Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- broaden:
-
broad:
- large d'épaules; prolixe; verbeux; de façon prolixe; vermeusement; verbeuse; diffus; large; global; globalement; approximativement; approximatif; élaboré; approfondi; étendu; de façon détaillée; grand; étendue; largement; spacieux; détaillé; en détail; vaste; ample; amplement; extensif; circonstancié; verbeusement; dans le détail
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor broaden (Engels) in het Frans
broaden:
-
to broaden
élargir; étendre-
élargir werkwoord (élargis, élargit, élargissons, élargissez, élargissent, élargissais, élargissait, élargissions, élargissiez, élargissaient, élargîmes, élargîtes, élargirent, élargirai, élargiras, élargira, élargirons, élargirez, élargiront)
-
étendre werkwoord (étends, étend, étendons, étendez, étendent, étendais, étendait, étendions, étendiez, étendaient, étendis, étendit, étendîmes, étendîtes, étendirent, étendrai, étendras, étendra, étendrons, étendrez, étendront)
-
-
to broaden (widen; spread)
élargir; se dilater; rendre plus large-
élargir werkwoord (élargis, élargit, élargissons, élargissez, élargissent, élargissais, élargissait, élargissions, élargissiez, élargissaient, élargîmes, élargîtes, élargirent, élargirai, élargiras, élargira, élargirons, élargirez, élargiront)
-
se dilater werkwoord
-
rendre plus large werkwoord
-
Conjugations for broaden:
present
- broaden
- broaden
- broadens
- broaden
- broaden
- broaden
simple past
- broadened
- broadened
- broadened
- broadened
- broadened
- broadened
present perfect
- have broadened
- have broadened
- has broadened
- have broadened
- have broadened
- have broadened
past continuous
- was broadening
- were broadening
- was broadening
- were broadening
- were broadening
- were broadening
future
- shall broaden
- will broaden
- will broaden
- shall broaden
- will broaden
- will broaden
continuous present
- am broadening
- are broadening
- is broadening
- are broadening
- are broadening
- are broadening
subjunctive
- be broadened
- be broadened
- be broadened
- be broadened
- be broadened
- be broadened
diverse
- broaden!
- let's broaden!
- broadened
- broadening
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor broaden:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
rendre plus large | broaden; spread; widen | |
se dilater | broaden; spread; widen | add; add on to; build out; bulge; expand; extend; grow; swell; swell up; widen |
élargir | broaden; spread; widen | add; add on to; build out; deepen; enlarge; expand; extend; increase; increase in number; make more profound; swell; widen |
étendre | broaden | add; add on to; build out; cast around; deepen; disperse; enlarge; expand; extend; fold open; fold out; give; give to; grow; hand; hand over; hang out; hang outside; increase; increase in number; lay out; make more profound; pass; prolong; put ready; scatter; sow; spread; spread out; sprinkle; stretch; stretch out; strew about; swell; tighten; toss about; unfold; widen |
- | branch out; diversify; extend; widen |
Verwante woorden van "broaden":
Synoniemen voor "broaden":
Antoniemen van "broaden":
Verwante definities voor "broaden":
broaden vorm van broad:
-
broad (broad-shouldered; big)
large d'épaules-
large d'épaules bijvoeglijk naamwoord
-
-
broad (exhaustive; extensive; elaborate; tedious; long-winded; expansive; general; lengthy)
prolixe; verbeux; de façon prolixe; vermeusement; verbeuse; diffus-
prolixe bijvoeglijk naamwoord
-
verbeux bijvoeglijk naamwoord
-
de façon prolixe bijvoeglijk naamwoord
-
vermeusement bijvoeglijk naamwoord
-
verbeuse bijvoeglijk naamwoord
-
diffus bijvoeglijk naamwoord
-
-
broad
-
broad (rough)
global; globalement; approximativement; approximatif-
global bijvoeglijk naamwoord
-
globalement bijvoeglijk naamwoord
-
approximativement bijvoeglijk naamwoord
-
approximatif bijvoeglijk naamwoord
-
-
broad (detailed; elaborate; extensive; exhaustive; in detail; expansive; widespread; wide)
élaboré; approfondi; étendu; de façon détaillée; de façon prolixe; large; grand; étendue; largement; spacieux; diffus; détaillé; en détail; vaste; ample; amplement; extensif; circonstancié; verbeux; verbeuse; verbeusement; dans le détail-
élaboré bijvoeglijk naamwoord
-
approfondi bijvoeglijk naamwoord
-
étendu bijvoeglijk naamwoord
-
de façon détaillée bijvoeglijk naamwoord
-
de façon prolixe bijvoeglijk naamwoord
-
large bijvoeglijk naamwoord
-
grand bijvoeglijk naamwoord
-
étendue bijvoeglijk naamwoord
-
largement bijvoeglijk naamwoord
-
spacieux bijvoeglijk naamwoord
-
diffus bijvoeglijk naamwoord
-
détaillé bijvoeglijk naamwoord
-
en détail bijvoeglijk naamwoord
-
vaste bijvoeglijk naamwoord
-
ample bijvoeglijk naamwoord
-
amplement bijvoeglijk naamwoord
-
extensif bijvoeglijk naamwoord
-
circonstancié bijvoeglijk naamwoord
-
verbeux bijvoeglijk naamwoord
-
verbeuse bijvoeglijk naamwoord
-
verbeusement bijvoeglijk naamwoord
-
dans le détail bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor broad:
Verwante woorden van "broad":
Synoniemen voor "broad":
Antoniemen van "broad":
Verwante definities voor "broad":
Wiktionary: broad
broad
Cross Translation:
noun
adjective
broad
adjective
-
Qui dépasser en largeur et en longueur la mesure ordinaire.
-
commun à tous les individus d’un genre, applicable à un très grand nombre de personnes ou de choses.
- général → general; usual; broad; widespread
-
Qualifie un corps considérer dans l’extension qu’il a d’un de ses côtés à l’autre, lorsqu'on parle de sa plus petite longueur, par opposition à long.
-
grand, large, vaste.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• broad | → meuf | ↔ Schickse — (umgangssprachlich) Frau |
• broad | → large | ↔ breit — einen großen Teil der Zielgruppe umfassend |
• broad | → large | ↔ breit — horizontal seitlich ausgedehnt (in Links-Rechts-Richtung) |
• broad | → ample | ↔ breed — van grote afmeting in de zijdelingse richting |