Miser: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

miser:
- traficoteur; grippe-sou; avare; racloir; mauvaise humeur; chagrin
Wiktionary:
- miser → avare, avaricieux
- miser → avare, grippe-sou, grigou, pingre, harpagon, rapiat

Frans naar Engels: Meer gegevens...

miser:
- bet; wager; bet on; mobilize; mobilise
Wiktionary:
- miser → fuck, bone, screw, bonk

Engels

Uitgebreide vertaling voor miser (Engels) in het Frans

miser:

miser [the ~] zelfstandig naamwoord

the miser (haggler; niggard; money-grub; skinflint; short arms deep pockets)
le traficoteur; le grippe-sou; l'avare; le racloir
- traficoteur [le ~] zelfstandig naamwoord
- grippe-sou [le ~] zelfstandig naamwoord
- avare [le ~] zelfstandig naamwoord
- racloir [le ~] zelfstandig naamwoord
the miser (skin-flint)
le grippe-sou; l'avare
- grippe-sou [le ~] zelfstandig naamwoord
- avare [le ~] zelfstandig naamwoord
the miser (sourpuss)
la mauvaise humeur; le chagrin
- mauvaise humeur [la ~] zelfstandig naamwoord
- chagrin [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor miser:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avare	haggler; miser; money-grub; niggard; short arms deep pockets; skin-flint; skinflint	avarice; greed for money; love of money
chagrin	miser; sourpuss	alarm; annoyance; anxiety; chagrin; concern; distress; grief; melancholy; mournfulness; sadness; sorrow; uneasiness; vexation; worry
grippe-sou	haggler; miser; money-grub; niggard; short arms deep pockets; skin-flint; skinflint	cheapskate; haggleress; horse-trader; shady trader; trafficker
mauvaise humeur	miser; sourpuss	displeasure; grumpiness; irritability; moodiness; peevishness; pique; susceptibility; testiness; touchiness
racloir	haggler; miser; money-grub; niggard; short arms deep pockets; skinflint	scraper; scraping-knife; scriber
traficoteur	haggler; miser; money-grub; niggard; short arms deep pockets; skinflint	cheapskate; horse-trader; shady trader; trafficker
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	cheapskate; skinflint
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
avare		avaricious; miserly; niggardly; pinchy; stingy
chagrin		melancholic; nostalgic; pensive; sad; wistful

Verwante woorden van "miser":

miserable, misers, miserly

Synoniemen voor "miser":

hoarder

Verwante definities voor "miser":

a stingy hoarder of money and possessions (often living miserably)¹

Wiktionary: miser

miser

noun

skinflint or scrooge
- miser → avare

miser

noun

Personne avare.
- avare → miser; scrooge
substantif de l’adjectif : personne qui est d’une avarice mesquine.
- avaricieux → miser

Cross Translation:

From	To	Via
• miser	→ avare	↔ vrek — iemand die ongepaste zuinigheid betracht
• miser	→ avare	↔ gierigaard — vrek
• miser	→ grippe-sou	↔ Filz — (umgangssprachlich) abwertend: geiziger Mensch
• miser	→ avare; grigou; pingre; harpagon; rapiat	↔ Geizhals — sehr geizige Person; jemand, der sehr wenig Neigung hat, anderen etwas zu geben oder überhaupt etwas auszugeben

Frans

Uitgebreide vertaling voor miser (Frans) in het Engels

miser:

miser werkwoord (mise, mises, misons, misez, misent, misais, misait, misions, misiez, misaient, misai, misas, misa, misâmes, misâtes, misèrent, miserai, miseras, misera, miserons, miserez, miseront)

miser (parier; perdre)
to bet; to wager; to bet on
- bet werkwoord (bets, betting)
- wager werkwoord (wagers, wagered, wagering)
- bet on werkwoord (bets on, betting on)
miser (mobiliser; engager)
to mobilize; to mobilise
- mobilize werkwoord, Amerikaans (mobilizes, mobilized, mobilzing)
- mobilise werkwoord, Brits

Conjugations for miser:

Présent

mise
mises
mise
misons
misez
misent

imparfait

misais
misais
misait
misions
misiez
misaient

passé simple

misai
misas
misa
misâmes
misâtes
misèrent

futur simple

miserai
miseras
misera
miserons
miserez
miseront

subjonctif présent

que je mise
que tu mises
qu'il mise
que nous misions
que vous misiez
qu'ils misent

conditionnel présent

miserais
miserais
miserait
miserions
miseriez
miseraient

passé composé

ai misé
as misé
a misé
avons misé
avez misé
ont misé

divers

mise!
misez!
misons!
misé
misant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor miser:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bet		pari
wager		coup d'audace; pari; risque
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bet	miser; parier; perdre	faire des spéculations; jouer; parier; prendre le risque; spéculer
bet on	miser; parier; perdre
mobilise	engager; miser; mobiliser
mobilize	engager; miser; mobiliser
wager	miser; parier; perdre

Synoniemen voor "miser":

boursicoter; agioter; hasarder; jouer; spéculer; trafiquer; parier; gager; risquer; engager; ponter

Wiktionary: miser

Cross Translation:

From	To	Via
• miser	→ fuck; bone; screw; bonk	↔ ficken — vulgär, transitiv, intransitiv: den Geschlechtsakt vollziehen, koitieren

Engelse en Franse zoekresultaten voor: miser

Uitgebreide vertaling voor miser (Engels) in het Frans

miser:

miser [the ~] zelfstandig naamwoord

the miser (haggler; niggard; money-grub; skinflint; short arms deep pockets)

the miser (skin-flint)

the miser (sourpuss)

Vertaal Matrix voor miser:

Verwante woorden van "miser":

Synoniemen voor "miser":

Verwante definities voor "miser":

Wiktionary: miser

Uitgebreide vertaling voor miser (Frans) in het Engels

miser:

miser werkwoord (mise, mises, misons, misez, misent, misais, misait, misions, misiez, misaient, misai, misas, misa, misâmes, misâtes, misèrent, miserai, miseras, misera, miserons, miserez, miseront)

miser (parier; perdre)

miser (mobiliser; engager)

Conjugations for miser:

Présent

imparfait

passé simple

futur simple

subjonctif présent

conditionnel présent

passé composé

divers

Vertaal Matrix voor miser:

Synoniemen voor "miser":

Wiktionary: miser