Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. absence:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor absence (Engels) in het Frans

absence:

absence [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the absence (non-attendance)
    l'absence
    • absence [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. the absence (failing)
    le défaut
    • défaut [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor absence:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absence absence; non-attendance absenteeism; famine; needyness; paucity; scantiness; scarcity; shortage; tightness
défaut absence; failing blank; blunder; defect; deficiency; deficit; disability; error; failing; failure; fault; feebleness; flaw; gap; gas; handicap; hiatus; hoot; howler; immorality; impediment; imperfection; incorrectness; insufficiency; lack; lacuna; machine defect; mistake; oversight; scream; shortage; shortcoming; shortfall; sin; slip; vice; void; want; weakness
- absence seizure
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
- failure to attend

Verwante woorden van "absence":

  • absences

Synoniemen voor "absence":


Antoniemen van "absence":


Verwante definities voor "absence":

  1. failure to be present1
  2. the state of being absent1
    • he was surprised by the absence of any explanation1
  3. the occurrence of an abrupt, transient loss or impairment of consciousness (which is not subsequently remembered), sometimes with light twitching, fluttering eyelids, etc.; common in petit mal epilepsy1
  4. the time interval during which something or somebody is away1

Wiktionary: absence

absence
noun
  1. inattention to things present
  2. lack; deficiency; nonexistence
  3. state of being away
absence
Cross Translation:
FromToVia
absence absence afwezigheid — het afwezig zijn op een bepaald tijdstip en plaats
absence absence Abwesenheit — Der Zustand, dass man körperlich nicht zugegen ist
absence absence Absenzschweizerisch, österreichisch, in Deutschland bildungssprachlich: Abwesenheit, Fehlen

Verwante vertalingen van absence