Arm: vertaling Engels

Overzicht

Engels naar Frans: Meer gegevens...

arm:
- bras; accoudoir
- armer; se cuirasser; blinder
Wiktionary:
- arm → armer
- arm → arme, bras, accoudoir
- arm → arme, flèche, armer, bras

Frans naar Engels: Meer gegevens...

armé:
- prepared; ready for; armed; in arms
Wiktionary:
- armé → armed, embattled, unarmed
- armé → weaponed

Engels

Uitgebreide vertaling voor arm (Engels) in het Frans

arm:

arm [the ~] zelfstandig naamwoord

the arm (elbow-rest)
le bras; l'accoudoir
- bras [le ~] zelfstandig naamwoord
- accoudoir [le ~] zelfstandig naamwoord

to arm werkwoord (arms, armed, arming)

to arm (reinforce; armour; armor)
armer; se cuirasser; blinder
- armer werkwoord (arme, armes, armons, armez, arment, armais, armait, armions, armiez, armaient, armai, armas, arma, armâmes, armâtes, armèrent, armerai, armeras, armera, armerons, armerez, armeront)
- se cuirasser werkwoord
- blinder werkwoord (blinde, blindes, blindons, blindez, blindent, blindais, blindait, blindions, blindiez, blindaient, blindai, blindas, blinda, blindâmes, blindâtes, blindèrent, blinderai, blinderas, blindera, blinderons, blinderez, blinderont)

Conjugations for arm:

present

arm
arm
arms
arm
arm
arm

simple past

armed
armed
armed
armed
armed
armed

present perfect

have armed
have armed
has armed
have armed
have armed
have armed

past continuous

was arming
were arming
was arming
were arming
were arming
were arming

future

shall arm
will arm
will arm
shall arm
will arm
will arm

continuous present

am arming
are arming
is arming
are arming
are arming
are arming

subjunctive

be armed
be armed
be armed
be armed
be armed
be armed

diverse

arm!
let's arm!
armed
arming

1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor arm:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
accoudoir	arm; elbow-rest	balustrade; banisters; handrail; handrails
bras	arm; elbow-rest	balustrade; banisters; claw; crank; grab; handrail; handrails; pump handle; tentacle
-	branch; limb; sleeve; subdivision; weapon; weapon system
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
armer	arm; armor; armour; reinforce	armor; armour; deck out; dress o.s. up; fit out; furnish; reinforce
blinder	arm; armor; armour; reinforce	armor; armour; blind; reinforce
se cuirasser	arm; armor; armour; reinforce
-	build up; fortify; gird
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
-	fighting service; service; service branch

Verwante definities voor "arm":

the part of an armchair or sofa that supports the elbow and forearm of a seated person¹
any projection that is thought to resemble a human arm¹
- the arm of the record player¹
- an arm of the sea¹
the part of a garment that is attached at the armhole and that provides a cloth covering for the arm¹
any instrument or instrumentality used in fighting or hunting¹
a human limb; technically the part of the superior limb between the shoulder and the elbow but commonly used to refer to the whole superior limb¹
a division of some larger or more complex organization¹
prepare oneself for a military confrontation¹
supply with arms¹
- The U.S. armed the freedom fighters in Afghanistan¹

Wiktionary: arm

arm

verb

to prepare a tool or a weapon for action
- arm → armer
to supply with weapons
- arm → armer

noun

weapon
- arm → arme
portion of the upper appendage from shoulder to wrist
- arm → bras

arm

noun

Bras d'un siège, sur lequel on repose les bras
- accoudoir → arm; armrest
Membre
- bras → arm

verb

Traductions à trier suivant le sens
- armer → arm; reinforce

Cross Translation:

From	To	Via
• arm	→ arme	↔ wapen — een werktuig van geweld
• arm	→ flèche	↔ giek — bij een wegwijzer het hout dwars op de paal
• arm	→ armer	↔ bewapenen — iemand van wapens voorzien
• arm	→ bras	↔ arm — lichaamsdeel
• arm	→ arme	↔ Waffe — ein technisches Hilfsmittel für die Jagd und den Kampf
• arm	→ bras	↔ Arm — Anatomie: ein paariges Körperteil beim Menschen, das sich zwischen Rumpf und Hand befindet; Vorderextremität

Verwante vertalingen van arm

Frans

Uitgebreide vertaling voor arm (Frans) in het Engels

armé:

armé bijvoeglijk naamwoord

armé (préparé)
prepared; ready for
- prepared bijvoeglijk naamwoord
- ready for bijvoeglijk naamwoord
armé
armed; in arms
- armed bijvoeglijk naamwoord
- in arms bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor armé:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
armed	armé
prepared	armé; préparé	achevé; disponible; disposé; exécuté; fait; fini; passé; préparé; prêt; terminé
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
in arms	armé
ready for	armé; préparé

Synoniemen voor "armé":

fortifié; équipé; gréé; protégé; fourni; approvisionné; garni; livré; muni; nanti; pourvu; servi

Wiktionary: armé

armé

adjective

signifier, en parlant des choses, qui est garnir, munir, pourvoir de.
- armé → armed