Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. exempted:
  2. exempt:
  3. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor exempted (Engels) in het Frans

exempted:

exempted bijvoeglijk naamwoord

  1. exempted
    dispensé; exempté

Vertaal Matrix voor exempted:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dispensé exempted
exempté exempted

Verwante woorden van "exempted":


exempt:

exempt [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the exempt
    le permanent

Vertaal Matrix voor exempt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
permanent exempt
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- excuse; free; let off; relieve
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- nontaxable
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- release
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
permanent all along; all the time; always; connected; constant; constantly; continual; continuous; continuously; definite; established; ever; everlasting; final; fixed; indefatigable; laced; lasting; non stop; permanent; perpetual; persistent; repeated; restless; running; stable; steady; trough; unbroken; unceasing; undisturbed; unending; uninterrupted; unremitting; untiring; unwearying; without interruption

Verwante woorden van "exempt":


Synoniemen voor "exempt":


Antoniemen van "exempt":


Verwante definities voor "exempt":

  1. (of persons) freed from or not subject to an obligation or liability (as e.g. taxes) to which others or other things are subject1
    • a beauty somehow exempt from the aging process1
    • exempt from jury duty1
    • only the very poorest citizens should be exempt from income taxes1
  2. (of goods or funds) not subject to taxation1
    • income exempt from taxation1
  3. grant exemption or release to1
  4. grant relief or an exemption from a rule or requirement to1
    • She exempted me from the exam1

Wiktionary: exempt

exempt
verb
  1. Rendre libre
  2. exempter de la règle ordinaire, par faveur spéciale, ou simplement exempter de quelque chose.
  3. rendre exempt, affranchir de quelque chose.
adjective
  1. Qui par droit, par privilège, par nature, n’est pas sujet à quelque chose ; qui n’est pas assujettir à quelque chose.

Cross Translation:
FromToVia
exempt décharger; dispenser; dégager entheben — (transitiv) jemanden von einer Belastung, Verpflichtung oder Mühe entbinden