Overzicht


Engels

Uitgebreide vertaling voor cloak (Engels) in het Frans

cloak:

cloak [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the cloak (jacket; overcoat; coat)
    le manteau; la jaquette
    • manteau [le ~] zelfstandig naamwoord
    • jaquette [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. the cloak (overcoat; coat)
    le pardessus; le manteau; le vêtements; l'habit
  3. the cloak (cape)
    la cape
    • cape [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. the cloak (cover; front)
    le couvert; le prétexte; la voile; le manteaux
    • couvert [le ~] zelfstandig naamwoord
    • prétexte [le ~] zelfstandig naamwoord
    • voile [la ~] zelfstandig naamwoord
    • manteaux [le ~] zelfstandig naamwoord

cloak werkwoord

  1. cloak
    – Protect a project from being affected by certain commands, for example, Check Out, Check In, and Undo Check Out. 1
    masquer
    • masquer werkwoord (masque, masques, masquons, masquez, )

Vertaal Matrix voor cloak:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cape cape; cloak
couvert cloak; cover; front couvert; cover; cutlery; envelope; wrapper
habit cloak; coat; overcoat attire; clothes; clothing; costume; dress; dress-coat; dress-suit; garb; garments; gear; habit; livery; outfit; robe; sacerdotal vestment; swallow-tail; tail coat; togs; vestment; wear
jaquette cloak; coat; jacket; overcoat binding; book cover; coat; cover; dress-coat; dress-suit; dust-cover; jacket; swallow-tail; tail coat
manteau cloak; coat; jacket; overcoat coat; disguise; façade; jacket; reefer; reefer jacket
manteaux cloak; cover; front
pardessus cloak; coat; overcoat coat; coats; jacket; overcoats
prétexte cloak; cover; front excuse; gimmick; knack; poor excuse; sleight of hand; trick
voile cloak; cover; front fog; haze; mist; rig; rigging; sailing; veil; voile
vêtements cloak; coat; overcoat attire; cloth; clothes; clothing; clothing material; costume; dress; garb; garments; gear; livery; outfit; things; togs; washing; wear
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
masquer cloak blur; camouflage; conceal; cover; disguise; dismiss; envelop; hide; mantle; mask; shroud; swathe; veil; wrap
- clothe; dissemble; drape; mask; robe
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
couvert built up; camouflaged; cloudy; concealed; covered; covered up; crestfallen; disappointed; disguised; disillusioned; down in the mouth; glum; hidden; insured; let down; made up; overcast; secret; secured; veiled

Verwante woorden van "cloak":


Synoniemen voor "cloak":


Verwante definities voor "cloak":

  1. a loose outer garment2
  2. anything that covers or conceals2
  3. cover with or as if with a cloak2
    • cloaked monks2
  4. cover as if with clothing2
  5. hide under a false appearance2
  6. Protect a project from being affected by certain commands, for example, Check Out, Check In, and Undo Check Out.1

Wiktionary: cloak

cloak
noun
  1. cape
cloak
noun
  1. Vêtement

Verwante vertalingen van cloak