Engels
Uitgebreide vertaling voor data (Engels) in het Frans
datum:
Vertaal Matrix voor datum:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
- | data point |
Verwante woorden van "datum":
Synoniemen voor "datum":
Verwante definities voor "datum":
data:
-
the data (information)
-
the data (fact)
-
the data
– A representation of facts, concepts or instructions in a formalized manner, suitable for communication, interpretation or processing. 2
Vertaal Matrix voor data:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dates | data; information | |
donnée | data; fact | |
données | data; information | |
fait | data; fact | act; action; affair; business; case; deed; event; fact; matter; occasion; occurrence |
saisie de données | data; information | |
- | information | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
fait | accomplished; achieved; attended to; born; carried out; clear; complete; completed; concluded; cooked-through; created; done; evident; executed; finished; made; manufactured; né; off; out; over; performed; prepared; produced; ready; ready for use |
Verwante woorden van "data":
Synoniemen voor "data":
Verwante definities voor "data":
Wiktionary: data
data
data
Verwante vertalingen van data
Frans
Uitgebreide vertaling voor data (Frans) in het Engels
data vorm van dater:
dater werkwoord (date, dates, datons, datez, datent, datais, datait, dations, datiez, dataient, datai, datas, data, datâmes, datâtes, datèrent, daterai, dateras, datera, daterons, daterez, dateront)
-
dater
Conjugations for dater:
Présent
- date
- dates
- date
- datons
- datez
- datent
imparfait
- datais
- datais
- datait
- dations
- datiez
- dataient
passé simple
- datai
- datas
- data
- datâmes
- datâtes
- datèrent
futur simple
- daterai
- dateras
- datera
- daterons
- daterez
- dateront
subjonctif présent
- que je date
- que tu dates
- qu'il date
- que nous dations
- que vous datiez
- qu'ils datent
conditionnel présent
- daterais
- daterais
- daterait
- daterions
- dateriez
- dateraient
passé composé
- ai daté
- as daté
- a daté
- avons daté
- avez daté
- ont daté
divers
- date!
- datez!
- datons!
- daté
- datant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor dater:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
date | année; date; datte; instant; liaison; moment; rendez-vous | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
date | dater | fréquenter; sortir avec |