Bureau: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

bureau:
- bureau; table de bureau; table de travail; office; organisation; organisme; structure; instance; organe; institut
Wiktionary:
- bureau → commode, chiffonnier, secrétaire, bureau, agence
- bureau → bureau, siège, Siège, salle de travail du personnel, cabinet, cabinet de travail

Frans naar Engels: Meer gegevens...

bureau:
- desk; work place; worktable; writing-table; bureau; workplace; work station; place of work; study
Bureau:
- desktop; Work
Wiktionary:
- bureau → desk, office, law office, bureau, cabinet, desktop, buro, precinct
- bureau → office, desk, writing desk, writing-desk, bureau, workroom, study, home office

Engels

Uitgebreide vertaling voor bureau (Engels) in het Frans

bureau:

bureau [the ~] zelfstandig naamwoord

the bureau
le bureau; la table de bureau; la table de travail; l'office; l'organisation; l'organisme; la structure; l'instance; l'organe; l'institut
- bureau [le ~] zelfstandig naamwoord
- table de bureau [la ~] zelfstandig naamwoord
- table de travail [la ~] zelfstandig naamwoord
- office [le ~] zelfstandig naamwoord
- organisation [la ~] zelfstandig naamwoord
- organisme [le ~] zelfstandig naamwoord
- structure [la ~] zelfstandig naamwoord
- instance [la ~] zelfstandig naamwoord
- organe [le ~] zelfstandig naamwoord
- institut [le ~] zelfstandig naamwoord
the bureau (organization; office; organisation)
l'organisation; l'instance; l'institut; l'organisme; l'organe
- organisation [la ~] zelfstandig naamwoord
- instance [la ~] zelfstandig naamwoord
- institut [le ~] zelfstandig naamwoord
- organisme [le ~] zelfstandig naamwoord
- organe [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bureau:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bureau	bureau	desk; place of work; study; work place; work station; workplace; worktable; writing-table
instance	bureau; office; organisation; organization	definition of a problem; instance; interpellation; problem; question; request
institut	bureau; office; organisation; organization	boarding school; institution
office	bureau	divine service; function; installment; instalment; job; position; post; religious worship; scullery
organe	bureau; office; organisation; organization
organisation	bureau; office; organisation; organization	faction; management; organization; organizing; organizing committee
organisme	bureau; office; organisation; organization	organism
structure	bureau	building; composition; construction; establishment; existing order; layout; structure
table de bureau	bureau
table de travail	bureau	desk; worktable
-	agency; authority; chest; chest of drawers; dresser; federal agency; government agency; office
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	chiffonier; chiffonnier

Verwante woorden van "bureau":

bureaus, bureaux

Synoniemen voor "bureau":

agency; federal agency; government agency; office; authority; administrative unit; administrative body
chest of drawers; chest; dresser; furniture; piece of furniture; article of furniture

Verwante definities voor "bureau":

furniture with drawers for keeping clothes¹
an administrative unit of government¹

Wiktionary: bureau

bureau

noun

chest of drawers for clothes
- bureau → commode; chiffonnier
desk
- bureau → secrétaire; bureau
office
- bureau → agence; bureau

bureau

noun

(vieilli) désuet|fr étoffe de bure.
- bureau → desk; office; law office; bureau; cabinet
Meuble
- commode → dresser; chest of drawers; bureau

Cross Translation:

From	To	Via
• bureau	→ bureau	↔ Büro — Dienststelle oder Geschäftsräumlichkeit, in der verschiedene schriftliche oder verwaltungstechnische Arbeiten erledigt werden
• bureau	→ siège; Siège	↔ Stuhl — übertragen: bildungssprachlicher Begriff für ein Amt
• bureau	→ salle de travail du personnel; cabinet; cabinet de travail; bureau	↔ Arbeitszimmer — ein Raum eines Hauses, in dem berufliche Arbeiten ausgeführt werden

Verwante vertalingen van bureau

Frans

Uitgebreide vertaling voor bureau (Frans) in het Engels

bureau:

