Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
- impassible:
-
Wiktionary:
- impassible → impassable
Frans naar Engels: Meer gegevens...
-
impassible:
- heartless; insensitive; emotionless; soulless; dispassionate; indifferent; hard-hearted; impassive; uncaring; unfeeling; rigid; stern; star; stiff; fixed; petrified; set; fossilized; fossilised; calm; equanimous; composed; placid; cool; collected; unconcerned; carefree; lighthearted; careless; light-spirited; easy; super cooled; unemotional; unaffected; untouched; unperturbed; unimpaired; unmoved; dry-eyed; undisturbed; uninterrupted; freely; unhindered; fearless; intrepid; stolid; stubborn; obstinate; inflexible; immovable; straight-backed; unbending; recalcitrant; against the grain; grumpy; cantankerous; surly; nagging; crabbed; crusty; gruff; sullen; unweakened; virgin; unspoiled; unused; unbroached; unopened; fresh
-
Wiktionary:
- impassible → dispassionate, unperturbed, impassive
- impassible → unemotional, emotionless
Engels
Uitgebreide vertaling voor impassible (Engels) in het Frans
impassible:
-
impassible (insensitive)
Vertaal Matrix voor impassible:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
insensitif | impassible; insensitive | |
non touché | impassible; insensitive |
Wiktionary: impassible
Frans
Uitgebreide vertaling voor impassible (Frans) in het Engels
impassible:
-
impassible (impitoyable; insensible; indifféremment; détaché; impitoyablement; froid; sans coeur; avec indifférence; indifférent; impassiblement)
heartless; insensitive; emotionless; soulless; dispassionate; indifferent; hard-hearted; impassive; uncaring; unfeeling-
heartless bijvoeglijk naamwoord
-
insensitive bijvoeglijk naamwoord
-
emotionless bijvoeglijk naamwoord
-
soulless bijvoeglijk naamwoord
-
dispassionate bijvoeglijk naamwoord
-
indifferent bijvoeglijk naamwoord
-
hard-hearted bijvoeglijk naamwoord
-
impassive bijvoeglijk naamwoord
-
uncaring bijvoeglijk naamwoord
-
unfeeling bijvoeglijk naamwoord
-
-
impassible (fixe; raide; rigide; fixement)
-
impassible (placide; calme; tranquille; aimable; gentil; tranquillement; paisiblement; gracieux; paisible; affable; amicalement; amical; serein; calmement; posé; d'humeur égale)
-
impassible (insouciant; sans souci; tranquille; badin; tranquillement; ludique; frivole; folâtre; joueur; avec insouciance)
unconcerned; carefree; lighthearted; careless; light-spirited; easy-
unconcerned bijvoeglijk naamwoord
-
carefree bijvoeglijk naamwoord
-
lighthearted bijvoeglijk naamwoord
-
careless bijvoeglijk naamwoord
-
light-spirited bijvoeglijk naamwoord
-
easy bijvoeglijk naamwoord
-
-
impassible (placide; serein; posé)
super cooled; unemotional; cool-
super cooled bijvoeglijk naamwoord
-
unemotional bijvoeglijk naamwoord
-
cool bijvoeglijk naamwoord
-
-
impassible (froid; vierge; frigide; froidement; tranquille; naturel; calme; virginal; en paix; insensible; rationnel; objectif; pur; spontané; intégral; intact; calmement; objectivement; en entier; inaltéré; rationnellement; sans être dérangé)
unaffected; untouched; unperturbed; unimpaired; unmoved-
unaffected bijvoeglijk naamwoord
-
untouched bijvoeglijk naamwoord
-
unperturbed bijvoeglijk naamwoord
-
unimpaired bijvoeglijk naamwoord
-
unmoved bijvoeglijk naamwoord
-
-
impassible (indifférent)
unaffected; dry-eyed; impassive; unmoved-
unaffected bijvoeglijk naamwoord
-
dry-eyed bijvoeglijk naamwoord
-
impassive bijvoeglijk naamwoord
-
unmoved bijvoeglijk naamwoord
-
-
impassible (sans être dérangé; en paix; tranquille; sans interruption; calme; calmement)
undisturbed; uninterrupted; freely; unhindered-
undisturbed bijvoeglijk naamwoord
-
uninterrupted bijvoeglijk naamwoord
-
freely bijwoord
-
unhindered bijvoeglijk naamwoord
-
-
impassible (intrépide; froid; résolu; froidement)
-
impassible (stoïque)
-
impassible (d'une façon récalcitrante; récalcitrant; serré; raide; rebelle; tendu; tenace; obstiné; en rebelle; insubordonnée; fixe; réticent; taciturne; têtu; rigide; retenu; réservé; intransigeant; inébranlable; à contrecoeur; insoumis; inflexible; revêche; fixement; indocile)
rigid; stern; star; stubborn; obstinate; inflexible; immovable; straight-backed; unbending; recalcitrant; against the grain-
rigid bijvoeglijk naamwoord
-
stern bijvoeglijk naamwoord
-
star bijvoeglijk naamwoord
-
stubborn bijvoeglijk naamwoord
-
obstinate bijvoeglijk naamwoord
-
inflexible bijvoeglijk naamwoord
-
immovable bijvoeglijk naamwoord
-
straight-backed bijvoeglijk naamwoord
-
unbending bijvoeglijk naamwoord
-
recalcitrant bijvoeglijk naamwoord
-
against the grain bijvoeglijk naamwoord
-
-
impassible (d'un ton bourru; grincheux; de mauvaise humeur; droit; brusque; fixe; juste; raide; tendu; serré; rigide; rude; maussade; grognon; irascible; irrité; grincheuse; grondeur; grognonne; d'un ton traînard; d'un ton râleur)
-
impassible (dans toute sa force; vierge; intact; entier; pur; inaltéré; non corrodé)
unweakened; untouched; virgin; unimpaired; unspoiled-
unweakened bijvoeglijk naamwoord
-
untouched bijvoeglijk naamwoord
-
virgin bijvoeglijk naamwoord
-
unimpaired bijvoeglijk naamwoord
-
unspoiled bijvoeglijk naamwoord
-
-
impassible (intact; non entamé; inutilement; nouveau; inaltéré; neuf; pur; inoccupé; naturel; virginal; non occupé; entier; froid; vierge; spontané; intégral; insensible; vainement; intacte; en entier; qui n'a pas encore servi)
unused; unbroached; untouched; unopened; fresh-
unused bijvoeglijk naamwoord
-
unbroached bijvoeglijk naamwoord
-
untouched bijvoeglijk naamwoord
-
unopened bijvoeglijk naamwoord
-
fresh bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor impassible:
Synoniemen voor "impassible":
Wiktionary: impassible
impassible
Cross Translation:
adjective
impassible
-
Qui n'est pas susceptible de souffrance
- impassible → dispassionate
-
par extension|nocat=1 Qui ne laisse paraître ses souffrances ou ses émotions
- impassible → unperturbed
adjective
-
Having, or revealing, no emotion
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• impassible | → unemotional; emotionless | ↔ emotionslos — keine Emotionen und Gefühle aufweisend |