Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. elf:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor elf (Engels) in het Frans

elf:

elf [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the elf
    le sylphe; l'elfe; le petit elfe; l'esprit; la fée
    • sylphe [le ~] zelfstandig naamwoord
    • elfe [le ~] zelfstandig naamwoord
    • petit elfe [le ~] zelfstandig naamwoord
    • esprit [le ~] zelfstandig naamwoord
    • fée [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor elf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
elfe elf
esprit elf apparition; awareness; belief; brainpower; brilliance; creed; disposition; divine worship; drift; faith; frame of mind; fun; genius; ghost; ghostly apparition; humor; humour; inclination; ingenuity; intellect; intelligence; inventiveness; mental capacity; methylated spirit; mind; mood; nature; phantom; reason; religion; religious conviction; resourcefulness; sense; specter; spectre; spirit; spirits; spook; temper; tendency; thought; understanding
fée elf fairy; fay
petit elfe elf
sylphe elf
- brownie; gremlin; hob; imp; pixie; pixy

Verwante woorden van "elf":

  • elves

Synoniemen voor "elf":

  • hob; gremlin; pixie; pixy; brownie; imp; fairy; faery; faerie; fay; sprite
  • extremely low frequency; ELF; radio frequency

Verwante definities voor "elf":

  1. (folklore) fairies that are somewhat mischievous1

Wiktionary: elf

elf
noun
  1. a magical being
elf
noun
  1. Génie de l’air
  2. fanta|fr Petit démon ou esprit follet qui vient la nuit tourmenter les vivants.

Cross Translation:
FromToVia
elf elfe ElbeFabelwesen, Naturgeist
elf elfe Elf — keltische und germanische Märchen- und Sagengestalt; Naturgeister mit guter oder schlechter Gesinnung