Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- domestic:
-
Wiktionary:
- domestic → intérieur, intestin, domestique, conjugal, familial, aborigène, intrafamilial, national
- domestic → bonne
- domestic → domestique
Engels
Uitgebreide vertaling voor domestic (Engels) in het Frans
domestic:
-
domestic
ménagère; domestique; ménager; de maison-
ménagère bijvoeglijk naamwoord
-
domestique bijvoeglijk naamwoord
-
ménager bijvoeglijk naamwoord
-
de maison bijvoeglijk naamwoord
-
-
domestic (internal)
-
domestic (autochthonal; indigenous; native)
autochtone; indigène; local; naturel; originaire; aborigène; national; du pays-
autochtone bijvoeglijk naamwoord
-
indigène bijvoeglijk naamwoord
-
local bijvoeglijk naamwoord
-
naturel bijvoeglijk naamwoord
-
originaire bijvoeglijk naamwoord
-
aborigène bijvoeglijk naamwoord
-
national bijvoeglijk naamwoord
-
du pays bijvoeglijk naamwoord
-
-
domestic
– Within the borders of one's own country. 1
-
the domestic (servant)
Vertaal Matrix voor domestic:
Verwante woorden van "domestic":
Synoniemen voor "domestic":
Antoniemen van "domestic":
Verwante definities voor "domestic":
Wiktionary: domestic
domestic
Cross Translation:
adjective
domestic
-
internal to a specific country
-
(of a domesticated animal) kept by someone
- domestic → domestique
-
of or relating to activities normally associated with the home, wherever they actually occur
- domestic → conjugal; familial; domestique
-
of or relating to the home
- domestic → domestique
adjective
-
anthropo|fr Qui est originaire du pays où il vivre.
-
Qui est de la maison
-
à l’intérieur de’une même famille.
-
Qui concerner toute une nation ; qui appartenir à une nation.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• domestic | → domestique | ↔ Domestik — veraltet, oft abwertend, meist im Plural: Dienstbote, Hausdiener |
Computer vertaling door derden: