Home ->Woordenboeken ->Engels/Frans ->Zoek: theatre

Engelse en Franse zoekresultaten voor: theatre

Overzicht
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. theatre:
  2. Wiktionary:
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. théâtre:
  2. Wiktionary:

Engels

Uitgebreide vertaling voor theatre (Engels) in het Frans

theatre:

theatre [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits

  1. the theatre (playhouse; music hall; theater)
    le théâtre
  2. the theatre (auditorium; auditory; playhouse; music hall; theater)
    l'auditorium; la salle de conférences; la salle d'audiences

Vertaal Matrix voor theatre:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
auditorium auditorium; auditory; music hall; playhouse; theater; theatre
salle d'audiences auditorium; auditory; music hall; playhouse; theater; theatre
salle de conférences auditorium; auditory; music hall; playhouse; theater; theatre lecture hall; lecture room
théâtre music hall; playhouse; theater; theatre affectation; play; pose; production; put on; stage; stage play; swank
- dramatic art; dramatics; dramaturgy; field; field of operations; house; theater; theater of operations; theatre of operations

Synoniemen voor "theatre":


Verwante definities voor "theatre":

  1. a building where theatrical performances or motion-picture shows can be presented1
  2. the art of writing and producing plays1
  3. a region in which active military operations are in progress1

Wiktionary: theatre

theatre
Cross Translation:
FromToVia
• theatre → théâtre ↔ theater — een uitgaansgelegenheid waar theatervoorstellingen gegeven worden
• theatre → scène ↔ Bühne — Erhöhung zur Aufführung von Theater- oder Musikstücken
• theatre → théâtre ↔ Theater — eine Schauspielstätte

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van theatre



Frans

Uitgebreide vertaling voor theatre (Frans) in het Engels

théâtre:

théâtre [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le théâtre
    the theatre; the playhouse; the music hall; the theater
    • theatre [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    • playhouse [the ~] zelfstandig naamwoord
    • music hall [the ~] zelfstandig naamwoord
    • theater [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
  2. le théâtre (affectation; comédie; action; )
    the affectation; the pose; the swank; the put on
    • affectation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pose [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swank [the ~] zelfstandig naamwoord
    • put on [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. le théâtre (pièce de théâtre; drame; tragédie; comédie; spectacle)
    the stage play; the play; the production
  4. le théâtre (monde du théâtre)
    the stage
    • stage [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor théâtre:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affectation action; affectation; artifice; chichi; comédie; manières; maniérisme; portion; théâtre; titre affectation; artifice; fausseté; maniérisme
music hall théâtre auditorium; salle d'audiences; salle de conférences; spectacle de variétés
play comédie; drame; pièce de théâtre; spectacle; théâtre; tragédie compétition; concours; course; jeu; jeu d'enfants; marge; match; partie; rencontre
playhouse théâtre auditorium; salle d'audiences; salle de conférences
pose action; affectation; artifice; chichi; comédie; manières; maniérisme; portion; théâtre; titre fait de poser comme modèle
production comédie; drame; pièce de théâtre; spectacle; théâtre; tragédie confection; crue; culture; fabrication; mise en scène; production; reproduction; réalisation; élaboration; élevage
put on action; affectation; artifice; chichi; comédie; manières; maniérisme; portion; théâtre; titre
stage monde du théâtre; théâtre cycle; degré; niveau; phase; phase d'évolution; phase de développement; phase de workflow; podium; période; scène; stade; temps; époque; étape; étape de parcours
stage play comédie; drame; pièce de théâtre; spectacle; théâtre; tragédie
swank action; affectation; artifice; chichi; comédie; manières; maniérisme; portion; théâtre; titre bluff; bravache; bravade; crâneur; esbroufeur; fanfaronnade; ostentation; vantardise
theater théâtre auditorium; salle d'audiences; salle de conférences
theatre théâtre auditorium; salle d'audiences; salle de conférences
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
play batifoler; dramatiser; faire le diable; feindre; folâtrer; jouer; jouer de; jouer la comédie; lire; manoeuvrer; s'ébattre; simuler
pose faire de la figuration; figurer
put on allumer; brancher sur; brûler; chausser; faire du feu; faire fonctionner; faire marcher; flamber; habiller; mettre; mettre en circuit; mettre en marche; mettre feu à; nouer; prendre feu; s'enflammer; s'habiller; se couvrir; se vêtir; établir le contact
stage affecter; faire semblant; feindre; mettre en scène; monter; prétendre; prétexter; simuler
swank bluffer; exagérer; faire de l'esbroufe; faire de l'épate; faire le fanfaron; fanfaronner; se vanter; se vanter de
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
put on mis en circuit; mis en marche

Synoniemen voor "théâtre":


Wiktionary: théâtre

théâtre
noun
  1. vieux|fr édifice destiné à la représentation.
théâtre
noun
  1. non-mainstream theatre
  2. place or building
Cross Translation:
FromToVia
• théâtre → theatre ↔ theater — een uitgaansgelegenheid waar theatervoorstellingen gegeven worden
• théâtre → theatre; theater ↔ Theater — eine Schauspielstätte

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van theatre







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0733 seconde
Page rendered in 1.0 seconds