Engels
Uitgebreide vertaling voor darken (Engels) in het Frans
darken:
-
to darken (become overcast; cloud over)
se couvrir-
se couvrir werkwoord
-
-
to darken (obscure)
obscurcir; assombrir; enténébrer-
obscurcir werkwoord (obscurcis, obscurcit, obscurcissons, obscurcissez, obscurcissent, obscurcissais, obscurcissait, obscurcissions, obscurcissiez, obscurcissaient, obscurcîmes, obscurcîtes, obscurcirent, obscurcirai, obscurciras, obscurcira, obscurcirons, obscurcirez, obscurciront)
-
assombrir werkwoord (assombris, assombrit, assombrissons, assombrissez, assombrissent, assombrissais, assombrissait, assombrissions, assombrissiez, assombrissaient, assombrîmes, assombrîtes, assombrirent, assombrirai, assombriras, assombrira, assombrirons, assombrirez, assombriront)
-
enténébrer werkwoord
-
Conjugations for darken:
present
- darken
- darken
- darkens
- darken
- darken
- darken
simple past
- darkened
- darkened
- darkened
- darkened
- darkened
- darkened
present perfect
- have darkened
- have darkened
- has darkened
- have darkened
- have darkened
- have darkened
past continuous
- was darkening
- were darkening
- was darkening
- were darkening
- were darkening
- were darkening
future
- shall darken
- will darken
- will darken
- shall darken
- will darken
- will darken
continuous present
- am darkening
- are darkening
- is darkening
- are darkening
- are darkening
- are darkening
subjunctive
- be darkened
- be darkened
- be darkened
- be darkened
- be darkened
- be darkened
diverse
- darken!
- let's darken!
- darkened
- darkening
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor darken:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
assombrir | darken; obscure | |
enténébrer | darken; obscure | |
obscurcir | darken; obscure | |
se couvrir | become overcast; cloud over; darken | cover; cover up; dress; put on |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
se couvrir | fur |
Verwante woorden van "darken":
Synoniemen voor "darken":
Antoniemen van "darken":
Verwante definities voor "darken":
darken vorm van dark:
-
dark (unlit)
obscur; noir; sombre; ténébreux; pas éclairé; obscurément-
obscur bijvoeglijk naamwoord
-
noir bijvoeglijk naamwoord
-
sombre bijvoeglijk naamwoord
-
ténébreux bijvoeglijk naamwoord
-
pas éclairé bijvoeglijk naamwoord
-
obscurément bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor dark:
Verwante woorden van "dark":
Synoniemen voor "dark":
Antoniemen van "dark":
Verwante definities voor "dark":
Wiktionary: dark
dark
Cross Translation:
noun
dark
-
nightfall
- dark → tombée de la nuit
-
-
-
a complete or partial absence of light
- dark → obscurité
adjective
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• dark | → noir; obscurité | ↔ Dunkelheit — ein dunkel, lichtarmer Zustand oder Ort |
• dark | → foncé; ténébreux; sombre | ↔ dunkel — ohne oder wenig Licht, lichtlos |
• dark | → sombre | ↔ düster — dunkel, trübe, schlecht beleuchtet |
• dark | → obscur; foncé | ↔ donker — zonder licht |