Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- brightness:
-
bright:
- joyeux; gai; joyeuse; joyeusement; gaiement; gaie; animé; intelligent; malin; brillant; futé; adroit; judicieux; rusé; sagacieux; habile; débrouillard; agile; perspicace; astucieux; ingénieux; roublard; raisonnable; sage; raisonnablement; sensé; intelligemment; sagement; sensément; preste; à la mode; vif; mondain; prestement; dernier cri; alerte; prompt à la riposte; à propos; sagace; tranchant; astucieusement; vive; éveillé; avec ruse; fin; avisé; prompt; au fait; dégourdi; promptement; ingénieusement; évident; manifestement; vivant; clairement; clair; net; concret; palpable; qui s'adresse à vue; joli; luisant; resplendissant; reluisant; avec intelligence; manifeste; flagrant; clair comme le jour; clair comme de l'eau de roche; coloré; multicolore; spiritueux
-
Wiktionary:
- brightness → luminosité, intelligence, brillance, éclat
- bright → brillant, vivide, heureux, intelligent, luisant, clair, lumineux
- bright → clair, futé
Engels
Uitgebreide vertaling voor brightness (Engels) in het Frans
brightness:
-
the brightness (luminosity; clearness; lucidity)
-
the brightness (cleverness; intelligence; sagacity; insight; discernment; smartness)
l'intelligence; l'astuce; la débrouillardise; la ruse; l'habileté; l'ingéniosité; la perspicacité; la sagacité -
the brightness
– The amount of light that is emitted by a computer monitor or picture displayed on the monitor. 1la luminosité
Vertaal Matrix voor brightness:
Verwante woorden van "brightness":
Synoniemen voor "brightness":
Antoniemen van "brightness":
Verwante definities voor "brightness":
Wiktionary: brightness
brightness
noun
brightness
-
the perception elicited by the luminance of an object
- brightness → luminosité
-
intelligence, cleverness
- brightness → intelligence
-
the quality of being bright
- brightness → brillance
noun
-
partie détacher brusquement d’un corps qui éclater.
- éclat → splinter; chip; sliver; burst; brightness; brilliance; glory
brightness vorm van bright:
-
bright (cheerful; enthusiastic; happy; gay; buoyant; sunny; enchanted; vibrant; merry; attentive; amusing; eager; joyful; mystified; joyous; tidy; pleasant; jolly; spell bound; reliable; dependable; festive; trustworthy; under enchantment; passionate; neat; colourful; funny; animated; safe; trusted; clear; colorful; eagre)
– characterized by happiness or gladness 2 -
bright (astute; clever; intelligent; wise; ingenious; sagacious; smart; skilful; sly; wily; crafty; shrewd; skillful)
– characterized by quickness and ease in learning 2intelligent; malin; brillant; futé; adroit; judicieux; rusé; sagacieux; habile; débrouillard; agile; perspicace; astucieux; ingénieux; roublard-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
malin bijvoeglijk naamwoord
-
brillant bijvoeglijk naamwoord
-
futé bijvoeglijk naamwoord
-
adroit bijvoeglijk naamwoord
-
judicieux bijvoeglijk naamwoord
-
rusé bijvoeglijk naamwoord
-
sagacieux bijvoeglijk naamwoord
-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
débrouillard bijvoeglijk naamwoord
-
agile bijvoeglijk naamwoord
-
perspicace bijvoeglijk naamwoord
-
astucieux bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieux bijvoeglijk naamwoord
-
roublard bijvoeglijk naamwoord
-
-
bright (sensible; wise; right-thinking; sane; clever; intelligent; smart)
– characterized by quickness and ease in learning 2raisonnable; intelligent; sage; raisonnablement; malin; sensé; intelligemment; sagement; sensément-
raisonnable bijvoeglijk naamwoord
-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
sage bijvoeglijk naamwoord
-
raisonnablement bijvoeglijk naamwoord
-
malin bijvoeglijk naamwoord
-
sensé bijvoeglijk naamwoord
-
intelligemment bijvoeglijk naamwoord
-
sagement bijvoeglijk naamwoord
-
sensément bijvoeglijk naamwoord
-
-
bright (trendy; fashionable; spry; nimble; sprightly; dapper; worldly minded)
preste; à la mode; vif; mondain; prestement; dernier cri; alerte-
