Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
-
expert:
- spécialiste; connaisseur; expert; professionnel; homme compétent; autorité; homme de métier
- habile; agile; adroit; adroitement; habilement; agilement; rapide; vite; à toute vitesse; rapidement; prompte; précipitamment; prompt; éveillé; facile à manier; prêt; vif; promptement; lestement; leste; facilement; qui est à flot; prestement; preste
-
Wiktionary:
- expert → expert, savant
- expert → expert, savant
- expert → expert, spécialiste, compétant, connaisseur, expérimenté, accorder, adonner, avec, comprendre, entendre, être en affaires, plaire, sympathiser, être, doué, pour, y, connaître, en
Engels
Uitgebreide vertaling voor expert (Engels) in het Frans
expert:
-
the expert (specialist; authority)
-
the expert (professional)
-
the expert (specialist)
-
expert (dexterous; proficient; capable; skilful; handy; nimble; neat; adroit; able; skillful)
habile; agile; adroit; adroitement; habilement; agilement-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
agile bijvoeglijk naamwoord
-
adroit bijvoeglijk naamwoord
-
adroitement bijvoeglijk naamwoord
-
habilement bijvoeglijk naamwoord
-
agilement bijvoeglijk naamwoord
-
-
expert (fast; quick; rapid; swift; agile; dexterous; speedy; brisk; nimble; adroit; skilful; fledged; neat; clever; handy; skillful)
rapide; vite; à toute vitesse; rapidement; prompte; précipitamment; prompt; éveillé; facile à manier; prêt; vif; promptement; lestement; habile; agile; leste; facilement; qui est à flot; prestement; preste-
rapide bijvoeglijk naamwoord
-
vite bijvoeglijk naamwoord
-
à toute vitesse bijvoeglijk naamwoord
-
rapidement bijvoeglijk naamwoord
-
prompte bijvoeglijk naamwoord
-
précipitamment bijvoeglijk naamwoord
-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
éveillé bijvoeglijk naamwoord
-
facile à manier bijvoeglijk naamwoord
-
prêt bijvoeglijk naamwoord
-
vif bijvoeglijk naamwoord
-
promptement bijvoeglijk naamwoord
-
lestement bijvoeglijk naamwoord
-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
agile bijvoeglijk naamwoord
-
leste bijvoeglijk naamwoord
-
facilement bijwoord
-
qui est à flot bijvoeglijk naamwoord
-
prestement bijvoeglijk naamwoord
-
preste bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor expert:
Verwante woorden van "expert":
Synoniemen voor "expert":
Verwante definities voor "expert":
Wiktionary: expert
expert
Cross Translation:
noun
expert
-
person with extensive knowledge or ability
- expert → expert
adjective
-
Qui est fort versé en la pratique de quelque art, de quelque connaissance qui s’apprendre par expérience.
-
Qui sait beaucoup en matière d’érudition ou de science.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• expert | → expert; spécialiste | ↔ vakman — een man die zijn vak of professie verstaat |
• expert | → expert | ↔ expert — iemand die bijzonder goed bekend is met een bepaald onderwerp |
• expert | → expert | ↔ deskundige — een specialist |
• expert | → compétant | ↔ deskundig — met kennis van zaken |
• expert | → expert | ↔ Experte — Mensch, der in einem bestimmten Gebiet beziehungsweise in einem Fach sehr bewandert ist |
• expert | → expert | ↔ Gutachter — Sachverständiger, Fachmann, der für ein Amt schriftlich oder mündlich eine Situation beurteilt |
• expert | → connaisseur | ↔ Kenner — Person, die überdurchschnittliche Kenntnisse auf einem bestimmten Sach- oder Wissensgebiet besitzt |
• expert | → expert | ↔ Sachverständiger — Rechtssprache: gerichtlich bestellter Gutachter |
• expert | → expert | ↔ Sachverständiger — Person mit Sachverstand |
• expert | → spécialiste | ↔ Spezialist — jemand, der über besondere Kenntnisse auf einem Fachgebiet verfügt |
• expert | → expert; expérimenté | ↔ erfahren — reich an den in der Praxis erworbenen Kenntnissen |
• expert | → spécialiste; expert | ↔ fachmännisch — sachgerecht, sachverständig, von einem Fachmann oder einer Fachfrau aus gesehen oder gemacht |
• expert | → accorder; adonner; avec; comprendre; entendre; être en affaires; plaire; sympathiser; être; doué; pour; y; connaître; en | ↔ verstehen — (reflexiv) ohne Streitigkeiten mit jemandem auskommen, eine gute persönliche Beziehung zu jemandem haben |