Deficit in het Frans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

deficit:
- manque; déficit; insuffisance; pénurie; défiance; carence; défaut; disette; débit; découvert; dette auprès de la banque; dette; doit
Wiktionary:
- deficit → déficit budgétaire, déficit
- deficit → déficit, manque, trou

Engels

Uitgebreide vertaling voor deficit (Engels) in het Frans

deficit:

deficit [the ~] zelfstandig naamwoord

the deficit (shortage; deficiency; lack; shortcoming; insufficiency; shortfall)
le manque; le déficit; l'insuffisance; la pénurie; la défiance; la carence; le défaut; la disette
- manque [le ~] zelfstandig naamwoord
- déficit [le ~] zelfstandig naamwoord
- insuffisance [la ~] zelfstandig naamwoord
- pénurie [la ~] zelfstandig naamwoord
- défiance [la ~] zelfstandig naamwoord
- carence [la ~] zelfstandig naamwoord
- défaut [le ~] zelfstandig naamwoord
- disette [la ~] zelfstandig naamwoord
the deficit (bank debt; debit; overdraft)
le débit; le découvert; la dette auprès de la banque; la dette; le doit
- débit [le ~] zelfstandig naamwoord
- découvert [le ~] zelfstandig naamwoord
- dette auprès de la banque [la ~] zelfstandig naamwoord
- dette [la ~] zelfstandig naamwoord
- doit [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor deficit:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
carence	deficiency; deficit; insufficiency; lack; shortage; shortcoming; shortfall	impotence; powerlessness
dette	bank debt; debit; deficit; overdraft	debt; financial debt
dette auprès de la banque	bank debt; debit; deficit; overdraft
disette	deficiency; deficit; insufficiency; lack; shortage; shortcoming; shortfall	famine; food-scarcity; needyness; paucity; scantiness; scarcity; shortage; tightness
doit	bank debt; debit; deficit; overdraft
débit	bank debt; debit; deficit; overdraft	allowance; debit; lecture; licence; license; permission; permit; speaking engagements; throughput
découvert	bank debt; debit; deficit; overdraft
défaut	deficiency; deficit; insufficiency; lack; shortage; shortcoming; shortfall	absence; blank; blunder; defect; deficiency; disability; error; failing; failure; fault; feebleness; flaw; gap; gas; handicap; hiatus; hoot; howler; immorality; impediment; imperfection; incorrectness; lack; lacuna; machine defect; mistake; oversight; scream; shortage; sin; slip; vice; void; want; weakness
défiance	deficiency; deficit; insufficiency; lack; shortage; shortcoming; shortfall	distrust; mistrust; suspicion
déficit	deficiency; deficit; insufficiency; lack; shortage; shortcoming; shortfall	deficiency; famine; flaw; gap; loss; needyness; paucity; scantiness; scarcity; shortage; tightness
insuffisance	deficiency; deficit; insufficiency; lack; shortage; shortcoming; shortfall	deficiency; incapability; incapacity; incompetence; insufficiency; lack; shortage; shortcoming; shortfall
manque	deficiency; deficit; insufficiency; lack; shortage; shortcoming; shortfall	blank; deficiency; disability; failure; famine; flaw; gap; handicap; hiatus; impediment; lack; lacuna; needyness; paucity; physical defect; scantiness; scarcity; shortage; tightness; void; want
pénurie	deficiency; deficit; insufficiency; lack; shortage; shortcoming; shortfall	deficiency; famine; frugality; lack; meagerness; meagreness; needyness; parsimony; paucity; plainness; scantiness; scarcity; shortage; simpleness; simplicity; slenderness; sobriety; tightness; want
-	shortage; shortfall
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
découvert		bare; bared; dishonoured; dishonoured cheque; found; open; outdoor; stripped; uncovered

Verwante definities voor "deficit":

the property of being an amount by which something is less than expected or required¹
- new blood vessels bud out from the already dilated vascular bed to make up the nutritional deficit¹
an excess of liabilities over assets (usually over a certain period)¹
- last year there was a serious budgetary deficit¹
(sports) the score by which a team or individual is losing¹
a deficiency or failure in neurological or mental functioning¹
- the people concerned have a deficit in verbal memory¹
- they have serious linguistic deficits¹

Wiktionary: deficit

deficit

noun

situation wherein spending exceeds government revenue
- deficit → déficit budgétaire

deficit

noun

comptabilité|fr Ce qui manquer dans une caisse public ou privée ; l’excédent des dépenses sur les recettes.
- déficit → deficit

Cross Translation:

From	To	Via
• deficit	→ déficit; manque	↔ Manko — Mangel, Fehler
• deficit	→ déficit; trou	↔ Miese — salopp: der Betrag, der bei der Abrechnung beziehungsweise Endabrechnung fehlt

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van deficit

Remove Ads

Vertaal deficit van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor deficit (Engels) in het Frans

deficit:

deficit [the ~] zelfstandig naamwoord

the deficit (shortage; deficiency; lack; shortcoming; insufficiency; shortfall)

the deficit (bank debt; debit; overdraft)

Vertaal Matrix voor deficit:

Verwante woorden van "deficit":

Synoniemen voor "deficit":

Antoniemen van "deficit":

Verwante definities voor "deficit":

Wiktionary: deficit

Verwante vertalingen van deficit