant deed
-	effort; feat
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cultiver	exploit	breed; civilise; civilize; clone; cultivate
dépouiller de	bare; exploit; strip; take advantage of	discard; dispose
employer	exploit	administer; adopt; apply; avail oneself of; employ; enforce; engage; handle; implement; make use of; practice; practise; take; use; utilise; utilize
exploiter	bare; exploit; strip; take advantage of	cultivate; develop; empty; gut; loan-shark; make the most of; practice usury; practise usury; profiteer; proliferate; ransack; strip bare
faire son profit de	exploit; take advantage of
faire travailler	exploit
faire valoir	exploit; take advantage of
mettre en exploitation	exploit
mettre à profit	exploit	loan-shark; make the most of; practice usury; practise usury; profiteer; proliferate
pressurer	bare; exploit; strip; take advantage of	crush; squeeze
priver de	bare; exploit; strip; take advantage of	abstain; deprive; fast
profiter de qc	exploit; take advantage of
se servir de	exploit	apply; employ; handle; make use of; practice; practise; take; use; utilise; utilize
tirer avantage de	exploit
tirer parti de	exploit; take advantage of
tirer profit de	bare; exploit; strip; take advantage of	leverage
user de	exploit	apply; employ; handle; make use of; practice; practise; take; use; utilise; utilize
utiliser	exploit	administer; adopt; apply; avail oneself of; consume; employ; enforce; engage; handle; implement; make use of; practice; practise; spend; take; use; use up; utilise; utilize
-	overwork; tap; work
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
code malveillant exploitant une faille de sécurité	exploit
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	achievement; bravado; feat

Verwante woorden van "exploit":

exploiting, exploitable, exploited, exploits

Synoniemen voor "exploit":

deed; feat; effort; accomplishment; achievement
work; use; utilize; utilise; apply; employ
tap
overwork; work; put to work

Verwante definities voor "exploit":

a notable achievement¹
use or manipulate to one's advantage¹
- He exploit the new taxation system¹
draw from; make good use of¹
- we must exploit the resources we are given wisely¹
work excessively hard¹
- he is exploiting the students¹
Malicious code that takes advantage of vulnerabilities in other software in order to take unwanted and unexpected action on impacted systems. An exploit is often used to install other malicious or potentially unwanted software on a target computer without the knowledge or consent of the affected user.²

Wiktionary: exploit

exploit

verb

use for one’s advantage
- exploit → exploiter

noun

computing security
- exploit → exploit
heroic or extraordinary deed
- exploit → exploit

exploit

noun

action de guerre éclatante.
- exploit → exploit; feat
Crime commis avec audace
- forfait → exploit

verb

faire valoir une chose, en tirer le profit du produit.
- exploiter → exploit; utilize; leverage; take advantage of; work

Cross Translation:

From	To	Via
• exploit	→ exploiter	↔ exploiteren — draaiende houden met winst
• exploit	→ exploiter	↔ ausnutzen — etwas ausnutzen: Vorteil oder Nutzen aus etwas ziehen

Computer vertaling door derden:

Remove Ads

Vertaal exploited van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor exploited (Engels) in het Frans

exploited:

exploited bijvoeglijk naamwoord

exploited (developed; reclamated)

exploited (used)

exploited (used)

Vertaal Matrix voor exploited:

Verwante woorden van "exploited":

Synoniemen voor "exploited":

Antoniemen van "exploited":

Verwante definities voor "exploited":

exploited vorm van exploit:

to exploit werkwoord (exploits, exploited, exploiting)

to exploit

to exploit

to exploit (take advantage of)

to exploit (take advantage of; strip; bare)

Conjugations for exploit:

present

simple past

present perfect

past continuous

future

continuous present

subjunctive

diverse

exploit [the ~] zelfstandig naamwoord

the exploit (heroic deed; feat; valiant deed)

the exploit

Vertaal Matrix voor exploit:

Verwante woorden van "exploit":

Synoniemen voor "exploit":

Verwante definities voor "exploit":

Wiktionary: exploit