preste bijvoeglijk naamwoord
-
à la mode bijvoeglijk naamwoord
-
vif bijvoeglijk naamwoord
-
mondain bijvoeglijk naamwoord
-
prestement bijvoeglijk naamwoord
-
dernier cri bijvoeglijk naamwoord
-
alerte bijvoeglijk naamwoord
-
-
bright (smart; perky; astute; clever; resourceful; wily; sharp)
– characterized by quickness and ease in learning 2prompt à la riposte; vif; malin; débrouillard; intelligent; à propos; sagace; adroit; tranchant; astucieusement; futé; judicieux; vive; habile; éveillé; avec ruse; fin; alerte; rusé; astucieux; avisé; prompt; au fait; ingénieux; dégourdi; intelligemment; promptement; ingénieusement-
prompt à la riposte bijvoeglijk naamwoord
-
vif bijvoeglijk naamwoord
-
malin bijvoeglijk naamwoord
-
débrouillard bijvoeglijk naamwoord
-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
à propos bijvoeglijk naamwoord
-
sagace bijvoeglijk naamwoord
-
adroit bijvoeglijk naamwoord
-
tranchant bijvoeglijk naamwoord
-
astucieusement bijvoeglijk naamwoord
-
futé bijvoeglijk naamwoord
-
judicieux bijvoeglijk naamwoord
-
vive bijvoeglijk naamwoord
-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
éveillé bijvoeglijk naamwoord
-
avec ruse bijvoeglijk naamwoord
-
fin bijvoeglijk naamwoord
-
alerte bijvoeglijk naamwoord
-
rusé bijvoeglijk naamwoord
-
astucieux bijvoeglijk naamwoord
-
avisé bijvoeglijk naamwoord
-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
au fait bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieux bijvoeglijk naamwoord
-
dégourdi bijvoeglijk naamwoord
-
intelligemment bijvoeglijk naamwoord
-
promptement bijvoeglijk naamwoord
-
ingénieusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
bright (clear; distinct; clear-cut; graphic)
évident; manifestement; vivant; clairement; clair; net; concret; palpable; qui s'adresse à vue-
évident bijvoeglijk naamwoord
-
manifestement bijvoeglijk naamwoord
-
vivant bijvoeglijk naamwoord
-
clairement bijvoeglijk naamwoord
-
clair bijvoeglijk naamwoord
-
net bijvoeglijk naamwoord
-
concret bijvoeglijk naamwoord
-
palpable bijvoeglijk naamwoord
-
qui s'adresse à vue bijvoeglijk naamwoord
-
-
bright (handsome; smart)
-
bright (shiny; reflective; shining; phosphorescent)
– emitting or reflecting light readily or in large amounts 2brillant; luisant; resplendissant; reluisant-
brillant bijvoeglijk naamwoord
-
luisant bijvoeglijk naamwoord
-
resplendissant bijvoeglijk naamwoord
-
reluisant bijvoeglijk naamwoord
-
-
bright (intelligent; smart; knowledgable; wise; sensible; brainy; clever; sharp; brilliant)
– characterized by quickness and ease in learning 2intelligent; intelligemment; avec intelligence-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
intelligemment bijvoeglijk naamwoord
-
avec intelligence bijvoeglijk naamwoord
-
-
bright (evident; obvious; clarifying; as clear as plain day-light; distinct; transparent; clear-cut; clear; flagrant; manifest; clear as daylight; luminous; as plain as day; cooked; done)
évident; manifeste; flagrant; clair comme le jour; clair comme de l'eau de roche-
évident bijvoeglijk naamwoord
-
manifeste bijvoeglijk naamwoord
-
flagrant bijvoeglijk naamwoord
-
clair comme le jour bijvoeglijk naamwoord
-
clair comme de l'eau de roche bijvoeglijk naamwoord
-
-
bright (colourful; blooming; florid; flowered; cheerful; colorful)
– having striking color 2 -
bright (smart; clever; sharp)
-
bright (spirituous; lively; ardent; spirited)
spiritueux-
spiritueux bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor bright:
Verwante woorden van "bright":
Synoniemen voor "bright":
Antoniemen van "bright":
Verwante definities voor "bright":
Wiktionary: bright
bright
Cross Translation:
adjective
bright
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bright | → clair | ↔ licht — Helder van kleur |
• bright | → clair | ↔ hell — leuchtend, nicht dunkel |
• bright | → futé | ↔ hell — klug |
• bright | → clair | ↔ hell — Farblehre: Eine Farbe mit hohem Weißanteil |
• bright | → clair | ↔ licht — leuchtend |