Crew in het Frans vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

crew:
- personnel; employés; cadre; forces de travail; main-d'oeuvre; équipage; personnel navigant; troupes; hommes; armées
- équiper
Wiktionary:
- crew → équipe, équipage
- crew → équipage

Engels

Uitgebreide vertaling voor crew (Engels) in het Frans

the crew (personnel; employees; work force)
le personnel; l'employés; le cadre; la forces de travail; la main-d'oeuvre
- personnel [le ~] zelfstandig naamwoord
- employés [le ~] zelfstandig naamwoord
- cadre [le ~] zelfstandig naamwoord
- forces de travail [la ~] zelfstandig naamwoord
- main-d'oeuvre [la ~] zelfstandig naamwoord
the crew (complement)
l'équipage; le personnel navigant
- équipage [le ~] zelfstandig naamwoord
- personnel navigant [le ~] zelfstandig naamwoord
the crew (team; gang)
le troupes; l'hommes; l'armées
- troupes [le ~] zelfstandig naamwoord
- hommes [le ~] zelfstandig naamwoord
- armées [la ~] zelfstandig naamwoord
the crew (mariners)
l'équipage
- équipage [le ~] zelfstandig naamwoord
the crew
le personnel navigant
- personnel navigant [le ~] zelfstandig naamwoord

crew (man; staff)
équiper
- équiper werkwoord (équipe, équipes, équipons, équipez, équipent, équipais, équipait, équipions, équipiez, équipaient, équipai, équipas, équipa, équipâmes, équipâtes, équipèrent, équiperai, équiperas, équipera, équiperons, équiperez, équiperont)

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
armées	crew; gang; team
cadre	crew; employees; personnel; work force	body; carcass; chassis; cornice; cutting edge; edge; executive; female staff employee; female staff member; foundation; frame; frame aerial; frame work; frame-work; framework; framing; letterbox; molding; moulding; mounting; officer; panel; picture frame; rim; shell; skeleton; staff member; structure
employés	crew; employees; personnel; work force	employees; manpower; personnel; servants; staff; steering
forces de travail	crew; employees; personnel; work force	manpower
hommes	crew; gang; team	men; menfolk
main-d'oeuvre	crew; employees; personnel; work force	employee; force; laborer; labourer; manpower; worker
personnel	crew; employees; personnel; work force	employees; manpower; personnel; servants; staff; steering
personnel navigant	complement; crew
troupes	crew; gang; team	company; troops
équipage	complement; crew; mariners	ship's crew
-	bunch; crowd; gang; work party
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
équiper	crew; man; staff	deck out; dress o.s. up; fit out; freight; furnish; lade; load
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
personnel		individual; paradigmatic; personal; private; separate; subjective

crew

noun

group of people working on common task
- crew → équipe
non-officer nautical personnel
- crew → équipage
group of people operating a large facility or piece of equipment
- crew → équipage

crew

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• crew	→ équipage	↔ Besatzung — Verkehrswesen: die Gesamtheit aller Seeleute auf einem Boot, Schiff, Luftschiff, Raumschiff oder Flugboot bzw. diejenigen Angestellten einer Fluggesellschaft, die sich im fliegenden Flugzeug befinden
• crew	→ équipage	↔ bemanning — de personen die het benodigde werk aan boord van een schip of vliegtuig verrichten