Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- dimness:
-
dim:
- baisser; estomper
- vague; flou; vaguement; voilé; vaporeux; vaporeusement; tamisé; diffus; crépusculaire; faible; insipide; fade; sans sel; pâle; fané; blafard; flétri; décoloré; terne; blême; livide; blémi
- crépuscule; aube; lueur; moment crépusculaire; pénombre; demi-obscurité; lumière crépusculaire; demi-jour
-
Wiktionary:
- dim → foncer
- dim → obscur, touffu
- dim → baisser les phares
Engels
Uitgebreide vertaling voor dimness (Engels) in het Frans
dimness:
-
the dimness (vague feeling; faintness)
Vertaal Matrix voor dimness:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sentiment indéfini | dimness; faintness; vague feeling | |
- | duskiness; faintness; subduedness |
Verwante woorden van "dimness":
Synoniemen voor "dimness":
Verwante definities voor "dimness":
dim:
Conjugations for dim:
present
- dim
- dim
- dims
- dim
- dim
- dim
simple past
- dimmed
- dimmed
- dimmed
- dimmed
- dimmed
- dimmed
present perfect
- have dimmed
- have dimmed
- has dimmed
- have dimmed
- have dimmed
- have dimmed
past continuous
- was dimming
- were dimming
- was dimming
- were dimming
- were dimming
- were dimming
future
- shall dim
- will dim
- will dim
- shall dim
- will dim
- will dim
continuous present
- am dimming
- are dimming
- is dimming
- are dimming
- are dimming
- are dimming
subjunctive
- be dimmed
- be dimmed
- be dimmed
- be dimmed
- be dimmed
- be dimmed
diverse
- dim!
- let's dim!
- dimmed
- dimming
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
-
dim (misty; vague; unclear; undefinable; blurred; hazy; faint)
-
dim (faint; shadowy)
tamisé; diffus; crépusculaire; faible; voilé-
tamisé bijvoeglijk naamwoord
-
diffus bijvoeglijk naamwoord
-
crépusculaire bijvoeglijk naamwoord
-
faible bijvoeglijk naamwoord
-
voilé bijvoeglijk naamwoord
-
-
dim (saltless; cowardly; bland; craven; abject; faint; cringing)
-
dim (faded; faint; pale; sallow; bland; washed out; lurid)
pâle; fané; vaguement; blafard; flétri; décoloré; vague; terne; blême; livide; blémi-
pâle bijvoeglijk naamwoord
-
fané bijvoeglijk naamwoord
-
vaguement bijvoeglijk naamwoord
-
blafard bijvoeglijk naamwoord
-
flétri bijvoeglijk naamwoord
-
décoloré bijvoeglijk naamwoord
-
vague bijvoeglijk naamwoord
-
terne bijvoeglijk naamwoord
-
blême bijvoeglijk naamwoord
-
livide bijvoeglijk naamwoord
-
blémi bijvoeglijk naamwoord
-
-
dim (dusky)
crépusculaire-
crépusculaire bijvoeglijk naamwoord
-
-
the dim (twilight; gloam; dusk; semidarkness)
la crépuscule; l'aube; la lueur; le moment crépusculaire; la pénombre; la demi-obscurité; la lumière crépusculaire; le demi-jour
Vertaal Matrix voor dim:
Verwante woorden van "dim":
Synoniemen voor "dim":
Antoniemen van "dim":
Verwante definities voor "dim":
Wiktionary: dim
dim
Cross Translation:
verb
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• dim | → baisser les phares | ↔ abblenden — (transitiv) die Lichtintensität drosseln oder deutlich zurückfahren (beim Autofahren oder auf der Bühne) |