Overzicht
Engels naar Frans: Meer gegevens...
-
pain in the butt:
-
Wiktionary:
pain in the butt → casser les couilles, enculer
-
Wiktionary:
Engels
Uitgebreide vertaling voor pain in the butt (Engels) in het Frans
pain in the butt: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- pain: peine; mal; douleur; blessure; supplice; tenaillement
- in: par; dedans; dans; dessus; y; au-dessus; là; à côté de; sur; en; de; à; après; entre les deux
- the: ce; cela; ça; la; le; les; l'; le la les
- butt: bout; crosse; cornue; fût; seau; cuve; cuvette; tonne; tonneau; baril; bassine; sèche; clope; mégot; cigarette; crosse de fusil; risée
Wiktionary: pain in the butt
pain in the butt
verb
-
(vulgaire) métaphore|fr importuner, embêter.
-
Importuner