Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. donor:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor donors (Engels) in het Frans

donor:

donor [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the donor (contributor; benefactor; supporter; do-gooder; patron)
    le donateur; le donneur; le bienfaiteur; le patron; le mécène; le protecteur
  2. the donor
    le donneur
    • donneur [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor donor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bienfaiteur benefactor; contributor; do-gooder; donor; patron; supporter Maecenas; benefactor; do-gooder; patron; protector
donateur benefactor; contributor; do-gooder; donor; patron; supporter
donneur benefactor; contributor; do-gooder; donor; patron; supporter
mécène benefactor; contributor; do-gooder; donor; patron; supporter Maecenas; benefactor; patron; protector
patron benefactor; contributor; do-gooder; donor; patron; supporter Maecenas; benefactor; boss; captain; chief; clothes pattern; commander; commanding officer; design; director; drawing; employer; foreman; front-rank man; guide; hand-out; head; holy person; leader; manager; managing director; master; mentor; model; motive; paper pattern; patron; patron saint; pattern; pious person; principal; protector; saint; sea captain; stencil; superior; template; topdog
protecteur benefactor; contributor; do-gooder; donor; patron; supporter Maecenas; benefactor; guard; guide; leader; marker; mentor; patron; promoter; protector; sentry; warder; watchman
- bestower; conferrer; giver; presenter
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
protecteur protective

Verwante woorden van "donor":

  • donors

Synoniemen voor "donor":


Verwante definities voor "donor":

  1. person who makes a gift of property1
  2. (medicine) someone who gives blood or tissue or an organ to be used in another person (the host)1

Wiktionary: donor

donor
noun
  1. one who donates
donor
noun
  1. Celui, celle qui donner quelque chose, donneur.