Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- irrefutable:
-
Wiktionary:
- irrefutable → irréfutable, irréfragable
Frans naar Engels: Meer gegevens...
- irrefutable:
- irréfutable:
-
Wiktionary:
- irréfutable → irrefutable, indisputable, incontrovertible, hard, cogent, peremptory
Engels
Uitgebreide vertaling voor irrefutable (Engels) in het Frans
irrefutable:
-
irrefutable (indisputable; conclusive; incontrovertible; sure; assured)
irréfutable; sans réplique; irrévocable; certainement; assurément; selon toute probabilité-
irréfutable bijvoeglijk naamwoord
-
sans réplique bijvoeglijk naamwoord
-
irrévocable bijvoeglijk naamwoord
-
certainement bijvoeglijk naamwoord
-
assurément bijvoeglijk naamwoord
-
selon toute probabilité bijvoeglijk naamwoord
-
-
irrefutable (undeniable; unquestionable)
indéniable-
indéniable bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor irrefutable:
Synoniemen voor "irrefutable":
Verwante definities voor "irrefutable":
Wiktionary: irrefutable
irrefutable
adjective
irrefutable
-
undeniable, unable to be disproved
- irrefutable → irréfutable
adjective
-
Qu’on ne peut contredire
-
Qui n’est pas susceptible de réfutation.
Computer vertaling door derden:
Frans
Uitgebreide vertaling voor irrefutable (Frans) in het Engels
irrefutable:
-
irrefutable (fondé; raisonnable; plausible; solide; réfléchi; légitime; mûri; solidement; juste; crédible; vraisemblable; raisonnablement; médité; bien pesé; qui tient debout)
reasonable; legitimate; convincing; valid; solid; sound-
reasonable bijvoeglijk naamwoord
-
legitimate bijvoeglijk naamwoord
-
convincing bijvoeglijk naamwoord
-
valid bijvoeglijk naamwoord
-
solid bijvoeglijk naamwoord
-
sound bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor irrefutable:
irréfutable:
-
irréfutable (sans réplique; irrévocable; certainement; assurément; selon toute probabilité)
irrefutable; indisputable; conclusive; incontrovertible; sure; assured-
irrefutable bijvoeglijk naamwoord
-
indisputable bijvoeglijk naamwoord
-
conclusive bijvoeglijk naamwoord
-
incontrovertible bijvoeglijk naamwoord
-
sure bijvoeglijk naamwoord
-
assured bijvoeglijk naamwoord
-
-
irréfutable (inévitable; irrévocable; nécessaire; certain; définitif; nécessairement; inéluctable; définitivement; d'urgence)
inevitable; unavoidable; imperative; irretrievable; indisputable; incontrovertible; definite-
inevitable bijvoeglijk naamwoord
-
unavoidable bijvoeglijk naamwoord
-
imperative bijvoeglijk naamwoord
-
irretrievable bijvoeglijk naamwoord
-
indisputable bijvoeglijk naamwoord
-
incontrovertible bijvoeglijk naamwoord
-
definite bijvoeglijk naamwoord
-
-
irréfutable (incontestable; incontestablement; inébranlable)
unassailable-
unassailable bijvoeglijk naamwoord
-
-
irréfutable (incontestable; carré; incontestablement; inébranlable; inattaquable; quadratique; de façon inébranlable)
indisputable-
indisputable bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor irréfutable:
Synoniemen voor "irréfutable":
Wiktionary: irréfutable
irréfutable
adjective
irréfutable
-
Qui n’est pas susceptible de réfutation.
- irréfutable → irrefutable
adjective
-
undeniable, unable to be disproved
-
not disputable
-
Not capable of being denied, challenged, or disputed; closed to questioning
-
unquestionable
-
forcefully persuasive
-
(law) Precluding debate or expostulation; not admitting of question or appeal
Computer vertaling door derden: