Axe in het Frans vertaald uit het Engels

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

axe:
- hache; hachette; cognée; machette; hachoir; coupe-légumes; machine à hacher
Wiktionary:
- axe → gratte, couperet, cognée, hache
- axe → cognée, hache

Engels

Uitgebreide vertaling voor axe (Engels) in het Frans

the axe (cleaver; chopper; hatchet)
l'hache; l'hachette; la cognée
- hache [la ~] zelfstandig naamwoord
- hachette [la ~] zelfstandig naamwoord
- cognée [la ~] zelfstandig naamwoord
the axe (hatchet; machete; cleaver; splicer; splitter)
la machette; l'hachoir; l'hache; la cognée; le coupe-légumes; la machine à hacher
- machette [la ~] zelfstandig naamwoord
- hachoir [le ~] zelfstandig naamwoord
- hache [la ~] zelfstandig naamwoord
- cognée [la ~] zelfstandig naamwoord
- coupe-légumes [le ~] zelfstandig naamwoord
- machine à hacher [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
cognée	axe; chopper; cleaver; hatchet; machete; splicer; splitter	mattock; pick; pickaxe
coupe-légumes	axe; cleaver; hatchet; machete; splicer; splitter	chopper; mincer; onion chopper; onion slicer
hache	axe; chopper; cleaver; hatchet; machete; splicer; splitter
hachette	axe; chopper; cleaver; hatchet
hachoir	axe; cleaver; hatchet; machete; splicer; splitter	chopper; chopping-board; meat-mincer; mincer; mincing-machine
machette	axe; cleaver; hatchet; machete; splicer; splitter
machine à hacher	axe; cleaver; hatchet; machete; splicer; splitter	chopper; mincer; splicer
-	ax
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	ax

axe

noun

axe

noun

(vieilli) instrument tranchant fait en forme de hache et qui servir à couper du gros bois.
- cognée → axe; hatchet
guitare
- gratte → axe
Instrument de fer servant à couper
- hache → axe

Cross Translation:

From	To	Via
• axe	→ cognée; hache	↔ Axt — kurzes, großes, meist mit zwei Händen zu führendes Schlagwerkzeug mit scharfer Klinge (zum Spalten von Holz, zum Zerlegen von Tieren und zu anderem); das älteste Werkzeug zur Bearbeitung von Holz
• axe	→ hache	↔ Beil — Kurzes, kleines, meist in einer Hand zu führendes Schlagwerkzeug mit scharfer Klinge (zum Spalten von Holz, zum Zerlegen von Tieren und zu anderem)