Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
-
appealing:
- attractif; attrayant; adorable; belle; séduisant; attirant; beau; joli; ravissant; charmant; mignon; mignonne; gracieusement; alléchant; tentant; d'une manière charmante; d'une manière attrayante; chouette; sympa; drôle; aimable; bien; sympathiquement; gentil; gentille; plaisant; amusant; gai; chéri; amicalement; aimablement; marrant; chère; cher; gentiment; accueillant; amical; envoûtant; d'une façon charmante; efficace; accrocheur
-
appeal:
- demande; réquisition; requête; réclamation; pétition; lettre de réclamation; plainte; griefs d'appel; prière; imploration; supplication; adjuration; appel; voie de recours; pouvoir de séduction; caractère attrayant; charme; fascination; enchantement; envoûtement; appas; attrait; attraction; attirance; ensorcellement; pouvoir magique
- demander; prier; requérir; solliciter; exiger; supplier; se réclamer de; aller en appel; invoquer; s'autoriser; appeler; implorer; adjurer; conjurer; faire appel; faire opposition; mentionner
-
Wiktionary:
- appealing → attractif
- appealing → attrayant, charmant, sympathique, sympa, extra, gentil, super
- appeal → appel, attrait, plaisir, recours
- appeal → plaire, appeler, appel, interjeter, allécher, appâter, faire appel, plaider, solliciter
- appeal → appel, recours, prière, demande, attirance, attraction, pourvoi en cassation, en, invoquer, appeler, agir, attrait
Engels
Uitgebreide vertaling voor appealing (Engels) in het Frans
appealing:
-
appealing (adorable; attractive; cute; enchanting; charming; sweet; lovely)
attractif; attrayant; adorable; belle; séduisant; attirant; beau; joli; ravissant; charmant-
attractif bijvoeglijk naamwoord
-
attrayant bijvoeglijk naamwoord
-
adorable bijvoeglijk naamwoord
-
belle bijvoeglijk naamwoord
-
séduisant bijvoeglijk naamwoord
-
attirant bijvoeglijk naamwoord
-
beau bijvoeglijk naamwoord
-
joli bijvoeglijk naamwoord
-
ravissant bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
-
appealing (alluring; tempting; attractive; desireable; inviting)
attrayant; séduisant; mignon; ravissant; mignonne; gracieusement; joli; adorable; attirant; alléchant; beau; belle; tentant; attractif; charmant-
attrayant bijvoeglijk naamwoord
-
séduisant bijvoeglijk naamwoord
-
mignon bijvoeglijk naamwoord
-
ravissant bijvoeglijk naamwoord
-
mignonne bijvoeglijk naamwoord
-
gracieusement bijvoeglijk naamwoord
-
joli bijvoeglijk naamwoord
-
adorable bijvoeglijk naamwoord
-
attirant bijvoeglijk naamwoord
-
alléchant bijvoeglijk naamwoord
-
beau bijvoeglijk naamwoord
-
belle bijvoeglijk naamwoord
-
tentant bijvoeglijk naamwoord
-
attractif bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
-
appealing (attractive; inviting; attracting; alluring; enchanting; adorable; lovely; charming)
attractif; attirant; charmant; séduisant; attrayant; tentant; beau; mignon; ravissant; alléchant; joli; belle; mignonne; adorable; d'une manière charmante; d'une manière attrayante-
attractif bijvoeglijk naamwoord
-
attirant bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
séduisant bijvoeglijk naamwoord
-
attrayant bijvoeglijk naamwoord
-
tentant bijvoeglijk naamwoord
-
beau bijvoeglijk naamwoord
-
mignon bijvoeglijk naamwoord
-
ravissant bijvoeglijk naamwoord
-
alléchant bijvoeglijk naamwoord
-
joli bijvoeglijk naamwoord
-
belle bijvoeglijk naamwoord
-
mignonne bijvoeglijk naamwoord
-
adorable bijvoeglijk naamwoord
-
d'une manière charmante bijvoeglijk naamwoord
-
d'une manière attrayante bijvoeglijk naamwoord
-
-
appealing (sympathetic; engaging; nice; congenial; winsome; likable; endearing)
joli; chouette; sympa; drôle; aimable; bien; sympathiquement; gentil; gentille; plaisant; mignonne; mignon; amusant; gai; chéri; amicalement; aimablement; marrant; chère; cher; gentiment; accueillant; amical-
joli bijvoeglijk naamwoord
-
chouette bijvoeglijk naamwoord
-
sympa bijvoeglijk naamwoord
-
drôle bijvoeglijk naamwoord
-
aimable bijvoeglijk naamwoord
-
bien bijvoeglijk naamwoord
-
sympathiquement bijvoeglijk naamwoord
-
gentil bijvoeglijk naamwoord
-
gentille bijvoeglijk naamwoord
-
plaisant bijvoeglijk naamwoord
-
mignonne bijvoeglijk naamwoord
-
mignon bijvoeglijk naamwoord
-
amusant bijvoeglijk naamwoord
-
gai bijvoeglijk naamwoord
-
chéri bijvoeglijk naamwoord