bureau [le ~] zelfstandig naamwoord

le bureau
the desk; the work place; the worktable; the writing-table
- desk [the ~] zelfstandig naamwoord
- work place [the ~] zelfstandig naamwoord
- worktable [the ~] zelfstandig naamwoord
- writing-table [the ~] zelfstandig naamwoord
le bureau (table de bureau; table de travail; office; organisation; organisme; structure; instance; organe; institut)
the bureau
- bureau [the ~] zelfstandig naamwoord
le bureau (lieu de travail)
the workplace; the work station; the place of work
- workplace [the ~] zelfstandig naamwoord
- work station [the ~] zelfstandig naamwoord
- place of work [the ~] zelfstandig naamwoord
le bureau (cabinet de travail; bureau de travail; bureau d'étude; cabinet d'étude)
the study
– a room used for reading and writing and studying ¹
- study [the ~] zelfstandig naamwoord
  - he knocked lightly on the closed door of the study¹
le bureau (table de travail)
the worktable; the desk
- worktable [the ~] zelfstandig naamwoord
- desk [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bureau:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bureau	bureau; instance; institut; office; organe; organisation; organisme; structure; table de bureau; table de travail	instance; institut; organe; organisation; organisme
desk	bureau; table de travail	banc d'école; comptoir; pupitre d'écolier; réception; table d'école
place of work	bureau; lieu de travail
study	bureau; bureau d'étude; bureau de travail; cabinet d'étude; cabinet de travail	cabinet de médecin; cours; entraînement; exercice; formation; pièce d'entraînement; pratique; étude
work place	bureau
work station	bureau; lieu de travail
workplace	bureau; lieu de travail	lieu de travail
worktable	bureau; table de travail
writing-table	bureau
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
study		apprendre; bûcher; chercher; enseigner; examiner; faire des recherches; faire des études; faire l'apprentissage de; former; fourrer quelque chose dans le crâne en étudiant bien fort; inspecter; instruire; lire; ouvrir une enquête; piocher; potasser; rechercher; s'entraîner à; s'informer; s'initier à; travailler; vérifier; étudier

Synoniemen voor "bureau":

cabinet; agence; assemblée; directoire; ordo; organisme; organisation; office; service; corps; administration; pupitre; lutrin; secrétariat; chancellerie; table; repas; tableau

Wiktionary: bureau

bureau

noun

(vieilli) désuet|fr étoffe de bure.
- bureau → desk; office; law office; bureau; cabinet

bureau

noun

building or room
- office → bureau
on-screen background
- desktop → bureau
table for writing and reading
- desk → bureau; pupitre
desk
- buro; bureau → secrétaire; bureau
office
- buro; bureau → agence; bureau
subdivision of a city or town for the purposes of voting and representation in city or town government
- precinct → bureau; canton

Cross Translation:

From	To	Via
• bureau	→ office	↔ kantoor — een instelling waar allerlei administratieve handelingen worden uitgevoerd
• bureau	→ office	↔ buro — een kantoor
• bureau	→ desk	↔ buro — een werkmeubel voor administratief- en studiewerk.
• bureau	→ office	↔ bureau — een (politie)kantoor
• bureau	→ desk; writing desk; writing-desk	↔ bureau — een werkmeubel voor administratief- en studiewerk
• bureau	→ office; bureau	↔ Büro — Dienststelle oder Geschäftsräumlichkeit, in der verschiedene schriftliche oder verwaltungstechnische Arbeiten erledigt werden
• bureau	→ desk	↔ Schreibtisch — Tisch zum Schreiben, meist mit Schubfach zur Aufbewahrung von Schreibmaterialien und Akten
• bureau	→ workroom; study; home office; bureau	↔ Arbeitszimmer — ein Raum eines Hauses, in dem berufliche Arbeiten ausgeführt werden
• bureau	→ office	↔ Amt — öffentliche Dienststelle, Behörde

Bureau:

Bureau

Bureau
the desktop
– The work area on a computer screen that simulates the top of an actual desk. The desktop contains the Recycle Bin and other icons (shortcuts to programs, files, folders, and various types of documents such as letters, reports, or pictures) that you can arrange on the electronic desktop just as you would arrange real objects on top of a desk. ²
- desktop [the ~] zelfstandig naamwoord
Bureau
the Work
– A field for a contact's workplace telephone number, typically retrieved automatically from the corporate address book. ²
- Work [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bureau:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Work	Bureau	Professionnel
desktop	Bureau

Engelse en Franse zoekresultaten voor: bureau

Uitgebreide vertaling voor bureau (Engels) in het Frans

bureau:

bureau [the ~] zelfstandig naamwoord

the bureau

the bureau (organization; office; organisation)

Vertaal Matrix voor bureau:

Verwante woorden van "bureau":

Synoniemen voor "bureau":

Verwante definities voor "bureau":

Wiktionary: bureau

Verwante vertalingen van bureau

Uitgebreide vertaling voor bureau (Frans) in het Engels

bureau:

bureau [le ~] zelfstandig naamwoord

le bureau

le bureau (table de bureau; table de travail; office; organisation; organisme; structure; instance; organe; institut)

le bureau (lieu de travail)

le bureau (cabinet de travail; bureau de travail; bureau d'étude; cabinet d'étude)

le bureau (table de travail)

Vertaal Matrix voor bureau:

Synoniemen voor "bureau":

Wiktionary: bureau

Bureau:

Bureau

Bureau

Bureau

Vertaal Matrix voor Bureau:

Verwante vertalingen van bureau