Competence in het Frans vertaald uit het Engels

Remove Ads

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

competence:
- habileté; compétence; adresse; aptitude; qualification; faculté de qualité; connaissance; autorité; puissance; pouvoir; empire; autorités; pouvoirs; capacité; compétences; savoir-faire; expertise; compétence d'un expert
Wiktionary:
- competence → compétence, adresse, connaissance, habileté
- competence → compétence

Engels

Uitgebreide vertaling voor competence (Engels) in het Frans

competence:

competence [the ~] zelfstandig naamwoord

the competence
l'habileté; la compétence; l'adresse
- habileté [la ~] zelfstandig naamwoord
- compétence [la ~] zelfstandig naamwoord
- adresse [la ~] zelfstandig naamwoord
the competence (competency; capacity)
la compétence; l'aptitude; la qualification
- compétence [la ~] zelfstandig naamwoord
- aptitude [la ~] zelfstandig naamwoord
- qualification [la ~] zelfstandig naamwoord
the competence (capability)
la compétence; l'aptitude; la faculté de qualité; la connaissance
- compétence [la ~] zelfstandig naamwoord
- aptitude [la ~] zelfstandig naamwoord
- faculté de qualité [la ~] zelfstandig naamwoord
- connaissance [la ~] zelfstandig naamwoord
the competence (authority; qualification; power)
l'autorité; la puissance; le pouvoir; la compétence; l'empire; l'aptitude; l'autorités; le pouvoirs
- autorité [la ~] zelfstandig naamwoord
- puissance [la ~] zelfstandig naamwoord
- pouvoir [le ~] zelfstandig naamwoord
- compétence [la ~] zelfstandig naamwoord
- empire [le ~] zelfstandig naamwoord
- aptitude [la ~] zelfstandig naamwoord
- autorités [la ~] zelfstandig naamwoord
- pouvoirs [le ~] zelfstandig naamwoord
the competence (expertise; capability; skill; business sense)
la compétence; la capacité; la compétences; le savoir-faire; l'expertise; l'habileté; la compétence d'un expert
- compétence [la ~] zelfstandig naamwoord
- capacité [la ~] zelfstandig naamwoord
- compétences [la ~] zelfstandig naamwoord
- savoir-faire [le ~] zelfstandig naamwoord
- expertise [la ~] zelfstandig naamwoord
- habileté [la ~] zelfstandig naamwoord
- compétence d'un expert [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor competence:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adresse	competence	ability; address; addressing; adroitness; agility; art; dexterity; dodge; e-mail address; email address; gimmick; internet e-mail address; knack; lure; ruse; skill; sleight of hand; trick
aptitude	authority; capability; capacity; competence; competency; power; qualification	ability; adroitness; agility; appropriateness; art; capability; capacity; chance; dexterity; handiness; knack; opportunity; possibility; quality; skill; suitability; trick
autorité	authority; competence; power; qualification	administration; authorities; authority; cabinet; colonial administration; colonial government; command; control; dominion; establishment; expert; government; leadership; local government; mastery; power; public authorities; regime; reign; right of say; rule; rule of life; ruler; specialist
autorités	authority; competence; power; qualification	authorities; authority; country; empire; establishment; government; kingdom; nation; persons in charge; power; public authorities; ruler; state
capacité	business sense; capability; competence; expertise; skill	Capacity; ability; ability to achieve; adroitness; authority; capability; capacity; cargo hold; cargo space; carrying capacity; dexterity; force; handiness; knack; loading capacity; potential; power; quality; skill; stowage; strength; tonnage; volume
compétence	authority; business sense; capability; capacity; competence; competency; expertise; power; qualification; skill	ability; capability; capacity; competency; handiness; quality; skill
compétence d'un expert	business sense; capability; competence; expertise; skill
compétences	business sense; capability; competence; expertise; skill	skill set
connaissance	capability; competence	acquaintance; apparition; aquaintance; cleverness; erudition; expertise; frame of mind; friend; ghost; ghostly apparition; handiness; humor; humour; knowledge; learning; mood; phantom; scholarship; science; specter; spectre; spook; temper
empire	authority; competence; power; qualification	authorities; country; empire; government; kingdom; nation; public authorities; state
expertise	business sense; capability; competence; expertise; skill	appraisal; assessment; craftsmanship; expertise; intimate acquaintance with; skill; skilled labour
faculté de qualité	capability; competence
habileté	business sense; capability; competence; expertise; skill	ability; adroitness; agility; art; brightness; capability; capacity; cleverness; dexterity; discernment; dodge; gimmick; handiness; insight; intelligence; knack; lure; quality; ruse; sagacity; skill; sleight of hand; smartness; trick; wiliness
pouvoir	authority; competence; power; qualification	authorities; authority; capacity; command; control; dominion; establishment; force; mandate; mastery; power; right of say; rule; strength; warrant
pouvoirs	authority; competence; power; qualification	authority; capacity; force; power; powers; ruler; strength
puissance	authority; competence; power; qualification	authority; capacity; command; courage; dominion; fiber; fibre; force; fortitude; influence; mastery; power; rule; ruler; strength
qualification	capacity; competence; competency	ability; appropriateness; definition; fixing; group of words; phrase; qualification; skill; suitability
savoir-faire	business sense; capability; competence; expertise; skill	ability; adroitness; agility; art; capability; capacity; dexterity; experience; gimmick; handiness; knack; know-how; practice; practise; quality; routine; skill; sleight of hand; trick
-	competency
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
pouvoir		be able; be allowed to; have permission; may
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
connaissance		knowledge
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	authority

Verwante definities voor "competence":

the quality of being adequately or well qualified physically and intellectually¹

Wiktionary: competence

competence

noun

the quality or state of being competent for a particular task.
- competence → compétence
the quality or state of being competent for a general role.
- competence → compétence

competence

noun

caractéristique de qui est adroit.
- adresse → ability; skill; skillfulness; expertise; aptitude; accomplishment; competence; dexterity
Le droit qu’un tribunal, qu’un juge a de connaître de telle ou telle manière, de telle ou telle cause
- compétence → competence
Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître
- connaissance → command; competence; competency; proficiency; skill; ken; awareness; consciousness; lucidity; realization
facilité, disposition, qualité qui rend propre à faire certaines choses, à réussir dans certaines actions, en particulier en utilisant ses mains.
- habileté → skill; skillfulness; habilitation; expertise; accomplishment; ability; competence; aptitude

Cross Translation:

From	To	Via
• competence	→ compétence	↔ Fertigkeit — (erworbene) Befähigung, etwas Bestimmtes zu können
• competence	→ compétence	↔ competentie — een ontwikkelbaar vermogen van mensen waarmee ze in voorkomende situaties adequaat, gemotiveerd, proces- en resultaatgericht kunnen handelen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van competence

with appointing competence

Remove Ads

Vertaal competence van Engels naar Frans

Uitgebreide vertaling voor competence (Engels) in het Frans

competence:

competence [the ~] zelfstandig naamwoord

the competence

the competence (competency; capacity)

the competence (capability)

the competence (authority; qualification; power)

the competence (expertise; capability; skill; business sense)

Vertaal Matrix voor competence:

Verwante woorden van "competence":

Synoniemen voor "competence":

Antoniemen van "competence":

Verwante definities voor "competence":

Wiktionary: competence

Verwante vertalingen van competence