Cashier in het Frans vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

cashier:
- caissière; caissier; ordonnateur; percepteur; encaisseur; quêteur; quêteuse; garçon de recettes
Wiktionary:
- cashier → caissière, caissier, trésorier
- cashier → caissier
- cashier → cassier, caissière

Engels

Uitgebreide vertaling voor cashier (Engels) in het Frans

the cashier (cash girl; teller)
la caissière
- caissière [la ~] zelfstandig naamwoord
the cashier
la caissière; le caissier
- caissière [la ~] zelfstandig naamwoord
- caissier [le ~] zelfstandig naamwoord
the cashier
l'ordonnateur
- ordonnateur [le ~] zelfstandig naamwoord
the cashier (collector)
le caissier; le percepteur; l'encaisseur; le quêteur; la quêteuse; le garçon de recettes
- caissier [le ~] zelfstandig naamwoord
- percepteur [le ~] zelfstandig naamwoord
- encaisseur [le ~] zelfstandig naamwoord
- quêteur [le ~] zelfstandig naamwoord
- quêteuse [la ~] zelfstandig naamwoord
- garçon de recettes [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
caissier	cashier; collector
caissière	cash girl; cashier; teller
encaisseur	cashier; collector	cash collector; collecting clerk; collector; collector of donations; collector of gifts
garçon de recettes	cashier; collector	collector; collector of donations; collector of gifts
ordonnateur	cashier
percepteur	cashier; collector	collector; collector of donations; collector of gifts
quêteur	cashier; collector	collector; collector of donations; collector of gifts
quêteuse	cashier; collector	collector; collector of donations; collector of gifts
-	bank clerk; teller
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	treasurer

a person responsible for receiving payments for goods and services (as in a shop or restaurant)¹
an employee of a bank who receives and pays out money¹
discharge with dishonor, as in the army¹
discard or do away with¹
- cashier the literal sense of this word¹

cashier

noun

verb

cashier

noun

personne qui tient la caisse
- caissier → cashier
Personne qui, dans une association, est chargée de percevoir les revenus, le montant des souscriptions, et d’en rendre compte.
- trésorier → cashier; treasurer

Cross Translation:

From	To	Via
• cashier	→ cassier	↔ kassier — iemand die het beheer heeft over kas en de mutaties ervan bijhoudt
• cashier	→ caissière	↔ Kassiererin — die Kasse Führende, Verwalterin der Kasse