-
amicalement bijvoeglijk naamwoord
-
aimablement bijvoeglijk naamwoord
-
marrant bijvoeglijk naamwoord
-
chère bijvoeglijk naamwoord
-
cher bijvoeglijk naamwoord
-
gentiment bijvoeglijk naamwoord
-
accueillant bijvoeglijk naamwoord
-
amical bijvoeglijk naamwoord
-
-
appealing (charming; nice; sweet; lovely; endearing; congenial; winsome; alluring; likable; engaging; entrancing; attractive)
gentil; sympa; sympathiquement; plaisant; mignon; charmant; adorable; attirant; séduisant; gentiment; aimable; accueillant; alléchant; ravissant; amical; envoûtant; aimablement; amicalement; d'une manière charmante; d'une façon charmante-
gentil bijvoeglijk naamwoord
-
sympa bijvoeglijk naamwoord
-
sympathiquement bijvoeglijk naamwoord
-
plaisant bijvoeglijk naamwoord
-
mignon bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
adorable bijvoeglijk naamwoord
-
attirant bijvoeglijk naamwoord
-
séduisant bijvoeglijk naamwoord
-
gentiment bijvoeglijk naamwoord
-
aimable bijvoeglijk naamwoord
-
accueillant bijvoeglijk naamwoord
-
alléchant bijvoeglijk naamwoord
-
ravissant bijvoeglijk naamwoord
-
amical bijvoeglijk naamwoord
-
envoûtant bijvoeglijk naamwoord
-
aimablement bijvoeglijk naamwoord
-
amicalement bijvoeglijk naamwoord
-
d'une manière charmante bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon charmante bijvoeglijk naamwoord
-
-
appealing
– Compelling and/or attractive in appearance. 1
Vertaal Matrix voor appealing:
Verwante woorden van "appealing":
Synoniemen voor "appealing":
Antoniemen van "appealing":
Verwante definities voor "appealing":
appeal:
-
the appeal (petition)
-
the appeal (petition)
-
the appeal (supplication; request; plea; entreaty; prayer)
-
the appeal
-
the appeal
-
the appeal (attractiveness)
-
the appeal (charm; fascination; enchantment; attractiveness; enticement; splendidness)
la fascination; l'enchantement; l'envoûtement; le charme; l'appas; l'attrait; l'attraction; l'attirance; l'ensorcellement; le pouvoir de séduction; le pouvoir magique
-
to appeal (request; require; ask; apply to; query; petition; beg; examine; pretest; test; try out; try)
demander; prier; requérir; solliciter; exiger; supplier-
demander werkwoord (demande, demandes, demandons, demandez, demandent, demandais, demandait, demandions, demandiez, demandaient, demandai, demandas, demanda, demandâmes, demandâtes, demandèrent, demanderai, demanderas, demandera, demanderons, demanderez, demanderont)
-
prier werkwoord (prie, pries, prions, priez, prient, priais, priait, priions, priiez, priaient, priai, prias, pria, priâmes, priâtes, prièrent, prierai, prieras, priera, prierons, prierez, prieront)
-
requérir werkwoord (requiers, requiert, requérons, requérez, requièrent, requérais, requérait, requérions, requériez, requéraient, requis, requit, requîmes, requîtes, requirent, requerrai, requerras, requerra, requerrons, requerrez, requerront)
-
solliciter werkwoord (sollicite, sollicites, sollicitons, sollicitez, sollicitent, sollicitais, sollicitait, sollicitions, sollicitiez, sollicitaient, sollicitai, sollicitas, sollicita, sollicitâmes, sollicitâtes, sollicitèrent, solliciterai, solliciteras, sollicitera, solliciterons, solliciterez, solliciteront)
-
exiger werkwoord (exige, exiges, exigeons, exigez, exigent, exigeais, exigeait, exigions, exigiez, exigeaient, exigeai, exigeas, exigea, exigeâmes, exigeâtes, exigèrent, exigerai, exigeras, exigera, exigerons, exigerez, exigeront)
-
supplier werkwoord (supplie, supplies, supplions, suppliez, supplient, suppliais, suppliait, suppliions, suppliiez, suppliaient, suppliai, supplias, supplia, suppliâmes, suppliâtes, supplièrent, supplierai, supplieras, suppliera, supplierons, supplierez, supplieront)
-
-
to appeal
se réclamer de; aller en appel; invoquer; s'autoriser-
se réclamer de werkwoord
-
aller en appel werkwoord
-
invoquer werkwoord (invoque, invoques, invoquons, invoquez, invoquent, invoquais, invoquait, invoquions, invoquiez, invoquaient, invoquai, invoquas, invoqua, invoquâmes, invoquâtes, invoquèrent, invoquerai, invoqueras, invoquera, invoquerons, invoquerez, invoqueront)
-
s'autoriser werkwoord
-
-
to appeal (lodge an appeal; protest)
-
to appeal (beg; plead; request; implore; beseech; pray; query; ask)
prier; supplier; implorer; adjurer; conjurer-
