Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- rightness:
-
right:
- juste; satisfaisant; approprié; correct; correctement; précisément; soigneusement; avec application; exact; exactement; précis; minutieux; minutieuse; minutieusement; à droite; de droite; droitier; corect; justement; en règle; bien; parfait; bon; d'accord; venant de; tout à l'heure; à l'instant; honnêtement; équitable; loyal; franchement; honnête; de bonne foi; franc; sincère; fair-play; légitime; de jeu; avec justice; avec équité; avec raison; convenable; adéquat; convenablement
- droit; justice; équité; raison
- à droite
-
Wiktionary:
- rightness → bien-fondé
- rightness → exactitude
- right → droit, correct, juste, bon, droite, de droite, convenable, exact, rectangle, vrai
- right → à droite
- right → non, n'est-ce pas, hein
- right → droit, droite, juste
- right → corriger, redresser, se redresser
- right → proprement, droite, droit, faculté, prétention, main droite, dextre, n'est-ce pas, hein, exact, vrai, juste
Engels
Uitgebreide vertaling voor rightness (Engels) in het Frans
rightness:
-
the rightness (correctness; exactitude)
-
the rightness (justness; soundness)
Vertaal Matrix voor rightness:
Verwante woorden van "rightness":
Synoniemen voor "rightness":
Antoniemen van "rightness":
Verwante definities voor "rightness":
Wiktionary: rightness
rightness
Cross Translation:
noun
-
conformité
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• rightness | → exactitude | ↔ Richtigkeit — der Zustand, richtig zu sein |
right:
-
right (correct; accurate; precise)
juste; satisfaisant; approprié; correct; correctement; précisément; soigneusement; avec application; exact; exactement; précis; minutieux; minutieuse; minutieusement-
juste bijvoeglijk naamwoord
-
satisfaisant bijvoeglijk naamwoord
-
approprié bijvoeglijk naamwoord
-
correct bijvoeglijk naamwoord
-
correctement bijvoeglijk naamwoord
-
précisément bijvoeglijk naamwoord
-
soigneusement bijvoeglijk naamwoord
-
avec application bijvoeglijk naamwoord
-
exact bijvoeglijk naamwoord
-
exactement bijvoeglijk naamwoord
-
précis bijvoeglijk naamwoord
-
minutieux bijvoeglijk naamwoord
-
minutieuse bijvoeglijk naamwoord
-
minutieusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
right (correct)
-
right
-
right (true; truethfull; precise; exact)
-
right (agree; correct; fine; good)
-
right (just now; a moment ago)
venant de; tout à l'heure; à l'instant-
venant de bijvoeglijk naamwoord
-
tout à l'heure bijvoeglijk naamwoord
-
à l'instant bijvoeglijk naamwoord
-
-
right (fair; sporting)
honnêtement; équitable; loyal; franchement; honnête; juste; de bonne foi; franc; sincère; fair-play; légitime; de jeu; avec justice; avec équité; avec raison-
honnêtement bijvoeglijk naamwoord
-
équitable bijvoeglijk naamwoord
-
loyal bijvoeglijk naamwoord
-
franchement bijvoeglijk naamwoord
-
honnête bijvoeglijk naamwoord
-
juste bijvoeglijk naamwoord
-
de bonne foi bijvoeglijk naamwoord
-
franc bijvoeglijk naamwoord
-
sincère bijvoeglijk naamwoord
-
fair-play bijvoeglijk naamwoord
-
légitime bijvoeglijk naamwoord
-
de jeu bijvoeglijk naamwoord
-
avec justice bijvoeglijk naamwoord
-
avec équité bijvoeglijk naamwoord
-
avec raison bijvoeglijk naamwoord
-
-
right (appropriate; suitable; applicable; relevant; apposite; apt; fitting)
approprié; convenable; adéquat; convenablement-
approprié bijvoeglijk naamwoord
-
convenable bijvoeglijk naamwoord
-
adéquat bijvoeglijk naamwoord
-
convenablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
the right (justice; righteousness)
-
the right
-
right (right turn; to the right)
Vertaal Matrix voor right:
Verwante woorden van "right":
Synoniemen voor "right":
Antoniemen van "right":
Verwante definities voor "right":
Wiktionary: right
right
Cross Translation:
adjective
right
-
straight, not bent
- right → droit
-
complying with justice, correct
-
of direction
-
conservative
- right → de droite
-
legal or moral entitlement
- right → droit
-
right, not left, side
- right → droite
-
right-wing politicians and parties
- right → droite
-
to correct
- right → corriger
-
to set upright
- right → redresser
-
(intransitive) to return to normal upright position
- right → se redresser
adjective
-
Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose.
- convenable → of use; suitable; appropriate; apt; due; expedient; right; useful; fitting; applicable; convenient; handy; opportune; advantageous; comfortable; becoming; seemly; proper; decent; adequate
-
Qui est du côté opposé à celui de son cœur (en supposant que son cœur est du même côté que pour la majorité des être humain), ou encore du côté de celui de la main qui sert à écrire chez la majorité (dans le cas où on parle de soi, car on utilise cet adjectif en adoptant le point de vue de la
- droit → direct; straight; erect; straightforward; square; right-angle; right; faithful; loyal; upright; staunch; true; trusty; right-hand
-
Qui suivre rigoureusement la vérité, la convention.
-
Exact
-
géométrie|fr Se dit d’un triangle qui a un angle droit.
-
Qui est conforme à la vérité, à ce qui est réellement.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• right | → droite; droit | ↔ rechts — tegenovergestelde van links |
• right | → droit | ↔ recht — het geheel van rechtsregels en instituties van het recht |
• right | → droit; faculté; prétention | ↔ Recht — Recht im subjektiven Sinn: Befugnis einer Person, etwas zu tun oder zu unterlassen, die sich aus dem Recht im objektiven Sinn ableiten lässt |
• right | → droit | ↔ Recht — ohne Plural: ein Anspruch, der nach dem Rechtsempfinden der Menschen und der Rechtsordnung gerecht und richtig ist |
• right | → droite | ↔ Rechte — Sport, Boxen: ein Schlag, ein Treffer mit der rechten Hand |
• right | → droite | ↔ Rechte — Politik: konservative Partei |
• right | → main droite; droite; dextre | ↔ Rechte — die rechte Hand |
• right | → n'est-ce pas; hein | ↔ gell — süddeutsch, österreichisch, schweizerdeutsch, auch elsässisch (umgangssprachlich): nicht wahr? Eine die Satzaussage verstärkende Partikel, die sowohl in Aussage- als auch in Frage- oder Aufforderungssätzen verwendet werden kann; mitunter auch für Sachverhalte verwendet, die für den Sprecher oder den Angesprochenen |
• right | → droit | ↔ recht — nur attributiv, also mit einer Deklinationsendung; keine Steigerung: zu der Seite gehörig, auf der die meisten Menschen das Herz nicht haben |
• right | → droit | ↔ rechts — die gegensätzliche Richtung/ Seite zu links. Dieser Pfeil \rightarrow \! zeigt nach rechts |
• right | → droit | ↔ rechts — die politisch konservative Richtung charakterisierend |
• right | → exact; vrai; juste | ↔ richtig — wahr, nicht falsch |
• right | → droit | ↔ Anrecht — Berechtigung, eine Sache zu erwerben oder in Anspruch zu nehmen |
Computer vertaling door derden: