Home ->Woordenboeken ->Engels/Frans ->Zoek: métier

Engelse en Franse zoekresultaten voor: métier

Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. metier:
  2. métier:
  3. Wiktionary:
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. métier:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor métier (Engels) in het Frans

metier:

metier [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the metier (profession; craft; métier)
    le métier; l'artisanat; la profession

Vertaal Matrix voor metier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
artisanat craft; metier; métier; profession branch; handicrafts; occupational group
métier craft; metier; métier; profession activity; bread winning; craft; dealing; employment; job; livelihood; métier; occupation; profession; pursuit; trade; trading; trafficking; work
profession craft; metier; métier; profession activity; branch; craft; employment; job; métier; occupation; occupational group; profession; pursuit; trade; work
- forte; long suit; medium; speciality; specialty; strength; strong point; strong suit

Verwante woorden van "metier":

  • metiers

Synoniemen voor "metier":


Antoniemen van "metier":


Verwante definities voor "metier":

  1. an occupation for which you are especially well suited1
    • in law he found his true metier1
  2. an asset of special worth or utility1

métier:

métier [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the métier (profession; craft; metier)
    le métier; l'artisanat; la profession
  2. the métier (profession; trade; craft)
    le métier; la profession; l'activités

Vertaal Matrix voor métier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activités craft; métier; profession; trade activities; activity; affairs; business; matters; occupation; pursuit; work
artisanat craft; metier; métier; profession branch; handicrafts; occupational group
métier craft; metier; métier; profession; trade activity; bread winning; dealing; employment; job; livelihood; occupation; profession; pursuit; trading; trafficking; work
profession craft; metier; métier; profession; trade activity; branch; employment; job; occupation; occupational group; profession; pursuit; work

Wiktionary: métier

métier
noun
  1. activity that is pursued as a trade or profession; a calling



Frans

Uitgebreide vertaling voor métier (Frans) in het Engels

métier:

métier [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le métier (emploi; profession; fonction; activité; occupation)
    the occupation; the profession; the work; the employment; the job
    • occupation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • profession [the ~] zelfstandig naamwoord
    • work [the ~] zelfstandig naamwoord
    • employment [the ~] zelfstandig naamwoord
    • job [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. le métier (artisanat; profession)
    the craft; the metier; the profession; the métier
    • craft [the ~] zelfstandig naamwoord
    • metier [the ~] zelfstandig naamwoord
    • profession [the ~] zelfstandig naamwoord
    • métier [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. le métier (profession; activités)
    the métier; the profession; the trade; the craft
    • métier [the ~] zelfstandig naamwoord
    • profession [the ~] zelfstandig naamwoord
    • trade [the ~] zelfstandig naamwoord
    • craft [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. le métier
    the livelihood; the bread winning
  5. le métier (occupation; activité; occupations; )
    the occupation; the pursuit; the activity; the work
    • occupation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pursuit [the ~] zelfstandig naamwoord
    • activity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • work [the ~] zelfstandig naamwoord
  6. le métier (commerce; trafic; entreprise; négoce)
    the trading; the trafficking; the dealing

Vertaal Matrix voor métier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activity activité; activités; affaire; affaires; commerce; emploi; fonction; métier; occupation; occupations; profession activité; activité Windows Workflow Foundation; activité de workflow; activité professionnelle; affairement; turbulence
bread winning métier
craft activités; artisanat; métier; profession barque; bateau; bateau à vapeur; canot; congrégation; corporation; corps de métier; embarcation; guilde; guilde de métier; navire; organisation professionnelle; paquebot; petit bateau; vaisseau
dealing commerce; entreprise; métier; négoce; trafic
employment activité; emploi; fonction; métier; occupation; profession embauchage; emploi; entreprise de détail; location; location d'une personne
job activité; emploi; fonction; métier; occupation; profession boulot; bricole; contrat; corvée; demande de devis; emploi; fonction; incident; job; labeur; lieu de travail; nomination; occupation; office; petit travail; position; poste; service salarié; situation; travail; tâche; voie; élection
livelihood métier
metier artisanat; métier; profession
métier activités; artisanat; métier; profession
occupation activité; activités; affaire; affaires; commerce; emploi; fonction; métier; occupation; occupations; profession appropriation; entreprise de détail; habitation; occupation; prise de possession
profession activité; activités; artisanat; emploi; fonction; métier; occupation; profession emploi; fonction; profession
pursuit activité; activités; affaire; affaires; commerce; emploi; fonction; métier; occupation; occupations; profession chasse; poursuite
trade activités; métier; profession affaires; commerce; marchandise; négoce; trafic; échange
trading commerce; entreprise; métier; négoce; trafic vente; échange
trafficking commerce; entreprise; métier; négoce; trafic
work activité; activités; affaire; affaires; commerce; emploi; fonction; métier; occupation; occupations; profession action; besogne; boulot; corvée; emploi; fonction; job; labeur; le fait d'agir; mission; travail; tâche
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
trade alterner; altérer; changer; changer de place; faire du commerce; faire un échange; permuter; remettre en état; renouveler; rénover; se substituer à; substituer; troquer; échanger; échanger contre
work agir; avoir du travail; effectuer; exécuter; faire marcher; faire un procès à; manipuler; mettre en marche; opérer; procéder; rancuner; réaliser; s'occuper de; s'y prendre; travailler; élucubrer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dealing commerçant; faisant des affaires
trading commerçant; faisant des affaires
trafficking commerçant; faisant des affaires

Synoniemen voor "métier":


Wiktionary: métier

métier métier
noun
  1. activity that is pursued as a trade or profession; a calling
  2. economic role for which a person is paid
  3. skilled practice of an occupation
Cross Translation:
FromToVia
• métier → profession; trade; job; occupation; career; business; line ↔ Beruf — Bezeichnung für eine spezielle, erlernte Erwerbstätigkeit
• métier → trade ↔ Gewerk — veraltet: Handwerk, Beruf(sstand), heute nur noch in Zusammensetzungen
• métier → trade ↔ Handwerk — die allgemeine Arbeit; etwas, was mit bestimmten Handgriffen zu erledigen ist
• métier → profession ↔ Metier — Arbeitsbereich, den jemand erlernt hat
• métier → trade; handicraft ↔ ambacht — een handwerkvak dat vaak aanzienlijke vaardigheden vereist
• métier → profession; job; occupation ↔ werk — beroep

Verwante vertalingen van métier







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0546 seconde
Page rendered in 1.0 seconds