Engels
Uitgebreide vertaling voor commonness (Engels) in het Frans
commonness:
-
the commonness (usualness)
-
the commonness (ordinariness; plainness)
Vertaal Matrix voor commonness:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
banalité | commonness; ordinariness; plainness | banality; cliche; coarseness; commonplace; crudeness; dissapointment; let-down; platitude; triteness; triviality; truism; vulgarity |
circulation | commonness; usualness | being in circulation; circulation; public transport; rivers; streams |
cours | commonness; usualness | ascent; class; course; courts; curriculum; dogma; education; increase; instruction; lecture; lesson; lesson hour; play areas; playgrounds; progress; progression; rates; reading; recreation-grounds; religious doctrine; school-yards; stock exchange; study; teaching; tenet; tuition; version |
quotidienneté | commonness; ordinariness; plainness | |
validité générale | commonness; usualness | |
- | coarseness; commonality; commonplaceness; everydayness; expectedness; grossness; raunch; vulgarism; vulgarity | |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
cours | course |
Verwante woorden van "commonness":
Synoniemen voor "commonness":
Antoniemen van "commonness":
Verwante definities voor "commonness":
commonness vorm van common:
-
common (communal; joint)
-
common (current; acceptable)
courant; commun; normal; habituel; mondain; usuel; banal; à la mode; dernier cri; généralement admis; de mise; vendable; ayant cours; négociable; d'usage-
courant bijvoeglijk naamwoord
-
commun bijvoeglijk naamwoord
-
normal bijvoeglijk naamwoord
-
habituel bijvoeglijk naamwoord
-
mondain bijvoeglijk naamwoord
-
usuel bijvoeglijk naamwoord
-
banal bijvoeglijk naamwoord
-
à la mode bijvoeglijk naamwoord
-
dernier cri bijvoeglijk naamwoord
-
généralement admis bijvoeglijk naamwoord
-
de mise bijvoeglijk naamwoord
-
vendable bijvoeglijk naamwoord
-
ayant cours bijvoeglijk naamwoord
-
négociable bijvoeglijk naamwoord
-
d'usage bijvoeglijk naamwoord
-
-
common (usual; ordinary; customary; commonly; quite common; habitual; ordinarily)
-
common (plain; ordinary; ordinarily)
tout simple; commun; courant; ordinaire; normal-
tout simple bijvoeglijk naamwoord
-
commun bijvoeglijk naamwoord
-
courant bijvoeglijk naamwoord
-
ordinaire bijvoeglijk naamwoord
-
normal bijvoeglijk naamwoord
-
-
common (average; mediocre)
indifférent; ordinaire; banal-
indifférent bijvoeglijk naamwoord
-
ordinaire bijvoeglijk naamwoord
-
banal bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor common:
Verwante woorden van "common":
Synoniemen voor "common":
Antoniemen van "common":
Verwante definities voor "common":
Wiktionary: common
common
Cross Translation:
adjective
common
adjective
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• common | → ordinaire | ↔ ordinair — gewoon, alledaags, normaal |
• common | → habitué | ↔ gewoon — iets ~ zijn: ergens aan gewend zijn |
• common | → commun | ↔ gemeenschappelijk — gerelateerd aan meer dan een entiteit |
• common | → courant | ↔ gangbaar — wat gebruikelijk is |
• common | → moyenne | ↔ doorsnee — iets of iemand waarvan de eigenschappen dicht bij het gemiddelde liggen |
• common | → commun | ↔ gemein — ursprünglich: eine Eigenschaft, die Mehrere gemeinsam hatten, habend |
• common | → ordinaire | ↔ gemein — herablassend: einfach |
• common | → commun | ↔ gemeinsam — mehreren Personen oder Sachen zugleich eigen |
• common | → commun | ↔ gewöhnlich — innerhalb der Norm befindlich |
• common | → courant | ↔ gängig — sehr gebräuchlich; weit verbreitet |
• common | → fréquemment; souvent; fréquent | ↔ häufig — vielfach vorkommend, viele Male, immer wieder auftretend |
• common | → courant | ↔ landläufig — weit verbreitet, üblich |
• common | → ordinaire | ↔ ordinär — alltäglich, gewöhnlich, landläufig, nichts Besonderes |
• common | → bien communal | ↔ Allmende — historisch: das von allen oder einzelnen Berechtigten der Dorfgemeinschaft privat genutzte Gemeindegut, das nicht zur Deckung der Gemeindeausgaben bewirtschaften wird |