Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- super:
- sup:
- Wiktionary:
Frans naar Engels: Meer gegevens...
- super:
- Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor super (Engels) in het Frans
super:
-
super (swell)
-
super (cool; outrageous; fantastic)
réglo; chic; du tonnerre; terrible-
réglo bijvoeglijk naamwoord
-
chic bijvoeglijk naamwoord
-
du tonnerre bijvoeglijk naamwoord
-
terrible bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor super:
Synoniemen voor "super":
Verwante definities voor "super":
sup:
-
to sup (eat; peck; dine)
casser la croûte; bouffer-
casser la croûte werkwoord
-
bouffer werkwoord (bouffe, bouffes, bouffons, bouffez, bouffent, bouffais, bouffait, bouffions, bouffiez, bouffaient, bouffai, bouffas, bouffa, bouffâmes, bouffâtes, bouffèrent, boufferai, boufferas, bouffera, boufferons, boufferez, boufferont)
-
-
to sup (eat; dine)
Conjugations for sup:
present
- sup
- sup
- sups
- sup
- sup
- sup
simple past
- supped
- supped
- supped
- supped
- supped
- supped
present perfect
- have supped
- have supped
- has supped
- have supped
- have supped
- have supped
past continuous
- was supping
- were supping
- was supping
- were supping
- were supping
- were supping
future
- shall sup
- will sup
- will sup
- shall sup
- will sup
- will sup
continuous present
- am supping
- are supping
- is supping
- are supping
- are supping
- are supping
subjunctive
- be supped
- be supped
- be supped
- be supped
- be supped
- be supped
diverse
- sup!
- let's sup!
- supped
- supping
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they
Vertaal Matrix voor sup:
Synoniemen voor "sup":
Verwante definities voor "sup":
Verwante vertalingen van super
Frans
Uitgebreide vertaling voor super (Frans) in het Engels
super:
-
super (vif; impeccable; vive; preste; à la mode)
snazzy; snappy; stylish; fashionable; trendy-
snazzy bijvoeglijk naamwoord
-
snappy bijvoeglijk naamwoord
-
stylish bijvoeglijk naamwoord
-
fashionable bijvoeglijk naamwoord
-
trendy bijvoeglijk naamwoord
-
-
super (excellent; superbe; sublime; très bien; impeccable; excellement; à merveille; à la perfection; le mieux de monde; parfaitement; parfait; d'une façon parfaite; de premier ordre; d'une façon sublime)
-
super (parfait; excellent; parfaitement; impeccable; très bien; excellant; excellemment; à la perfection; à merveille; brillamment; excellement; d'une façon parfaite)
excellent; perfect; first-rate; consummate; superb; tiptop-
excellent bijvoeglijk naamwoord
-
perfect bijvoeglijk naamwoord
-
first-rate bijvoeglijk naamwoord
-
consummate bijvoeglijk naamwoord
-
superb bijvoeglijk naamwoord
-
tiptop bijvoeglijk naamwoord
-
-
super (chouette)
-
super (colossal; énorme; gigantesque; géant; très grand; hors de toute proportion; grandiose; immense; imposant; démesuré; immensément; colossalement)
huge; tremendous; vast; enormous; immense; gigantic; out of proportion; very large-
huge bijvoeglijk naamwoord
-
tremendous bijvoeglijk naamwoord
-
vast bijvoeglijk naamwoord
-
enormous bijvoeglijk naamwoord
-
immense bijvoeglijk naamwoord
-
gigantic bijvoeglijk naamwoord
-
out of proportion bijvoeglijk naamwoord
-
very large bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor super:
Synoniemen voor "super":
Wiktionary: super
super
super
Cross Translation:
adjective
-
very good
-
fine, excellent, going just right, swell
-
slang: excellent
-
-
-
wonderful
-
better than usual
-
truly great
-
slang: awesome
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• super | → cool | ↔ astrein — Jugendsprache: begrüßenswerter Zustand, sehr schön oder auch gut (Betonung auf der 2. Silbe) |
• super | → great | ↔ dufte — norddeutsch, besonders berlinisch; salopp: sehr gut |
• super | → awesome; super | ↔ geil — jugendsprachlich: hervorragend, super, gut |
• super | → awesome; brilliant; really cool | ↔ oberaffengeil — Jugendsprache/umgangssprachlich: besonders toll; einfach cool |
• super | → super | ↔ prima — Kaufmannssprache: erstklassig |
• super | → great; cool; fantastic; corking | ↔ toll — (umgangssprachlich): großartig, unglaublich (Ausdruck der Bewunderung), sagenhaft |
• super | → appealing; attractive; sympathic | ↔ zwäg — schweizerisch: ansprechend (sodass es jemandem gefällt); toll, nett |