Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
-
actually:
- en fait; vraiment; véritablement; à vrai dire; réellement; au fond; en vérité; réel; foncièrement; en réalité; proprement dit; sûr; entier; certain; juste; véridiquement; complet; certes; certainement; véridique; mais si!; sans doute; positif; parfait; en effet; effectivement; si; mais si; quand même; tout de même; même
- actual:
-
Wiktionary:
- actually → en fait, effectivement, en effet
- actually → effectivement, matériellement, véritable
- actual → réel, actuel, effectif
- actual → effectif, réel, effectivement
Engels
Uitgebreide vertaling voor actually (Engels) in het Frans
actually:
-
actually (in fact; actual; really; real)
en fait; vraiment; véritablement-
en fait bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
actually (in fact; really; actual; as a matter of fact; real; true)
à vrai dire; réellement; en fait; au fond; en vérité; réel; foncièrement; en réalité; proprement dit-
à vrai dire bijvoeglijk naamwoord
-
réellement bijvoeglijk naamwoord
-
en fait bijvoeglijk naamwoord
-
au fond bijvoeglijk naamwoord
-
en vérité bijvoeglijk naamwoord
-
réel bijvoeglijk naamwoord
-
foncièrement bijvoeglijk naamwoord
-
en réalité bijvoeglijk naamwoord
-
proprement dit bijvoeglijk naamwoord
-
-
actually (truthfully; definitely; genuinely; really; factually; certainly; surely; indeed)
vraiment; sûr; véritablement; entier; certain; juste; véridiquement; complet; certes; certainement; véridique; mais si!; sans doute; positif; parfait-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
sûr bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
entier bijvoeglijk naamwoord
-
certain bijvoeglijk naamwoord
-
juste bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
complet bijvoeglijk naamwoord
-
certes bijvoeglijk naamwoord
-
certainement bijvoeglijk naamwoord
-
véridique bijvoeglijk naamwoord
-
mais si! bijvoeglijk naamwoord
-
sans doute bijvoeglijk naamwoord
-
positif bijvoeglijk naamwoord
-
parfait bijvoeglijk naamwoord
-
-
actually (yes indeed; definitely; certainly; truly; really; verily; in truth; real; actual; to be sure; it's true)
en effet; vraiment; effectivement; si; mais si; quand même; tout de même-
en effet bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
si bijvoeglijk naamwoord
-
mais si bijvoeglijk naamwoord
-
quand même bijvoeglijk naamwoord
-
tout de même bijvoeglijk naamwoord
-
-
actually (really)
Vertaal Matrix voor actually:
Verwante woorden van "actually":
Synoniemen voor "actually":
Verwante definities voor "actually":
Wiktionary: actually
actually
Cross Translation:
adverb
actually
-
really
- actually → en fait; effectivement
adverb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• actually | → véritable | ↔ eigentlich — im Prinzip |
actually vorm van actual:
-
actual (actually; in fact; really; real)
en fait; vraiment; véritablement-
en fait bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
actual (indeed)
en effet; évidemment; effectivement; certes; tout de même; sans aucun doute; forcément-
en effet bijvoeglijk naamwoord
-
évidemment bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
certes bijvoeglijk naamwoord
-
tout de même bijvoeglijk naamwoord
-
sans aucun doute bijvoeglijk naamwoord
-
forcément bijvoeglijk naamwoord
-
-
actual (in fact; actually; really; as a matter of fact; real; true)
à vrai dire; réellement; en fait; au fond; en vérité; réel; foncièrement; en réalité; proprement dit-
à vrai dire bijvoeglijk naamwoord
-
réellement bijvoeglijk naamwoord
-
en fait bijvoeglijk naamwoord
-
au fond bijvoeglijk naamwoord
-
en vérité bijvoeglijk naamwoord
-
réel bijvoeglijk naamwoord
-
foncièrement bijvoeglijk naamwoord
-
en réalité bijvoeglijk naamwoord
-
proprement dit bijvoeglijk naamwoord
-
-
actual (genuine; truly; really; real; indeed; in truth; to be sure; it's true)
vraiment; véritable; véritablement; vrai; authentique; effectivement; véridique; véridiquement-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
véritable bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
vrai bijvoeglijk naamwoord
-
authentique bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
véridique bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
-
actual (yes indeed; definitely; actually; certainly; truly; really; verily; in truth; real; to be sure; it's true)
en effet; vraiment; effectivement; si; mais si; quand même; tout de même-
en effet bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
si bijvoeglijk naamwoord
-
mais si bijvoeglijk naamwoord
-
quand même bijvoeglijk naamwoord
-
tout de même bijvoeglijk naamwoord
-
-
actual
– Pertaining to information that shows what has actually occurred. For example, the actual start date for a task is the day that the task actually started. 2
Vertaal Matrix voor actual:
Verwante woorden van "actual":
Synoniemen voor "actual":
Antoniemen van "actual":
Verwante definities voor "actual":
Wiktionary: actual
actual
actual
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• actual | → effectif; réel | ↔ daadwerkelijk — ook echt plaats vindend |
• actual | → effectivement | ↔ daadwerkelijk — echt plaats vindend |