Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- casually:
- casual:
-
Wiktionary:
- casually → cavalièrement, nonchalamment, négligemment
- casual → occasionnel, désinvolte, indifférent
- casual → désinvolte, nonchalant, informel, informelle, relâchée, relâché, dégagé, léger, décontracté, par hasard
Engels
Uitgebreide vertaling voor casually (Engels) in het Frans
casually:
-
casually (casual; loosely; passing; in passing)
décontracté; incidemment; sans contrainte; familier; négligemment; entre la poire et le fromage; en courant; en passant-
décontracté bijvoeglijk naamwoord
-
incidemment bijvoeglijk naamwoord
-
sans contrainte bijvoeglijk naamwoord
-
familier bijvoeglijk naamwoord
-
négligemment bijvoeglijk naamwoord
-
entre la poire et le fromage bijvoeglijk naamwoord
-
en courant bijvoeglijk naamwoord
-
en passant bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor casually:
Verwante woorden van "casually":
Synoniemen voor "casually":
Verwante definities voor "casually":
Wiktionary: casually
casually
casual:
-
casual (informal)
sans engagement; informel; non obligatoire; facultatif; sans contrainte; décontracté; optionnel; nonchalant; familier; nonchalamment; familière-
sans engagement bijvoeglijk naamwoord
-
informel bijvoeglijk naamwoord
-
non obligatoire bijvoeglijk naamwoord
-
facultatif bijvoeglijk naamwoord
-
sans contrainte bijvoeglijk naamwoord
-
décontracté bijvoeglijk naamwoord
-
optionnel bijvoeglijk naamwoord
-
nonchalant bijvoeglijk naamwoord
-
familier bijvoeglijk naamwoord
-
nonchalamment bijvoeglijk naamwoord
-
familière bijvoeglijk naamwoord
-
-
casual (playful; light-hearted)
-
casual (loosely; casually; passing; in passing)
décontracté; incidemment; sans contrainte; familier; négligemment; entre la poire et le fromage; en courant; en passant-
décontracté bijvoeglijk naamwoord
-
incidemment bijvoeglijk naamwoord
-
sans contrainte bijvoeglijk naamwoord
-
familier bijvoeglijk naamwoord
-
négligemment bijvoeglijk naamwoord
-
entre la poire et le fromage bijvoeglijk naamwoord
-
en courant bijvoeglijk naamwoord
-
en passant bijvoeglijk naamwoord
-
-
casual (perishing; evanescent; transient; volatile; transitory; temporary; fleeting; passing; momentary; perfunctory; superficial; of short duration; brief; close; current; empty; null; short; informal; cursory)
éphémère; transitoire; périssable; fugitif; fugace-
éphémère bijvoeglijk naamwoord
-
transitoire bijvoeglijk naamwoord
-
périssable bijvoeglijk naamwoord
-
fugitif bijvoeglijk naamwoord
-
fugace bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor casual:
Verwante woorden van "casual":
Synoniemen voor "casual":
Verwante definities voor "casual":
Wiktionary: casual
casual
Cross Translation:
adjective
casual
-
coming without regularity; occasional or incidental
- casual → occasionnel
adjective
-
Qui dégager dans ses mouvements et aussi dans sa manière d’être.
- désinvolte → casual; glib
-
Qui ne présente en soi aucune cause de détermination, aucun motif de préférence.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• casual | → désinvolte; nonchalant | ↔ nonchalant — achteloos, onbekommerd |
• casual | → informel; informelle; relâchée; relâché | ↔ burschikos — (insbesondere von jemandes Redeweise) frei formuliert, salopp |
• casual | → dégagé | ↔ degagiert — zwanglos, frei |
• casual | → léger | ↔ leger — leicht, bequem (meist in Zusammenhang mit Kleidung) |
• casual | → décontracté | ↔ salopp — ungezwungen, locker, etwaige Formen nicht beachtend |
• casual | → par hasard | ↔ zufällig — unvorhersehbar und ohne Absicht geschehend, durch Zufall |