Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. competency:
  2. Wiktionary:


Engels

Uitgebreide vertaling voor competency (Engels) in het Frans

competency:

competency [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the competency (competence; capacity)
    la compétence; l'aptitude; la qualification
  2. the competency
    – A recognized level of expertise within a given technical and/or business area. 1
    la compétence

Vertaal Matrix voor competency:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aptitude capacity; competence; competency ability; adroitness; agility; appropriateness; art; authority; capability; capacity; chance; competence; dexterity; handiness; knack; opportunity; possibility; power; qualification; quality; skill; suitability; trick
compétence capacity; competence; competency ability; authority; business sense; capability; capacity; competence; expertise; handiness; power; qualification; quality; skill
qualification capacity; competence; competency ability; appropriateness; definition; fixing; group of words; phrase; qualification; skill; suitability
- competence

Verwante woorden van "competency":

  • incompetency

Synoniemen voor "competency":


Antoniemen van "competency":


Verwante definities voor "competency":

  1. the quality of being adequately or well qualified physically and intellectually2
  2. A recognized level of expertise within a given technical and/or business area.1

Wiktionary: competency

competency
noun
  1. linguistics: implicit knowledge of a language’s structure
competency
noun
  1. Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître