Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- best:
- well:
-
good:
- article; objet; chose; truc; camelote; produit; marchandise
- chouette; amusant; agréable; drôle; sympa; aimable; de façon sympathique; marrant; charmant; agréablement; aimablement; engageant; divertissant; de manière amusante; capable; bon; qualifié; compétent; apte; habile; professionnel; spécialisé; expert; sage; vertueux; honnête; bien; avec honnêteté; intègre; exemplaire; sagement; en règle; parfait; d'accord; intelligent
-
Wiktionary:
- best → enfoncer, écraser, aplatir, dominer, défaire, vaincre, surpasser, battre
- best → élite, fleur, crème, dessus du panier, mieux, le mieux, meilleur
- best → mieux, meilleur
- best → meilleur
- well → bien, vachement
- well → eh bien, bien, tiens!, ben, écoutez
- well → puits, source, fontaine
- well → alors, bien, oh, écoutez, en pleine forme, puits, cage, spécialement, particulièrement, beaucoup, surtout, complètement, entièrement, tout à fait, très, mâcher, croquet
- well → sain
- well → émaner
- good → bien, bon, bons, intérêt
- good → bon, bonne, aimable, brave, fort, gentil, sage, vaillant
- good → bien, bonne, bon, action, agréable, à, Dieu, brave, gentil, fin, délicat, habillé, habillée, de, en, santé, forme, être, accort
Engels
Uitgebreide vertaling voor best (Engels) in het Frans
best:
-
best (most beautiful; prettiest; loveliest; nicest)
Vertaal Matrix voor best:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | topper | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | outdo; outflank; scoop; trump | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | better | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | better | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | choicest; finest; most outstanding | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
le plus beau | best; loveliest; most beautiful; nicest; prettiest | |
le plus joli | best; loveliest; most beautiful; nicest; prettiest |
Verwante woorden van "best":
Synoniemen voor "best":
Antoniemen van "best":
Verwante definities voor "best":
best vorm van well:
-
the well
-
well (indeed)
-
well (indeed)
-
well
-
well (fit; healthy; in good health; thriving)
sain; en bonne santé; florissant; en forme; entraîné; en bonne condition-
sain bijvoeglijk naamwoord
-
en bonne santé bijvoeglijk naamwoord
-
florissant bijvoeglijk naamwoord
-
en forme bijvoeglijk naamwoord
-
entraîné bijvoeglijk naamwoord
-
en bonne condition bijvoeglijk naamwoord
-
-
well (rosy cheeked; fighting fit; in good health; healthy; rosy cheeked & bushy tailed)
prospère; sain; en bonne santé; aisé; nanti; florissant; en forme; fortuné; bien portant; en bonne condition-
prospère bijvoeglijk naamwoord
-
sain bijvoeglijk naamwoord
-
en bonne santé bijvoeglijk naamwoord
-
aisé bijvoeglijk naamwoord
-
nanti bijvoeglijk naamwoord
-
florissant bijvoeglijk naamwoord
-
en forme bijvoeglijk naamwoord
-
fortuné bijvoeglijk naamwoord
-
bien portant bijvoeglijk naamwoord
-
en bonne condition bijvoeglijk naamwoord
-
-
well (flourishing; prosperous; wealthy; thriving; rich; healthy; well-of; in good health)
abondant; prospère; fortuné; aisé; florissant; bien portant; nanti; en bonne santé; en bonne condition; en forme-
abondant bijvoeglijk naamwoord
-
prospère bijvoeglijk naamwoord
-
fortuné bijvoeglijk naamwoord
-
aisé bijvoeglijk naamwoord
-
florissant bijvoeglijk naamwoord
-
bien portant bijvoeglijk naamwoord
-
nanti bijvoeglijk naamwoord
-
en bonne santé bijvoeglijk naamwoord
-
en bonne condition bijvoeglijk naamwoord
-
en forme bijvoeglijk naamwoord
-
-
well (flourishing; prosperous; healthy; thriving; in good health)
en bonne santé; en forme; en bonne condition-
en bonne santé bijvoeglijk naamwoord
-
en forme bijvoeglijk naamwoord
-
en bonne condition bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor well:
Verwante woorden van "well":
Synoniemen voor "well":
Antoniemen van "well":
Verwante definities voor "well":
Wiktionary: well
well
Cross Translation:
adverb
well
-
accurately; competently
- well → bien
-
to a significant degree
- well → bien
-
(qualifier) very
- well → vachement
-
En ce temps-là
-
Marque un certain degré de perfection et d’utilité.
-
-
-
Translations
-
Trou pour tirer de l'eau
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• well | → bien | ↔ goed — op goede wijze |
• well | → en pleine forme | ↔ fit — in goede lichamelijke conditie |
• well | → puits | ↔ waterput — put waaruit men water haalt |
• well | → puits | ↔ Brunnen — Tiefbauwerk zur Gewinnung von Grundwasser oder Uferfiltrat, manchmal, vor allem früher, auch Bauwerke zur Gewinnung von Quellwasser |
• well | → puits | ↔ Schacht — Bergbau: vertikaler Grubenbau zu einem Stollen |
• well | → cage | ↔ Schacht — Bauwerk: hohler, meist senkrechter Raum |
• well | → spécialement; particulièrement; beaucoup; surtout; complètement; entièrement; tout à fait; très | ↔ anders — Namibia, Südwesterdeutsch (adverbialer Gebrauch) besonders, außergewöhnlich; ganz, sehr |
• well | → bien | ↔ wohl — veraltend: gut |
• well | → mâcher; croquet | ↔ zerkauen — (transitiv): insbesondere Nahrung durch Kauen vor dem Hinunterschlucken gut zerkleinern |
Best:
Vertaal Matrix voor Best:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | C. H. Best; Charles Herbert Best |
Verwante definities voor "Best":
best vorm van good:
-
good (pleasant; nice; lovely; easy going)
chouette; amusant; agréable; drôle; sympa; aimable; de façon sympathique; marrant; charmant; agréablement; aimablement; engageant; divertissant; de manière amusante-
chouette bijvoeglijk naamwoord
-
amusant bijvoeglijk naamwoord
-
agréable bijvoeglijk naamwoord
-
drôle bijvoeglijk naamwoord
-
sympa bijvoeglijk naamwoord
-
aimable bijvoeglijk naamwoord
-
de façon sympathique bijvoeglijk naamwoord
-
marrant bijvoeglijk naamwoord
-
charmant bijvoeglijk naamwoord
-
agréablement bijvoeglijk naamwoord
-
aimablement bijvoeglijk naamwoord
-
engageant bijvoeglijk naamwoord
-
divertissant bijvoeglijk naamwoord
-
de manière amusante bijvoeglijk naamwoord
-
-
good (capable; qualified; competent; proficient; considerate; efficient; able; skilled; fit)
capable; bon; qualifié; compétent; apte; habile; professionnel; spécialisé; expert-
capable bijvoeglijk naamwoord
-
bon bijvoeglijk naamwoord
-
qualifié bijvoeglijk naamwoord
-
compétent bijvoeglijk naamwoord
-
apte bijvoeglijk naamwoord
-
habile bijvoeglijk naamwoord
-
professionnel bijvoeglijk naamwoord
-
spécialisé bijvoeglijk naamwoord
-
expert bijvoeglijk naamwoord
-
-
good (well-behaved; honest)
sage; vertueux; honnête; bien; avec honnêteté; intègre; exemplaire; sagement-
sage bijvoeglijk naamwoord
-
vertueux bijvoeglijk naamwoord
-
honnête bijvoeglijk naamwoord
-
bien bijvoeglijk naamwoord
-
avec honnêteté bijvoeglijk naamwoord
-
intègre bijvoeglijk naamwoord
-
exemplaire bijvoeglijk naamwoord
-
sagement bijvoeglijk naamwoord
-
-
good (agree; correct; fine; right)
-
good (competent; capable; efficient; able)
professionnel; compétent; intelligent; qualifié; expert; spécialisé-
professionnel bijvoeglijk naamwoord
-
compétent bijvoeglijk naamwoord
-
intelligent bijvoeglijk naamwoord
-
qualifié bijvoeglijk naamwoord
-
expert bijvoeglijk naamwoord
-
spécialisé bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor good:
Verwante woorden van "good":
Synoniemen voor "good":
Antoniemen van "good":
Verwante definities voor "good":
Wiktionary: good
good
Cross Translation:
noun
adjective
good
-
beneficial; worthwhile
- good → bon
-
-
- good → bon
-
favourable
- good → bon
-
of people, competent or talented
- good → bon
-
pleasant; enjoyable
- good → bon
-
healthful
- good → bon
-
of food, having a particularly pleasant taste
- good → bon
-
useful for a particular purpose (it’s a good watch)
- good → bon
-
acting in the interest of good; ethical good intentions
adjective
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• good | → bien | ↔ goed — iets concreets of abstracts dat men in bezit kan hebben |
• good | → bonne; bon | ↔ goed — kwaliteit bezittend |
• good | → bien | ↔ Gut — ökonomisch: etwas von Wert, auch als Mittel der Bedürfnisbefriedigung |
• good | → bonne; action; agréable; à; Dieu | ↔ Mitzwa — jüdische Religion: gute, auf Gottes Wohlgefallen gerichtete Tat |
• good | → brave; gentil | ↔ brav — lieb, gut, gehorsam (z.B. Ehemann, Kind, Hund) |
• good | → gentil | ↔ brav — ehrlich, rechtschaffen, verlässlich, aufrichtig |
• good | → fin; délicat | ↔ fein — physisch: dünn, zart, feinkörnig |
• good | → bien; habillé; habillée | ↔ toff — umgangssprachlich: gut (gekleidet) |
• good | → de; en; bonne; santé; forme; être; accort | ↔ zwäg — schweizerisch: bei (guter) Gesundheit; in guter körperlicher Verfassung |