Defeated in het Frans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

defeated:
- vaincu; maîtrisé
defeat:
- défaite; échec; perte; détriment; tort; fiasco; insuccès; neutralisation
Wiktionary:
- defeated → vaincu
- defeated → vaincu
- defeat → défaite, déconfiture
- defeat → défaire, vaincre, dominer, surmonter
- defeat → vaincre, battre, défaite

Engels

Uitgebreide vertaling voor defeated (Engels) in het Frans

defeated:

defeated bijvoeglijk naamwoord

defeated (beaten)
vaincu; maîtrisé
- vaincu bijvoeglijk naamwoord
- maîtrisé bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor defeated:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	discomfited
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	disappointed; discomfited; foiled; frustrated; thwarted
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
maîtrisé	beaten; defeated
vaincu	beaten; defeated

Verwante woorden van "defeated":

undefeated, defeat

Synoniemen voor "defeated":

licked; subjugated; unsuccessful
disappointed; discomfited; foiled; frustrated; thwarted; unsuccessful
discomfited; people

Antoniemen van "defeated":

undefeated

Verwante definities voor "defeated":

beaten or overcome; not victorious¹
- the defeated enemy¹
disappointingly unsuccessful¹
people who are defeated¹
- the Romans had no pity for the defeated¹

Wiktionary: defeated

defeated

adjective

Qui vaincre.
- vaincu → defeated

noun

personne ou pays qui vaincre.
- vaincu → defeated

defeat:

defeat [the ~] zelfstandig naamwoord

the defeat (let down)
la défaite; l'échec; la perte; le détriment; le tort; le fiasco; l'insuccès
- défaite [la ~] zelfstandig naamwoord
- échec [le ~] zelfstandig naamwoord
- perte [la ~] zelfstandig naamwoord
- détriment [le ~] zelfstandig naamwoord
- tort [le ~] zelfstandig naamwoord
- fiasco [le ~] zelfstandig naamwoord
- insuccès [le ~] zelfstandig naamwoord
the defeat (failure; fiasco; flop; fall-through; let down)
l'échec; l'insuccès
- échec [le ~] zelfstandig naamwoord
- insuccès [le ~] zelfstandig naamwoord
the defeat (frustration)
la neutralisation; l'échec
- neutralisation [la ~] zelfstandig naamwoord
- échec [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor defeat:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
défaite	defeat; let down	bereavement; contra; damage; demerit; disadvantage; harm; harming; injury; loss; suffering
détriment	defeat; let down	damage; detriment; disadvantage; harm; harming; injury; loss
fiasco	defeat; let down	disgrace; flop
insuccès	defeat; failure; fall-through; fiasco; flop; let down
neutralisation	defeat; frustration
perte	defeat; let down	bereavement; contra; damage; demerit; destruction; detriment; disadvantage; harm; harming; injury; loss; suffering
tort	defeat; let down	damage; detriment; discrimination; harm; harming; iniquity; injury; injustice; loss; wrong
échec	defeat; failure; fall-through; fiasco; flop; frustration; let down	adversity; bad luck; disgrace; failed; flop; misfortune; miss; reverse; trouble
-	frustration; licking
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	get the better of; kill; overcome; shoot down; vote down; vote out

Verwante woorden van "defeat":

defeated, defeats

Synoniemen voor "defeat":

licking; ending; conclusion; finish; failure
frustration; disappointment; letdown
get the better of; overcome
kill; shoot down; vote down; vote out; veto; blackball; negative

Antoniemen van "defeat":

victory

Verwante definities voor "defeat":

an unsuccessful ending to a struggle or contest¹
- it was a narrow defeat¹
- the army's only defeat¹
the feeling that accompanies an experience of being thwarted in attaining your goals¹
win a victory over¹
- defeat your enemies¹
thwart the passage of¹

Wiktionary: defeat

defeat

noun

the act of defeating or being defeated
- defeat → défaite

verb

to overcome in battle or contest
- defeat → défaire; vaincre

defeat

verb

commander souverainement, avoir une puissance absolue.
- dominer → dominate; override; predominate; exceed; surpass; beat; defeat; excel; outclass; outscore; outshine
Mettre en déroute.
- défaire → defeat
monter au-dessus.
- surmonter → defeat; win over; beat; overcome; overthrow; surmount; vanquish; go beyond; cross; exceed; surpass; excel; outclass; outscore; outshine
remporter la victoire sur ses ennemis, dans la guerre.
- vaincre → defeat; win over; beat; overcome; overthrow; surmount; vanquish

noun

Entière défaite
- déconfiture → defeat; discomfiture
Déroute
- défaite → defeat

Cross Translation:

From	To	Via
• defeat	→ vaincre; battre	↔ verslaan — een definitieve overwinning boeken op een tegenstander
• defeat	→ défaite	↔ nederlaag — het verlies van een strijd
• defeat	→ défaite	↔ Niederlage — das Unterliegen bei einer Auseinandersetzung im militärischen, persönlichen oder sportlichen Sinne
• defeat	→ battre; vaincre	↔ besiegen — den Sieg über jemanden erringen

Remove Ads

Vertaal defeated van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor defeated (Engels) in het Frans

defeated:

defeated bijvoeglijk naamwoord

defeated (beaten)

Vertaal Matrix voor defeated:

Verwante woorden van "defeated":

Synoniemen voor "defeated":

Antoniemen van "defeated":

Verwante definities voor "defeated":

Wiktionary: defeated

defeat:

defeat [the ~] zelfstandig naamwoord

the defeat (let down)

the defeat (failure; fiasco; flop; fall-through; let down)

the defeat (frustration)

Vertaal Matrix voor defeat:

Verwante woorden van "defeat":

Synoniemen voor "defeat":

Antoniemen van "defeat":

Verwante definities voor "defeat":

Wiktionary: defeat