prier werkwoord (prie, pries, prions, priez, prient, priais, priait, priions, priiez, priaient, priai, prias, pria, priâmes, priâtes, prièrent, prierai, prieras, priera, prierons, prierez, prieront)
-
supplier werkwoord (supplie, supplies, supplions, suppliez, supplient, suppliais, suppliait, suppliions, suppliiez, suppliaient, suppliai, supplias, supplia, suppliâmes, suppliâtes, supplièrent, supplierai, supplieras, suppliera, supplierons, supplierez, supplieront)
-
implorer werkwoord (implore, implores, implorons, implorez, implorent, implorais, implorait, implorions, imploriez, imploraient, implorai, imploras, implora, implorâmes, implorâtes, implorèrent, implorerai, imploreras, implorera, implorerons, implorerez, imploreront)
-
adjurer werkwoord
-
conjurer werkwoord (conjure, conjures, conjurons, conjurez, conjurent, conjurais, conjurait, conjurions, conjuriez, conjuraient, conjurai, conjuras, conjura, conjurâmes, conjurâtes, conjurèrent, conjurerai, conjureras, conjurera, conjurerons, conjurerez, conjureront)
-
-
to appeal (lodge an appeal)
faire appel-
faire appel werkwoord
-
-
to appeal (appeal against)
faire opposition; appeler; mentionner-
faire opposition werkwoord
-
appeler werkwoord (appelle, appelles, appelons, appelez, appellent, appelais, appelait, appelions, appeliez, appelaient, appelai, appelas, appela, appelâmes, appelâtes, appelèrent, appellerai, appelleras, appellera, appellerons, appellerez, appelleront)
-
mentionner werkwoord (mentionne, mentionnes, mentionnons, mentionnez, mentionnent, mentionnais, mentionnait, mentionnions, mentionniez, mentionnaient, mentionnai, mentionnas, mentionna, mentionnâmes, mentionnâtes, mentionnèrent, mentionnerai, mentionneras, mentionnera, mentionnerons, mentionnerez, mentionneront)
-
Conjugations for appeal:
present
- appeal
- appeal
- appeals
- appeal
- appeal
- appeal
simple past
- appealed
- appealed
- appealed
- appealed
- appealed
- appealed
present perfect
- have appealed
- have appealed
- has appealed
- have appealed
- have appealed
- have appealed
past continuous
- was appealing
- were appealing
- was appealing
- were appealing
- were appealing
- were appealing
future
- shall appeal
- will appeal
- will appeal
- shall appeal
- will appeal
- will appeal
continuous present
- am appealing
- are appealing
- is appealing
- are appealing
- are appealing
- are appealing
subjunctive
- be appealed
- be appealed
- be appealed
- be appealed
- be appealed
- be appealed
diverse
- appeal!
- let's appeal!
- appealed
- appealing
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor appeal:
Verwante woorden van "appeal":
Synoniemen voor "appeal":
Antoniemen van "appeal":
Verwante definities voor "appeal":
Wiktionary: appeal
appeal
Cross Translation:
noun
appeal
-
application for the removal of a cause to a superior judge for reexamination
- appeal → appel
-
The power to attract or interest
- appeal → attrait
-
to be attractive
- appeal → plaire
-
to call upon another to decide a question controverted, to corroborate a statement, to vindicate one's rights, etc
- appeal → appeler
-
to apply for the removal of a cause from an inferior to a superior judge or court for the purpose of reexamination of for decision
- appeal → appel; interjeter
verb
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• appeal | → appel | ↔ Aufruf — öffentlicher Appell, etwas zu tun oder zu unterlassen |
• appeal | → appel; recours | ↔ Berufung — Rechtsmittel gegen einen Bescheid oder ein Gerichtsurteil |
• appeal | → prière; demande | ↔ Bitte — höfliche Ausdrucksform eines Wunsches, einer Aufforderung, eines Ersuchens |
• appeal | → attirance; attraction | ↔ Reiz — verlockende Wirkung, die von einer Sache oder Person ausgeht |
• appeal | → pourvoi en cassation | ↔ Revision — Recht: Rechtsmittel zur Überprüfung eines gerichtlichen Urteils |
• appeal | → en; invoquer; appeler | ↔ anrufen — (transitiv) jemanden bitten, sich als Helfer, Vermittler oder dergleichen entscheidend in etwas einzuschalten/auf etwas Einfluss zu nehmen |
• appeal | → agir | ↔ einwirken — bestimmen oder zu bestimmen versuchen, wie sich jemand entscheidet |
• appeal | → appel | ↔ Appell — dringende Aufforderung, Mahnung |
• appeal | → attrait | ↔ Anziehungskraft — (auf Menschen): Eigenschaft, Interesse zu erwecken, zu faszinieren |